Francesco Illy ziet zichzelf graag als het zwart schaap van zijn familie, de Italiaanse koffiedynastie. Zijn eigen onderneming ‘FrancisFrancis!’ heeft het op onze tafels gemunt, met serviesgoed en allerlei lekkers dat de eeuwige rebel nog bekokstooft.

Toen hij nog verantwoordelijk was voor het familiebedrijf lanceerde Francesco Illy (46) een felopgemerkte reeks espressokopjes, versierd door artiesten zoals Robert Rauschenberg, Nam Jun Paik, A.R. Penck of Federico Fellini. De kopjes waren behalve verzamelobjecten ook perfecte marketingvehikels voor het sterke brouwsel van Illycaffè, het Italiaans merk waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1911.

Vier jaar geleden lanceerde Francesco Illy zijn eigen bedrijf. “Ik moest een keuze maken: óf het familiebedrijf voortzetten, óf aan de wieg staan van iets nieuws.” Hij vond de tweede optie een grotere uitdaging, en stichtte vanuit Zwitserland FrancisFrancis! “Aan die naam zit een heel verhaal vast”, vertelt hij in Parijs op de binnenplaats van het Relais du Parc, een restaurant waar Alain Ducasse over de keukens heerst. “In Italië liet ik me Franz noemen, en toen ik naar Zwitserland verhuisde werd ik aangesproken als Francesco. Beschouw Francis als de internationale versie van mijn voornaam.”

De slogan van zijn merk is Never stop being a child, want Francesco Illy gelooft in de eeuwige jeugd.

Het eerste product van Francesco Illy’s onderneming was een espressomachine, X1, uitgevoerd in afgeronde, enigszins nostalgische vormen en pastelkleuren. Een groot succes, ondanks het feit dat de machine enkel kon worden gebruikt met capsules van Illycaffè, een concept dat ook is gebruikt door Nespresso.

Op de koffiemachine volgde vorig jaar een tafelservies dat de naam draagt van Poi ti spiego, wat betekent: ik leg het je later wel uit. Het idee was simpel: “Je laat de kunstenaars in alle vrijheid hun ding doen, en je geeft hen het materiaal in handen dat de industrie heeft toevertrouwd aan vormgevers.”

“Ik kreeg verbluffende voorstellen”, zegt hij. “En dat is wellicht kenmerkend voor de manier waarop kunstenaars tegen het leven aankijken. Ze kwamen aanzetten met vormen die beslist in de smaak zouden vallen bij een minderheid, mezelf inbegrepen, maar die nooit een breed en gevarieerd publiek zouden kunnen bekoren. Bovendien verdroegen de vormen ook geen ander decor dan de versiering die was bedacht door de artiest in kwestie. Na meer dan een jaar vergeefse pogingen zat ik eraan te denken het project stop te zetten. Tot ik plotseling, op een zaterdagmiddag, toen ik niets anders te doen had, een idee kreeg: misschien moet ik alles maar beter zelf doen. En zo begon het gekkenwerk. Eerst heb ik alle borden gemeten die ik in huis had. Op die manier heb ik de ideale verhouding tussen de verschillende stukken berekend. Bijvoorbeeld: hoe breed de rand moest zijn, welke vorm het kopje moest krijgen. Daarna heb ik mijn bevindingen gefaxt naar een vriend, de ontwerper Paolo Rossetti. Eén dag later heeft hij me een pak schetsen voorgelegd. Dat was het startsein voor een heus pingpongspel van telefoons en faxen.”

“Het meest vernieuwende aspect,” zegt Illy terwijl hij een bord van de tafel neemt en tegen het zonlicht houdt, “is de lijn onderaan het bord. Die doet denken aan de rand van een dameshoed en wordt meestal opgeofferd om puur technische redenen. Opmerkingen van het genre ‘dat ziet toch niemand’ zijn voor mij onaanvaardbaar. Elegantie moet ook voelbaar zijn.”

