Meer vrouwen drinken tegenwoordig meer dan goed voor hen is. Tot zover het slechte nieuws. Want als vrouwen een specifiek aan hun problemen aangepaste therapie krijgen, komen ze er op langere termijn beter uit dan de mannen.

F oei, foei, foei en we hebben weer gedronken. Foei, foei, foei en we hebben zo’n spijt. Mag niet ! Mag niet ! Mag niet meer gebeuren… Is het toeval dat de muzikale schuldbekentenis van Raymond Van het Groenewoud onlangs door de Antwerpse zangeres Mira gecoverd werd ? Feit is dat tegenwoordig één op de drie mensen die met een drankprobleem in de hulpverlening terechtkomt, een vrouw is. Neem nu Edith (54), die na een bijzonder zwarte periode opnieuw greep kreeg op haar leven. “Ik kom uit een familie met een bourgondische levensstijl : elke reden was goed om een fles te kraken. Wijn stond voor gezelligheid, voor ontspanning na een drukke dag op de zaak. Alles veranderde toen die handel in sanitair en elektro failliet ging. Mijn man had slechte investeringen gedaan, ongehoorde financiële risico’s genomen. Mijn ouders, mijn broers, allemaal hadden ze me gewaarschuwd, maar ik wou per se in hem blijven geloven. En in mijn naïviteit had ik wissels getekend. Mijn inboedel heeft op straat gestaan, ik ging door de grond van schaamte. Dankzij mijn broers ben ik mijn huis niet kwijtgespeeld, maar na mijn scheiding kwam ik niet meer buiten de deur, ik schuwde de mensen. En het drinken ging van kwaad tot erger. Twee flessen witte wijn op een avond, in mijn eentje voor de tv. In het weekend, als mijn zoon thuiskwam van de universiteit, probeerde ik me in te houden, maar op den duur zat er in de linnenkast een fles wodka achter de badlakens. Ik dacht dat hij niet wist dat ik dronk, maar ach, je kunt dat niet lang wegsteken.”

“Toen ik op zijn aandringen naar de kliniek ging, was ik graatmager, een wrak. Na een observatieperiode van twee weken kreeg ik groepstherapie, samen met zes andere vrouwen, en individuele begeleiding door een psychiater. Met vallen en opstaan heb ik een nieuw leven opgebouwd. Zonder mijn familie en vooral mijn zoon zou dat nooit gelukt zijn. Bij de geboorte van mijn klein-dochter heb ik voor het eerst in vijf jaar een glaasje champagne gedronken. Iedereen deed alsof dat de gewoonste zaak ter wereld was, terwijl ze waarschijnlijk allemaal hun hart vasthielden. Maar ik wéét dat ik niet meer terugval. Dat kind, daar heb ik alles voor over.”

Dokter Stan Ansoms, psychiater en hoofd verslaafdenbegeleiding bij de broeders alexianen in Tienen, heeft al veel vrouwen zoals Edith de revue zien passeren. Beter dan wie ook weet hij dat zij op een andere manier drinken dan mannen en om andere redenen. En ook de gevolgen van hun drinken verschillen. Maar er zijn natuurlijk ook gelijkenissen in wat alcohol met een mens doet, of hij nu een man is of een vrouw. “Het begint meestal heel onschuldig. Alcohol doet ons vlotter praten, neemt remmingen weg, de sociale contacten lopen beter gesmeerd. Een glaasje kan gezelligheid brengen als we alleen zijn. Vrouwen beginnen meestal later te experimenteren met drank dan mannen, maar zelfs matig drinken ligt voor hen al wat moeilijker. Daar bestaan biologische redenen voor. Voor mannen ligt de grens van het sociale drinken bij 21 eenheden alcohol per week, voor vrouwen bij 14 eenheden. Vrouwen zijn sneller dronken dan mannen. Door hun lagere lichaamsgewicht, kleinere spiermassa en kleiner volume lichaamsvocht is de concentratie alcohol in het bloed en de vitale weefsels snel hoger. Bovendien gebeurt de alcoholafbraak in de maag minder efficiënt dan bij mannen. De lever wordt sneller en zwaarder aangetast. Er zijn ook sociale verschillen. Als een man doorschuift naar riskant drinken, dan heeft dat vaak te maken met de werksituatie, de vriendenkring, het stamcafé. Via een fase van verhoogde tolerantie kan dat van zwaar sociaal drinken evolueren tot afhankelijkheid.”

Bij vrouwen rust er nog altijd een zeker taboe op sociaal drinken.

