Vrouwen zijn lief, niet egoïstisch of oneerlijk, en altijd solidair met elkaar… Of niet soms ? Mocht u er anders over denken, dan vindt u in ?Wij zijn krengen? van Kate Fillion voldoende argumenten om uw stelling te staven.

Jo Blommaert / Foto Lieve Blancquaert

Wie aan Wij zijn krengen begint, krijgt een pakket situaties aangeboden die te maken hebben met liefde, vriendschap en werk. Je kan bijna niet anders dan met stijgende verbazing punten van herkenning vaststellen. Je herkent jezelf, je vriendinnen, je vrouwelijke collega’s… Dat zou een prettige ervaring kunnen zijn, ware het niet dat het bijna uitsluitend minder fraaie karaktertrekken zijn die je herkent.

Via interviews met mannen en vrouwen en aan de hand van uitgebreid wetenschappelijk onderzoek (de literatuurlijst beslaat een dertigtal pagina’s) schetst de Canadese Kate Fillion (32) een beeld van vrouwen dat nog weinig van doen heeft met romantiek, zorgzaamheid, altruïsme of opoffering. Met een vlijmscherp mesje analyseert ze vrouwenvriendschappen. Ze concludeert dat eerlijkheid er vaak ver te zoeken is, waardoor vriendinnen elkaar vaker naar beneden halen dan daadwerkelijk vooruithelpen. Ze beschrijft de spelletjes die worden gespeeld op het werk, zowel tussen vrouwen onder elkaar als tegenover mannelijke collega’s of bazen. Ze gaat op zoek naar de trucs die vrouwen gebruiken om een man in hun bed te krijgen, ook als hij daar absoluut geen zin in heeft…

Het boek biedt ongetwijfeld discussiestof voor vele lange winteravonden. Voor feministen die een brug willen slaan tussen de oudere en de jongere generatie, is dit boek eigenlijk een must. Maar ook iemand die alleen een realistischer kijk wil krijgen op eigen doen en laten (of op dat van anderen), krijgt via dit boek verhelderende inzichten aangereikt. Dat die wel eens als onaangenaam kunnen worden ervaren, heeft volgens Kate Fillion enkel te maken met het feit dat vrouwen wordt ingeprent dat ze moreel superieur zijn.

Kate Fillion : Meisjes krijgen van kindsbeen af de boodschap mee dat ze nooit iets verkeerd mogen doen en als ze een kleine fout maken, wordt daar zwaar aan getild. Volgens mij komt er in dit boek geen enkele vrouw voor die iets doet dat erger zou zijn dan wat mannen doen. Wanneer ik mannen op dezelfde manier zou beschreven hebben, zou men zeggen : hij is sterk, hij is assertief, hij komt uit voor zijn mening, hij maakt misschien wel een fout maar het is tenminste iemand met principes. Anders gezegd : hij heeft een sterke persoonlijkheid. Wanneer vrouwen zich op identiek dezelfde manier gedragen, zeggen we : wat een afschuwelijke teef. Waarom bestaat die dubbele moraal over wat aanvaardbaar is voor mannen en wat aanvaardbaar is voor vrouwen ? Ik denk dat het goed is dat vrouwen gaan beseffen dat een fout maken niet het einde van de wereld hoeft te betekenen.

Ik wil vrouwen niet als ?slechte mensen? afschilderen, ik wil alleen maar zeggen dat vrouwen gelijk zijn aan mannen, dat het menselijke wezens zijn. Het is de hoogste tijd om die stereotiepe opvattingen over wat mannelijk en vrouwelijk is in vraag te stellen. Want ik ben ervan overtuigd dat zolang aan vrouwen verteld wordt dat ze beter moeten zijn dan mannen, ze daar als individu zullen blijven voor opdraaien en dat het moeilijk zal zijn voor hen om in de strijd voor sociale gelijkheid vooruitgang te boeken.

Ook op het einde van de jaren zestig hebben feministen gereageerd tegen dat ideaalbeeld van de vrouw, maar vanaf 1975 verdedigden de cultureel-feministen de opvatting dat vrouwen een specifieke eigen cultuur hadden. Volgens deze feministen, die overigens andere meningen censureerden, waren vrouwen bijna heiligen, heel aardige wezens, die niet geïnteresseerd waren in seks. Ik probeer daar tegenin te gaan omdat ik ervan overtuigd ben dat die benadering vrouwen schade berokkent. De meest positieve reacties op het boek waren overigens afkomstig van die eerste feministen die zeiden dat er niks nieuws in stond, maar dat het goed was dat dit nu door een jongere feministe werd gezegd.