Elegantie, luxe, daar is het Francesco Illy om te doen. Vernieuwing, ook. Hij ziet sfeer als een mogelijke kuur tegen alle kwaad. “Schoonheid, emotie, dat is geen overbodige luxe. Wie tevreden is, leeft langer. Onze grootmoeders kochten hun tafelserviezen van de grote porseleinfabrieken”, mijmert Illy. “En onze generatie schakelde over op wit. Maar daar hebben we nu genoeg van. De laatste jaren werd vaatwerk almaar eentoniger. Dat verklaart ongetwijfeld waarom de consument zijn belangstelling ervoor heeft verloren. Hij heeft geen boodschap meer aan borden – een set van Ikea, Habitat of Casa volstaat meestal wel – en dus moet zijn nieuwsgierigheid worden geprikkeld. Elk servies van FrancisFrancis! bestaat uit zeven genummerde stukken en wordt alleen als volledige set aangeboden, verpakt in een stalen trommel die kan worden gerecupereerd. Er zit een kussentje bij, zodat de trommel bijvoorbeeld kan worden gebruikt als kinderzitje. Twee dozen opeen, met een of twee kussens, vormen een comfortabel zitje voor een volwassene. En drie op elkaar gestapelde dozen met een, twee of drie kussens geven een barkruk van ongeveer negentig centimeter hoog. En met vier opeengestapelde dozen vervang je een gloeilamp. Ik heb het zelf geprobeerd.”

De serviezen zijn gedecoreerd door twee Italiaanse kunstenaars, Roberta Pietrobelli en Marco Lodola, en door de beroemde Amerikaanse architect Philip Johnson. Het opzet is dat kopers verschillende sets combineren. Dat is riskant: een jaren ’80-effect is nooit ver weg, en dat kan niet de bedoeling zijn.

Illy is trots op zijn samenwerking met Johnson, van wie hij recentelijk ook een tentoonstelling in Venetië sponsorde. “Toen ik nog als reclamefotograaf werkte, was een van mijn klanten Julian Niccolini, de eigenaar van The Four Seasons, het legendarische restaurant in New York dat werd ontworpen door Philip Johnson. Vorig jaar lanceerden we de eerste Poi ti spiego-collectie in Le Cirque, een ander beroemd restaurant. Toen heeft Julian me voorgesteld om samen aan een project te werken voor de 40ste verjaardag van The Four Seasons. Dat is, wat mij betreft, het mooiste restaurant ter wereld. Ik heb er dikwijls gegeten. Ik kende het portret dat Robert Mapplethorpe van Philip Johnson had gemaakt, en ik heb hem vaak gevraagd om ook voor mij te poseren. Hij heeft mij altijd gefascineerd, zowel door zijn werk als door zijn uitstraling. De laatste keer dat ik met Julian dineerde, heb ik geopperd om zijn tafelservies te vervangen door een Poi ti spiego-collectie, waarvan het decor zou worden toevertrouwd aan Philip Johnson. Zowel Julian als Johnson waren onmiddellijk bereid, en Johnson kwam met het idee om stadsplannen van het begin van deze eeuw te hernemen. Dat idee om met stadsplannen te werken, was al eens gebruikt door Bob Rauschenberg voor de Illy Collection, de koffiekopjes. Ik was er dus niet echt gerust in, ik vond het een beetje repetitief. Maar Johnson stelde me meteen gerust: het wordt iets volstrekt anders. En hij had gelijk: het bewijs dat je, vertrekkend van hetzelfde idee, totaal verschillende resultaten kunt krijgen. Johnson is 93, maar hij gedraagt zich als een kind. Hij zegt: ‘Ik ben heel mijn leven jong gebleven, en toch ben ik oud geworden.’ Dat past perfect bij de boodschap die we met FrancisFrancis! willen uitdragen. Hij is enorm sympathiek. Met twee woorden, een simpele geste, verandert hij de mood van een conversatie.”

De volgende stap? Eerst olijfolie, dan pasta. De olie, verpakt in reusachtige flacons, is al op de markt, en wordt binnenkort ook in ons land verdeeld – door designzaken die ook de espressomachines en het vaatwerk verkopen. Prijs: zo’n 1.200 frank.

De pasta wordt nog op punt gesteld. In Parijs konden we er al van proeven, maar ondanks Illy’s enthousiast gepalaver proefden we geen enorm verschil met doordeweekse Barilla of DiCecco. Misschien wordt het gamma later aangevuld met wijn. Francesco Illy bezit enkele wijngaarden, en kan oeverloos praten over zijn favoriete bourgognes.

Maar zijn grootste uitdaging is koffie. Illy droomt ervan zijn eigen merk te beginnen. Een luxelabel, vanzelfsprekend. De familie pruttelt vooralsnog tegen. “Ze zijn bang dat ik Illycaffè zou kannibaliseren, maar ik ben het daar niet mee eens. Enfin, we zien wel.”

Voor verkooppunten zie pag…..

FrancisFrancis!: Tel. (011) 26.25.80

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content