Desiree Heiss en Ines Kaag ontmoetten elkaar tien jaar geleden als modestudenten. Ze wilden geen van beiden als modeontwerpers verder en bedachten dan maar hun eigen creatief concept. Het resultaat is Bless, een label met ‘een maximum aan vrijheid’.

Bless is Desiree Heiss (34) en Ines Kaag (36). De ene woont en werkt in Parijs, de andere in Berlijn. Dat is nooit anders geweest en de communicatie tussen de twee ontwerpsters verliep en verloopt dus nog steeds voornamelijk via post en e-mail. Ook het concept van het merk werd tien jaar geleden op een postkaartje neergepend : ” Bless is a project that presents ideal and artistic values by products to the public”. Een creatief project dus dat via producten, kleding en ‘designstukken’, bepaalde waarden wil overbrengen. Een concept dat om uitleg vraagt. Dus ontmoet ik Desiree op een zonnige winterdag in een Parijs café.

Zij studeerde mode in Wenen en kreeg er les van Helmut Lang, die haar vooral conceptueel over mode leerde nadenken. Ines haalde haar diploma aan de Academie in Hannover, waar de docenten zich eerder op de praktische kant van de zaak toelegden. Een totaal verschillende manier van aanpakken, maar toch zitten de jonge vrouwen qua visie volledig op dezelfde lijn. “We wilden niet het traditionele modepad bewandelen”, vertelt Desiree. “Om het half jaar een collectie afleveren en that’s it… Onze interesses gaan veel ruimer, dus wilden we die op elk moment kunnen volgen. Daarom is Bless een label dat zich volledig aan ons leven aanpast. We willen doen waar we zin in hebben.”

Designer of artiest ?

Waar Bless zich nu juist in het artistieke landschap positioneert, is niet in een adem te zeggen. Ergens in het midden tussen ‘mode’ en ‘kunst’, zo had ik begrepen, maar daar heeft Desiree meteen bedenkingen bij. “Eigenlijk staan wij helemaal niet dicht bij kunst. We gaan zelden naar tentoonstellingen en zijn al helemaal geen experts in hedendaagse kunst. Hoewel anderen ons vaak als ‘artiesten’ bestempelen, zien wij onszelf veel meer als designers. Het enige wat ons interesseert, is dat we iets maken dat we nergens anders kunnen vinden en dat we ook effectief kunnen gebruiken. Daarom stellen we onze producten nooit in een museum voor. Bless moet je kunnen ervaren, onze ontwerpen dienen niet om alleen naar te kijken.”

Geen kunstenaars of artiesten dus, maar de verwarring is begrijpelijk. Sommige Blessobjecten lijken nu eenmaal puur artistieke uitspattingen. Neem de Hairbrush uit 1999, een haarborstel met echt mensenhaar, waarvan de functionaliteit compleet nihil is. Toch zijn deze objecten eerder uitzondering dan regel. Het overgrote deel van de Blesscreaties is inderdaad op de eerste plaats functioneel, overgoten met een vleugje humor. Zo zijn er de Earbags (2001), stoffen zakjes die je over de oren trekt als bescherming tegen de kou. Oorwarmers, maar dan zonder dat storende verbindingsstukje. Of de Hanging Furniture uit 2001, letterlijk ‘hangend meubilair’ ontworpen om de Blessobjecten op verplaatsing tentoon te stellen.

Ines en Desiree ontwerpen ook kleren en die zijn erg simpel en rechtlijnig. Of een meer toegankelijke kledinglijn een bewuste keuze is, als tegenwicht voor hun ongewone en exclusieve designcollectie ? “Niet echt,” zegt Desiree, “ons doel is altijd onszelf. Voor onze kledingcollectie hebben we geen bepaald thema waar we de hele lijn aan ophangen. Ines en ik gaan gewoon met een paar vrienden brainstormen over kledingsstukken die we echt nodig hebben, maar die we nergens kunnen vinden. Vaak zijn dat heel eenvoudige en praktische spullen.” Jaarlijks stellen ze hun collectie voor op de Fashion Week in Parijs en dat is op de eerste plaats een commerciële beslissing. “Het is heel efficiënt. Iedereen uit de modewereld die we willen bereiken, is er aanwezig.”

Als de nood het hoogst is

… is Bless nabij, zo lijkt. De dames ontwerpen niet vanuit bepaalde inspiratiebronnen of thema’s, maar veeleer vanuit concrete ‘noden’ en probleemstellingen. Op de vraag “What drives you”, antwoordden de meisjes in Fashion Now, het overzichtsboek van Taschen, dat ze het gevoel hebben een leegte te moeten opvullen. “Who would do what we do, if we wouldn’t do it ?” Het klinkt als een soort missie. “Het is de reden waarom we ontwerpen”, verklaart Desiree. “Als ontwerper kan je ervoor kiezen objecten te creëren die niemand anders maakt, en dan op het einde van de rit uitkomen bij a bunch of rubbish. Daarom maken we dingen die wij of vrienden echt nodig hebben, vanuit een bestaande probleemstelling. Een concreet voorbeeld ? Binnenkort verhuizen we in Parijs naar een nieuw kantoor, een ruimte met een open trap in verwerkt. We zullen dus iets moeten vinden om het trapgat af te schermen, zodat niemand naar beneden valt. Zoiets komt dus zeker in onze nieuwe collectie.”

De concentratie op hun eigen wensen en noden, maakt van Bless een erg persoonlijk label. Elk product geeft het gevoel door Ines of Desiree eigenhandig ineengeknutseld te zijn. Bovendien is limited edition het codewoord. Dat was tien jaar geleden zowel een bewuste keuze als een puur economische beslissing. “We wilden geen uitgebreide collectie maken”, verduidelijkt Desiree. “In plaats van diverse variaties op een idee uit te werken, kozen we ervoor ons op één uitwerking van een bepaald idee te richten. Bovendien hadden we gewoon niet het budget om grotere collecties te maken. We maakten toen nog alles zelf.”