Precies. Een stevig drinkende man, daar wordt wel eens om gelachen, maar een vrouw die een glaasje lust, dat is snel een sloerie, een gevallen engel. Als het uit de hand loopt, is de afstraffing ook veel groter : drinkende vrouwen verliezen gemakkelijker hun werk, worden sneller door hun man verlaten dan vice versa. Een vrouw zal haar drinkende man over het algemeen langer steunen, al dan niet uit financiële noodzaak. En in het geval van een scheiding dreigt voor een vrouw met een alcoholprobleem het gevaar dat haar kinderen afgepakt worden. Vrouwen drinken dan ook vaker stiekem : ze komen niet beschonken thuis van het werk, maar drinken eerder in de loop van de dag, in beperkte hoeveelheden, vaak ook gekoppeld aan het klaarmaken van het eten : een glaasje wijn, een aperitiefje. Een dagelijks rantsoen laat hen lange tijd toe om routinewerk uit te voeren, zeker als het om huishoudelijke klussen gaat. In een volgend stadium schakelen ze over op iets sterkers, wodka bijvoorbeeld, opdat niemand het zou ruiken. Wat opvalt, is dat ze sneller evolueren door de stadia naar verslaving, precies vanuit het ontbreken van sociale controle, zeker bij alleenstaande en werkloze vrouwen.

Alcoholisme wordt bij vrouwen vaak als ‘probleemdrinken’ bestempeld.

Als mannen drinken om spanningen weg te werken, gaat het meestal om beroepsgebonden stress. Vrouwen halen vaker relatieproblemen aan als oorzaak van hun alcoholmisbruik. Door te drinken proberen ze aan persoonlijke onvrede en intermenselijke spanningen te ontsnappen, assertiever te zijn, een weerstand tegen seks te overwinnen. Drinken kan ook een verdovingsstrategie zijn om traumatische belevenissen zoals seksueel misbruik en incest te helpen vergeten. Voor vrouwen in leidinggevende functies is drinken soms een middel om door de mannelijke collega’s als een gelijke te worden aanvaard. Daarnaast zorgt ook de dubbele belasting van de vrouw in de huidige maatschappij voor heel wat onzekerheid, schuldgevoelens en situaties waarin de draaglast de draagkracht overstijgt. Het geëmancipeerde, stoere staat vaak haaks op de natuurlijke verlangens van het zorgende. Meer dan bij mannen kunnen relatiecrisissen en overgangssituaties tot drankmisbruik leiden of een al aanwezige alcoholafhankelijkheid in een versnelling brengen : het groene weduwschap, de verhouding met de partner die affectief niet bracht wat men ervan verwachtte, een scheiding, het verlies van partner of ouders, de menopauze, kinderen die het huis uitgaan. Bij lesbiennes is drinken soms een manier om zich te handhaven en tegelijk kwetsbaarheid te verbergen. In het algemeen zien we dat vrouwen later beginnen te drinken en zeker op een later moment in problematisch drinken terechtkomen, maar precies door hun lichamelijke en emotionele gevoeligheid schuiven ze sneller door en halen ze de mannen in. Zowel voor mannen als vrouwen is 41 jaar de gemiddelde leeftijd waarop men beslist : nu moet ik me echt laten verzorgen.

Zoeken vrouwen niet gemakkelijker hulp bij de huisarts ?

Het klopt dat ze gemakkelijker hulp zoeken voor alcoholgerelateerde klachten als zenuwachtigheid, angst, hoofdpijn, slaapproblemen, depressie. Klachten waarvoor men graag medicijnen geeft. Maar vaak komen vrouwen niet uit voor hun alcoholprobleem als dusdanig, precies door het sociale stigma dat eraan vastzit. Daar schuilen twee gevaren in : dat het alcoholprobleem niet onderkend en dus ook niet behandeld wordt. Bovendien hebben vrouwen méér dan mannen een dubbele afhankelijkheid : van alcohol en van medicatie.

Bestaat er zoiets als een familiedrinkgeschiedenis ?

Drinkende vrouwen hebben vaker dan mannen verwanten met drankproblemen : een grootouder, een ouder, een broer of zus. Ook het drinkpatroon van de partner speelt een grote rol. Soms beginnen vrouwen mee te drinken om het drinken van hun man te controleren of om zich weerbaarder te voelen als hij onder de invloed is. Dochters van alcoholisten kiezen wel eens een partner die drinkt. Wellicht omdat zij vanuit de vroegere gezinssituatie geneigd zijn om schuld en verantwoordelijkheid op zich te nemen. Maar als je spreekt van een mogelijke familiale belasting, moet je opletten wat je daarmee bedoelt : gaat het om omgevingsfactoren of om een genetische aanleg ? Rond die kwestie zijn nogal wat onderzoeken met eeneiige en twee-eiige tweelingen en adoptiekinderen gebeurt.

Ligt een belangrijke factor voor het ontstaan van een verslaving niet in het brein ?

Dat is een boeiende materie waarop men de laatste jaren meer en meer zicht krijgt. Waar het op neerkomt, is dat we onze hersenen afhankelijk maken. Wanneer we iets doen dat goed is voor de overleving – eten, drinken, seks – zorgt het genotscircuit diep in de hersenen voor het vrijkomen van de neurotransmitter dopamine. Dat geeft een lekker gevoel en zet je aan om hetzelfde gedrag te herhalen. Hoe sterk iemand dat verlangen ervaart, hangt af van het aantal dopaminereceptoren. Over het algemeen geldt : hoe meer van die receptoren, hoe minder dopamine je nodig hebt voor hetzelfde effect. Door de zeer sterke prikkels van alcohol en andere drugs ‘kapen’ we het natuurlijke beloningssysteem.