Als cultureel-feministen stellen dat vrouwen in de werksituatie bijvoorbeeld niet zomaar het haantjesgedrag van mannen hoeven over te nemen, hebben ze dan niet een beetje gelijk ?

Ik ben het daarmee eens, maar ik denk toch dat er een onderscheid moet gemaakt worden tussen mannelijk gedrag en de manier waarop de werksituatie is gestructureerd. Wanneer bepaalde vrouwen een machtspositie verwerven, gedragen ze zich vaak anders dan vrouwen die geen macht hebben. De vraag is of ze zich dan gedragen als mannen, of beantwoorden ze aan de voorschriften en de criteria die gelden in die werksituatie ? Heel wat sociale wetenschappers vinden dat dat laatste het geval is : deze vrouwen gedragen zich niet als mannen, hun houding heeft meer te maken met hun status in het bedrijf dan met hun sekse.

In het begin van het boek beschrijft u vriendschapsrelaties tussen vrouwen. U stelt dat hun conversatie vaak op verhalen over wederzijdse ellende gebaseerd is. Klopt dat ?

Niet altijd. Maar sociale wetenschappers en psychologen die vrouwenvriendschappen onderzoeken, stellen dat dit soort relaties, meer dan mannenvriendschappen, gebaseerd zijn op gesprekken over gevoelens. Ellende is slechts één van die gevoelens. Vrouwen praten uiteraard over veel andere gevoelens met elkaar. Maar als hun woordenschat zich hiertoe beperkt, praat je na verloop van tijd natuurlijk alleen nog over miserie.

Ik wil ook reageren tegen sociale wetenschappers die zeggen dat mannen doen en vrouwen voelen. Zowel vrouwen als mannen doen én voelen. Het is vooral nadelig voor vrouwen wanneer zij voorgesteld worden als mensen die alleen maar voelen en bijvoorbeeld niet bezig zijn met zaken als sociale gelijkheid.

U suggereert dat vrouwen soms te open zijn in hun relaties.

Op zich is er niks verkeerd aan openheid, maar ik denk dat het soms om verkeerde redenen gebeurt. In een vriendschapsrelatie kan het gevaarlijk zijn wanneer je in een te vroeg stadium openhartig bent. Europeanen zijn waarschijnlijk fijngevoeliger in dit soort zaken, maar als je in Noord-Amerika iemand ontmoet, weet je na vijf minuten heel persoonlijke zaken.

Ik haal dit thema aan omdat in heel wat sociale wetenschappen vaak wordt gezegd dat de manier waarop vrouwen omgaan met elkaar, aantoont dat ze elkaar vertrouwen. Volgens mij is het tegenovergestelde waar : vaak ben je open voordat je iemand kan vertrouwen. Je bent niet open omdat je de ander vertrouwt maar juist om vertrouwen te wekken, om vriendschap tot stand te brengen.

Natuurlijk vind ik het niet verkeerd om open te zijn tegenover iemand die je kent en waar je vertrouwen in hebt, maar men doet alsof dat voor iedereen en voor vrouwen in het bijzonder altijd een goede manier van doen is. Terwijl ik denk dat dat bijvoorbeeld in de werksituatie absoluut niet aan te raden is. Want dan beschikken mensen over informatie over jou waardoor het moeilijk voor hen wordt om je te zien als een professionele collega. Een vrouw die probeert zichzelf voor te stellen als een sterk, competent en professioneel iemand, terwijl iedereen op kantoor weet dat ze een afschuwelijke echtscheiding doormaakt en een relatie heeft met de conciërge, kan het behoorlijk moeilijk krijgen om door haar collega’s enkel nog op haar professionele kwaliteiten te worden beoordeeld.

Mijn moeder denkt heel anders over die zaken, zij heeft geleerd dat discretie een belangrijke waarde is. Als je volgens haar iets intiems aan een ander geeft, dan is dat een zeer kostbaar geschenk waar je niet met elke voorbijganger op straat over praat. De ene generatie denkt daar dus anders over dan de andere. Ik denk dat er tussen de twee benaderingswijzen een soort gulden middenweg moet bestaan.

Ook op het werk worden vrouwen van verschillende generaties met elkaar geconfronteerd. U wijst erop dat dat tot spanningen kan leiden.

De vrouwen die indertijd gevochten hebben voor juridische gelijkheid, zijn nu ouder dan vijftig. Diegene die de vruchten hebben geplukt van die strijd, zijn vrouwen van mijn leeftijd. Ik denk dat het logisch is dat er spanning bestaat tussen vrouwen van verschillende leeftijden. Elke generatie heeft het gevoel op verschillende zaken aanpraak te kunnen maken. Vrouwen van mijn leeftijd, die in totaal andere sociale omstandigheden zijn opgegroeid, zijn geneigd te denken : maar natuurlijk mag ik aanspraak maken op meer macht, natuurlijk mag ik de ambitie hebben om de baas of de tweede in bevel van het bedrijf te worden. En ze verwachten van de oudere vrouwen dat ze hen daarbij zullen helpen.

