Horlogemakers houden niet van abrupte schokken en trendbreuken, maar op de beurzen in Basel en Genève toonde de sector zich springlevend. Hokjes vervagen, en daar varen vooral fans van mechaniek en juweelstukken wel bij.

Zelfverzekerde ondernemers, glimlachende gastvrouwen en champagnediners horen bij horlogebeurzen als banken bij Zwitserland. Vorige maand school achter het vertoon en de ronkende verklaringen écht optimisme, want na moeilijke jaren zit de export van Zwitserse horloges weer in de lift. Vorig jaar werd de kaap van 11 miljard Zwitserse frank overschreden. Vooral de Amerikaanse en Aziatische markt, samen goed voor zestig procent van de omzet, groeien sterk. Dat de eigen Europese markt achterblijft ? Een kniesoor die erom maalt. Helemaal goed nieuws voor de Zwitsers is dat de groei voornamelijk op conto staat van duurdere mechanische uurwerken. In aantallen is hun marktaandeel klein in vergelijking met kwartshorloges, ze vertegenwoordigen wel zestig procent van de omzet.

Grenzen verleggen

Dankzij de opkomst van mechanische horloges, en de edele materialen en ambachtelijke decoratietechnieken die erbij horen, zoals guillocheren en graveren, stijgt de gemiddelde prijs van uurwerken al enkele jaren. Aan de jongste horlogebeurzen in Basel en Geneve te zien, komt daar niet meteen verandering in. Onder de nieuwigheden waren er zelden zoveel (automatische) mechanische uurwerken, en ook chronografen en complicaties als een tweede tijdzone of een répétition minute worden niet meer door een select clubje van haute horlogers gemaakt. Waardoor die, op hun beurt, de lat nog wat hoger leggen. Vacheron Constantin voorzag zijn Tour de l’Ile zowel boven- als onderaan van een wijzerplaat, gewoon om de zestien in het mechanisme vervatte complicaties toch nog enigszins leesbaar te maken.

“Klassieke horlogemakers die al tientallen, honderden jaren meegaan, beleven hoogdagen”, bevestigt Longines-president Walter von Känel. “Blijkbaar wil de consument zekerheid en dan belandt hij al snel bij de vaste waarden.” Reden te meer voor Longines om alvast wat voorsprong te nemen met zijn nieuwe Master Collection, acht gecompliceerde mannenhorloges die de traditie en het technische kunnen van Longines moeten onderstrepen. De in 2003 gelanceerde evidenza wordt ondertussen uitgebreid met mechanische complicaties als de aanduiding van de maanstanden en de gangreserve. Elk model beschikt over een transparante kastbodem, die het mogelijk maakt het mechanisme te bewonderen. In een snel tempo wordt die inkijk de norm in het segment, net als limited editions.

Afstand nemen van de massa, het klinkt ook bekend in de oren van MarcHayek, patron van Blancpain en zoon van Swatch Group-bons Nicolas Hayek. “Ingewikkelde uurwerken, al dan niet in beperkte oplage, garanderen een zekere exclusiviteit rond een merk, en ze dwingen ons om onze eigen grenzen te verleggen.” Dat horlogemakers en passant de prijzen opdrijven, wil Hayek niet gezegd hebben : “Zulke handgemaakte mechanismen kunnen alleen door vakmensen vervaardigd worden. We kunnen gewoon geen honderden tourbillons maken, tenzij we onze normen zouden verlagen. Met een productie van nog geen tienduizend horloges per jaar, is een zeker prijskaartje dus onvermijdelijk.”

Dat modehuizen of juweliers als Louis Vuitton, Piaget en dit jaar ook Chanel en Van Cleef & Arpels eveneens tourbillons maken, vindt Hayek niet meteen een slechte zaak. Horlogemakers leven immers niet van collectioneurs alleen : “Ze maken complicaties aantrekkelijk voor een publiek dat het product niet van naad tot draad kent, maar zich wel graag onderscheidt. Langzaamaan zal hun kennis wel toenemen, onder meer dankzij internet en de media. Ook de sector zelf schermt zich veel minder af. Informeren is een belangrijke taak geworden voor ons. Niks sluit dus uit dat een Chanel-klant op een dag ook bij ons belandt.”

Niet alleen modehuizen verleggen grenzen. Traditionele horlogers als Breguet en Girard-Perregaux maken met de Type XXI en de Laureato Evo3 eigentijdse sportieve uurwerken, designgerichte namen als Baume & Mercier en Montblanc pakken dit jaar uit met automatische chronografen en gevestigde namen als Patek Philippe en Cartier, dat een damesuurwerk in halssnoervorm lanceert, mikken met speelse ideeën op jonge consumenten. Wie de markt in vogelvlucht bekijkt, concludeert al snel dat momenteel zowat alles op losse schroeven staat.