Mensen met veel dopaminereceptoren hebben dat niet nodig of ervaren die stimulatie snel als onprettig. Voor mensen met minder receptoren is die overstimulatie juist heel verleidelijk. En het vervelende is dat alcohol en andere verslavende stoffen bij herhaald gebruik het aantal dopaminereceptoren nog eens extra verlagen. Dat vormt de biologische basis voor afhankelijkheid. Maar dat ligt dus niet voor iedereen even gevoelig. We hebben nu parameters, zogenaamde trait markers of kwetsbaarheidsfactoren, zodat we voortijdig kunnen waarschuwen : pas op, want je loopt meer risico dan iemand anders. Aanvankelijk gebeurden de onderzoeken allemaal op mannen en werden de resultaten gewoon op vrouwen overgedragen. Sinds er ook onderzoeken bij vrouwen gedaan werden, weten we dat de genetische afwijkingen in gelijke verhoudingen bij mannen en vrouwen voorkomen en niet het grote verschil maken. Naar gelang meer vrouwen gaan drinken, schuiven die verhoudingen mee op.

U had het al even over de lichamelijke kwetsbaarheid van vrouwen voor alcohol. Wat zijn de risico’s ?

Doordat de lever sneller wordt aangetast, krijgen vrouwen in een vroeger stadium van hun verslaving te kampen met alcoholische hepatitis en vooral levercirrose. Ook hersenbeschadiging treedt sneller op. Dan is er de mogelijke correlatie met borstkanker, de ontregeling van de menstruatie, de verhoogde kans op een miskraam en het alcoholsyndroom bij baby’s van drinkende moeders. De schadelijke effecten variëren van een licht afwijkend geboortegewicht en groeiachterstand, tot afwijkingen van het centrale zenuwstelsel, orgaanafwijkingen en karakteristieke gelaatsafwijkingen. Wat zeker een rol speelt, is de hoeveelheid en de manier waarop de moeders drinken en in welke periode van de zwangerschap. Helaas bestaan daar geen eensluidende conclusies over. Is één glas al gevaarlijk ? Zolang er geen bovengrens van veilig drinken bestaat, kunnen we dus niets anders zeggen dan : drinken tijdens de zwangerschap is geen goede zaak, doe het niet.

Wat maakt een therapie specifiek vrouw- gericht ?

Bij mannen blijft de behandeling vaak hangen bij een globale benadering van het toxicomaan gedrag : drinken of niet drinken, waar zit de bedreiging, hoe kun je hervallen ? Bij vrouwen is een meer persoonsgerichte therapie aangewezen, die rekening houdt met de specifieke oorzaken van de verslaving. Zo zien we bijvoorbeeld dat veel vrouwen met een alcoholprobleem vroeger al met een eetprobleem als boulimie te kampen hadden. We pleiten dan ook voor een gescheiden behandeling voor mannen en vrouwen. Aangezien vrouwen vaak gebukt gaan onder schuldgevoel en schaamte, is het van het grootste belang dat de moeilijke stap tot de hulpverlening als iets zeer positiefs benadrukt wordt.

Vanzelfsprekend is een ondersteunend netwerk (partner, familie, kinderen, vrienden, een zelfhulpgroep, AA) heel belangrijk. Anderzijds zijn er dingen die sommige vrouwen niet in een groep kwijt willen : seksuele en relatieproblemen, bijvoorbeeld. Vaak is naast groepstherapie ook een individuele therapie nodig om te achterhalen waar de woede en de pijn zitten, de frustraties en onverwerkte trauma’s die tot het alcoholmisbruik geleid hebben.

Natuurlijk moet ook het puin veroorzaakt door de verslaving geruimd worden, op lichamelijk, relationeel, financieel vlak. Uiteindelijk moet de behandeling erop gericht zijn de sociale vaardigheden van de vrouw te vergroten, haar zelfwaardegevoel en assertiviteit te vergroten, zodat zij haar problemen zelf de baas kan worden en blijven. Soms is een opname in een algemeen ziekenhuis of een ontwenningskliniek noodzakelijk om een aantal vicieuze cirkels te doorbreken.

Als men de resultaten qua behandeling vergelijkt, ziet men dat mannen er qua abstinentie na een jaar wat beter uitkomen dan vrouwen, maar dat vrouwen met een specifiek op hen gerichte, ‘vrouwvriendelijke’ behandeling het op termijn beter doen.

Info : www.vad.be ; www.aavlaanderen.org ; www.boodschapineenfles.be

Door Linda Asselbergs – Illustratie Silke Daneels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content