Terwijl die vrouwen die gevochten hebben voor recht op werk, het gevoel hebben dat het voor de jongeren allemaal zo gemakkelijk is geweest. Zij vinden dat die jongeren zich nu maar eens eerst moeten bewijzen.

U betreurt dat vrouwen op het werk niet met elkaar durven of kunnen concurreren.

Aan kleine meisjes wordt nog steeds geleerd dat ze moeten samenwerken en dat rivaliteit neerkomt op vijandig gedrag : ?Wanneer je openlijk met anderen wedijvert, zullen ze niet van je houden en je laten vallen.? Maar op het werk moét je wedijveren, per definitie. Je moét wedijveren met mensen die dezelfde job doen. Niet noodzakelijk om een promotie in de wacht te slepen of om meer te verdienen, maar je werk wordt hoe dan ook vergeleken met dat van anderen.

Ik denk dat ambitieuze vrouwen die erg graag willen slagen nog altijd het gevoel hebben dat het niet sympathiek is om openlijk te concurreren. Gevolg : ze zullen zoeken naar een andere manier om te concurreren, een manier die voor vrouwen aanvaardbaar is maar volgens mij nadelig is voor vrouwen. Het probleem is dat hen nog steeds verteld wordt dat competitie niks met professionele bekwaamheid te maken heeft, maar dat het om een weerspiegeling van je karakter en je moraal gaat. Ik vind het verschrikkelijk oneerlijk om vrouwen die boodschap mee te geven want mannen krijgen een totaal andere boodschap mee. Als vrouwen al met elkaar concurreren, is het om de plaats van de meest onderdrukte, maar zeker niet om succes te hebben of om gewoon hun best te doen.

Gelukkig zijn er nu meer vrouwelijke atleten, waardoor we over meer voorbeelden beschikken van vrouwen die wedijveren met elkaar, daar plezier aan beleven en rivaliteit niet persoonlijk interpreteren.

Is het dan niet beter om kinderen te leren dat ze moeten samenwerken ?

Natuurlijk, maar die boodschap moeten niet alleen de meisjes krijgen, maar ook de jongens. We leven in een gemeenschap en hebben verantwoordelijkheid voor anderen in die gemeenschap, er moet medelijden zijn maar er is ook competitie. Competitie hoeft niet negatief te zijn, je kan er ook goede zaken mee bereiken : het kan betekenen dat je gewoon je best doet, je hoeft er niet noodzakelijk wereldberoemd door te worden.

Op het einde van uw boek draait u de klassieke rolpatronen om. U beschrijft situaties waarin de man zacht, kwetsbaar, romantisch is en de vrouw een agressieve veroveraarster.

Soms is het toch zo ? Een van de efficiëntste manieren om emancipatie van vrouwen te dwarsbomen, is hen voorhouden dat ze bang moeten zijn voor mannen want mannen kunnen hen pijn doen en mannen zijn zo machtig. Tijdens gesprekken met mannen heb ik gemerkt dat heel wat onder hen zich niet machtig voelen. Een man die geweld gebruikt tegen een vrouw, voelt zich niet sterk en zelfzeker, maar onzeker en bedreigd. Hij kan zich alleen maar belangrijk voelen als hij zijn vrouw terroriseert. Zolang wij als vrouwen met dat beeld van een angstaanjagende man blijven lopen, maken we hem machtiger dan hij zich werkelijk voelt.

Het klinkt belachelijk te stellen dat een psychologische ingesteldheid meer invloed heeft dan de socio-economische of financiële situatie, maar het ís zo. Het gevolg van die ingesteldheid is dat vrouwen het gevoel hebben dat ze zichzelf moeten beschermen tegen mannen, zelfs op het werk. Ik denk dat het goed nieuws is voor vrouwen dat mannen niet zo sterk zijn als ze wel denken.

Het is een hele goede zaak dat we afgelopen twintig jaar de mannelijke stereotiepen over vrouwen vrouwen moeten er zus of zo uitzien, vrouwen zijn leeghoofden, enz. in vraag zijn gaan stellen, maar vrouwen hebben net zo goed stereotiepe opvattingen over mannen. Ook die moeten in vraag worden gesteld.

Iedereen heeft al wel eens een vrouw ontmoet die samen is met een man die denigrerend tegenover haar doet, haar uitlacht, haar werkelijk als shit behandelt, maar ze zegt dat ze van hem houdt. Zulke vrouwen vragen zich niet af of ze deze man wel graag mogen, niet : ?Wat denk ik over hem ??, maar wel : ?Wat denkt hij over mij ?? Zij zitten met stereotiepe opvattingen over mannen en dichten hen veel meer macht toe dan ze werkelijk hebben.