Desiree en Ines hameren erop dat Bless om de producten gaat en niet om henzelf als ontwerpers. Dat verklaart ook waarom u bij dit artikel geen portret-foto’s te zien krijgt. Dat willen ze niet. Als toegeving naar de pers, tekenden ze zes jaar geleden een kledinglijn met shirts en jeans waarop hun hoofden geprint waren. “Een pure merchandise-collectie. De gezichten zijn trouwens abstract, ze zijn niet van echte foto’s, maar van tekeningen overgenomen.”

Dames met lef

Dat Bless geworden is wat het vandaag is, heeft met een flinke portie lef, zelfvertrouwen en geluk te maken. Maar als ik Desiree mag geloven, is het eigenlijk zo goed als vanzelf gegaan. “Het was nooit echt onze bedoeling om een label op te richten. Bless was meer een tijdelijke bezigheid, zo dachten we. We begonnen samen ideeën uit te werken en in plaats van te wachten tot we ‘ontdekt’ werden, gingen we zelf op zoek naar een reactie. We kochten een advertentiepagina in het modetijdschrift i-D en werden opgemerkt door de Belgische ontwerper Martin Margiela. Voor zijn wintercollectie in Parijs (1997/1998) mochten we onder contract de Fur Wigs maken. Op datzelfde contract moesten we Bless als label definiëren, het concept en de waarden ervan uitschrijven. Op die manier werd het voor ons plots een stuk serieuzer.”

Maar vooral de vastberadenheid van de jonge vrouwen heeft ervoor gezorgd dat Bless er vandaag nog steeds is. Want in 1998 dreigde het even fout te gaan. “Op dat moment zaten we bijna volledig door ons budget. We moesten zo snel mogelijk geld binnen krijgen, anders was het label failliet verklaard. Dus richtten we Bless Trust Partnership op, een soort abonnement waarop trouwe klanten zich konden inschrijven. Op voorhand betaalden ze 500 euro en daarna kregen ze, zonder enig idee te hebben wat het zou worden, de volgende vier Blessobjecten gratis toegestuurd. Uiteindelijk hadden we een tiental inschrijvingen, wat niet erg veel is, maar toch was het voldoende om weer verder te kunnen.”

Geen al te grote hindernissen dus bij de doorbraak van Bless, maar volgens Desiree is dat geen uitzonderlijke verdienste. “Als jonge ontwerper is het helemaal niet moeilijk om media-aandacht te krijgen, want die staan te springen om nieuwe designers op te pikken. Na een aantal jaren nog steeds interessant zijn, dat is een andere zaak. Het is veel moeilijker om te groeien, dan om iets op te starten. Met Bless zijn we die kaap gepasseerd, we hebben een fundament opgebouwd. Voldoende mensen respecteren ons werk en vinden ons interessant omdat we uniek zijn.”

Alle deuren open

Om zichzelf de vrijheid te geven hun eigen zin te doen, richten meer en meer jonge artiesten, designers en muzikanten een coöperatie op. Dat doen ze niet alleen om hun vrijheid, maar ook om hun voortbestaan te garanderen. Lukt het niet in een vakgebeid, dan kunnen ze hun pijlen op een ander richten. Ook Bless is een dergelijk samenwerkingsproject, maar toch heeft dit idee bij Desiree en Ines nooit bewust gespeeld. “We hebben er nooit aan gedacht om iets samen met vrienden ontwerpers op te richten. Het was altijd wij twee, van in het begin. Wel werken we soms ideeën van vrienden uit, omdat zij niet over de praktische middelen beschikken. Maar dat gebeurde altijd heel spontaan.” De ontwerpsters riepen zelfs een tweede lijn in het leven, Bless Advanced, met objecten die op de creatieve ideeën van anderen berusten. Zo is het concept van de earbags bedacht in Zweden, door Tom Natvig, een oudere vriend van Desiree.”

Bless ontwerpt niet enkel naar idee-en van andere ontwerpers, maar ook in opdracht van grote labels. Zo maakten ze in 2000 honderd paar sneakers voor Adidas. “Een erg leuke ervaring”, vertelt Desiree. “We stuurden doosjes met de stukjes stof voor elk paar schoenen naar de Adidasfabriek. De arbeiders beslisten dus hoe ze de lapjes wilden combineren. We moesten volledig op hun creativiteit vertrouwen. In een doos ontbrak zelfs een lapje, dus bracht de werknemer een stukje stof van thuis mee om de sneaker af te werken. Geweldig toch !”

De jonge ontwerpsters willen met Bless alle deuren openhouden. Dat belooft voor de toekomst. “Momenteel zijn we in samenwerking met Colette, de designwinkel in Parijs, een parfum aan het ontwikkelen. Maar eigenlijk willen we vooral in de designwereld verder. We werken aan een overzichtsboek van onze tentoonstellingen en projecten. Dat komt eind april uit. Het wordt een aanvulling bij The White Book, een boek met stillevens van onze volledige collecties. Dat wordt telkens aangevuld en wordt dus steeds dikker.” Voor welk label of welke ontwerper ze nog dolgraag eens zouden ontwerpen ? “We staan voor alles open. Ik zou niet meteen een naam kunnen noemen. Maar we zouden wel graag eens een auto uitdenken. Maakt niet uit voor wel merk.”

Bless stelt tentoon in het Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, van 22 april tot 2 juli 2006. Info : www.bless-service.de

Marjolijn Vanslembrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content