“Onze sector is altijd zeer gespecialiseerd geweest”, zegt Christiane Dufour, die bij Cartier de ontwikkeling en marketing van nieuwe producten leidt en intussen al dertig jaar in het vak zit. “Vroeger had je horlogemakers, juweliers en modehuizen, hoog en laag û allemaal eilandjes. Nu groeit dat allemaal naar elkaar toe. Design en vernieuwing, in onze wereld vaak vooral een kwestie van verbeteren, zijn geen vieze woorden meer.”

Ook de consument herschrijft de regels, zegt Dufour : “Het wordt moeilijker om mensen te segmenteren. Ze zijn zelfstandiger geworden : criteria als inkomen en leeftijd bepalen hun levensstijl en hun koopgedrag niet meer. Dat geldt zowel voor kleding als horloges, en dus moesten we helemaal anders gaan denken.” Al moeten we geen revolutie verwachten : “Horlogemakers houden niet van snel werk. Tijd is voor hen een fundamenteel gegeven. Daarin verschillen ze van autofabrikanten : wat snel is, is niet goed.”

Over auto’s gesproken, IWC sloot onlangs een partnerschap met Mercedes, en zette dat in Genève in de verf met de nieuwe Ingenieur-collectie, automatische uurwerken van staal of titanium die grote schokken en magnetische krachten weerstaan. “Onze wereld is altijd maximaal 46 millimeter groot geweest”, zegt een productontwikkelaar van het huis. “Piloten- en duikershorloges, dat was ons ding. Partners als Mercedes of de Cousteau Society helpen ons om onze blik te verbreden.We kunnen ons gewoon niet langer opsluiten.”

Dames aan zet

Wie van die omwenteling nog het meest profiteren, zijn dames. Traditioneel sterk technisch georiënteerde huizen als Audemars Piguet, dat vorig jaar vijf nieuwe damesmodellen introduceerde en nu uitpakt met de met diamanttwijgjes bedekte Danaé 1919, richten zich steeds meer op vrouwen. Idem voor Girard-Perregaux, dat met zijn nieuwe Cat’s Eye een tweede tourbillon voor dames lanceert en diverse juweelhorloges voorstelt. Omega van zijn kant lanceert de Omegamania. Het juweelhorloge in hoefijzervorm is gebaseerd op de gelijknamige juwelencollectie van het huis.

Ook het middensegment gaat volop voor dames : zo worden bij Longines, Rado en Tissot (sportieve) herenmodellen vervrouwelijkt met kleurrijke polsbanden en diamanten. Laatstgenoemde lanceert met de Flower Power– en de fonkelende Pre- cious Flower-modellen ook een volwaardige damescollectie. In beide gevallen zijn de uurwerken uitgerust met een kast die openvouwt als een bloem.

“Het was hoog tijd dat we ons meer bezighielden met vrouwen”, zegt Tissot-president François Thiébaud. “De horlogerie was altijd heel macho. Damesuurwerken, dat waren kleinere of aangepaste herenmodellen. Terwijl vrouwen willen aangesproken worden op criteria die zij belangrijk vinden, zoals kleur en tactiele eigenschappen. Te meer omdat hun leefwereld de voorbije decennia zo vermannelijkt is. Horloges zijn een uitlaatklep voor hun vrouwelijkheid geworden.”

En toch. Volgens Christiane Dufour is het taboe op diamanten en andere edelstenen verdwenen en hebben stalen horloges de juwelenmarkt gedemocratiseerd, maar zullen technische mannenhorloges de beide geslachten blijven bekoren. “Al onze mannenhorloges hebben vrouwelijke afnemers, zeker robuuste modellen als de Santos. In een professionele omgeving provoceren vrouwen graag met zulke herkenbare symbolen.” Bij jongere klanten doet zich een soortgelijk fenomeen voor, zegt Dufour : “Die komen niet naar ons voor een modieus horloge met een speelse touch of een duikhorloge. Daar zijn ze veel te nuchter voor. Nee, als jongeren een eerste Cartier-uurwerk kopen, is het vaak een van onze bekendste, meest klassieke modellen, zoals de Tank Americaine. Om maar te zeggen : de consument verlangt niet dat de sector nu alles omgooit. Een beetje standvastigheid en trouw aan onze traditie, daar zullen we het mee moeten doen.” n

Wim Denolf

Walter von Känel: “Klassieke horlogemakers die al heel lang meegaan, beleven hoogdagen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content