U beschrijft heel gedetailleerd de complexe relatie tussen de dertigjarige werkneemster Elaine en haar 49-jarige gehuwde baas Bill. Waar zit in deze relatie de macht ?

Ik denk dat ze allebei een zekere macht hebben en dat die voortdurend wisselt. Dat is eigen aan menselijke relaties. Nooit heeft één persoon alle macht. Behalve wanneer er sprake is van fysiek geweld, want dan slaat de balans door.

Het verhaal van Elaine heeft heel veel boze reacties uitgelokt. Men vond dat ik haar had moeten veroordelen. In de commentaren was zij altijd het mikpunt, hij niet. Persoonlijk keur ik haar gedrag niet goed, maar ik kan haar niet veroordelen. Vrouwen laten al eeuwen anderen toe te oordelen over hun moreel en seksueel gedrag. Op die manier aanvaarden ze dat er slechts twee soorten vrouwen zijn : de madonna en de hoer. Die etikettering heeft altijd gediend als een dwangbuis zowel in het sociale, individuele als seksuele leven. Wij vrouwen moeten anderen niet de macht geven om te beslissen wanneer een vrouw moreel juist handelt of niet. Bovendien, wie weet wat Elaine nog in haar leven zal doen ? Misschien wordt ze een moeder Theresa als ze veertig is. Haar relatie met Bill is maar één aspect in haar leven.

Ze heeft er wel twee promoties aan te danken…

Elaine is een individu, een echt mens. Ik heb haar echte verhaal opgeschreven. Ik kan niet veralgemenen en zeggen wat er meestal gebeurt als vrouwen met hun baas naar bed gaan. Ik vind het wel jammer als vrouwen denken dat dat de enige manier is om carrière te maken. Elaine dacht er níet zo over. Ik heb twee jaar contact met haar gehad : ze wist dat ze ook zonder die relatie succes zou hebben in haar werk. Maar ik vind het oneerlijk als een vrouw haar promotie enkel te danken heeft aan het feit dat ze er leuk uitziet of jong is. Want dan worden de stereotiepe opvattingen over vrouwen verdergezet : hun enige waarde heeft te maken met de manier waarop ze eruitzien en wie ze seksueel zijn.

Nochtans heeft u er blijkbaar geen bezwaar tegen dat vrouwen hun sex-appeal gebruiken ?

Ik zeg niet dat het goed of slecht is, ik zeg alleen dat sommige vrouwen het doen. Misschien zijn jullie hier genuanceerder, maar bij ons was er tijdens het maatschappelijk debat over ongewenste intimiteiten en seks op het werk slechts ruimte voor zwart en wit en niet voor grijs. Daardoor wordt er gedacht dat seks op het werk alleen maar gebeurt omdat een man het wil en omdat hij misbruik maakt van zijn macht. Ik wil er enkel op wijzen dat soms het tegenovergestelde gebeurt, of dat het gebeurt omdat man én vrouw het willen. Het klopt ook niet dat vrouwen altijd als slachtoffer eindigen.

Ook mannen gebruiken soms hun sex-appeal. Bovendien zijn er heel wat jonge vrouwen die bewust gebruikmaken van de manier waarop ze eruitzien om hun weg te banen op kantoor. Dat heeft niet noodzakelijk iets met seks te maken. Door er op een bepaalde manier uit te zien, trekken ze de aandacht van de baas man of vrouw en alleen al het feit dat ze opgemerkt worden, kan een voordeel zijn.

Uw boek is waarschijnlijk door mannen enthousiast onthaald ?

Zowel van mannen als van vrouwen heb ik zeer, zeer positieve als zeer, zeer negatieve reacties gekregen. Het boek is in ieder geval controversieel. Maar sommige mannen schreven me zelfs heel boos dat ze al jaren gehuwd waren met een prachtige vrouw die ver boven de gevoelens stond die ik beschreven had.

Ook mannen willen nog altijd denken dat we engelen zijn. Want dat betekent dat een vrouw thuis zal blijven en voor de kinderen zal zorgen, dat ze zich om de relatie zal bekommeren en op kantoor nooit een bedreiging zal vormen. De opvatting dat vrouwen nooit iets verkeerd doen, is altijd de beste garantie geweest om vrouwen op hun plaats te houden.

Kate Fillion, ?Wij zijn krengen. De verborgen kant van vrouwen in liefde en vriendschap?, uitg. BZZTôH (verspreiding Standaard Uitgeverij), 390 pag., 790 fr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content