VOLG DE AUGURK

Het binnenmeer bij Köthen, ideaal voor een pilsstop. © THOMAS BECKER, CHRISTOPH BECKER, KARL LIBERZ

Vlak, rustig, eindeloos. Oostelijk Duitsland is een onbekend fietsparadijs, met de Gurkenradweg als perfecte illustratie. Twee Belgen en drie Duitse vrienden combineerden tien dagen lang natuur en cultuur.

Daar stonden we, de dorst te verdrinken met halve liters pils aan de oever van de Köthener See. Vijf mannen, vijftigplussers, de oudste al een zeventiger. De wereld was mooi en werd nog paradijselijker toen een jonge Duitse, oben ohne, het meer indook om er langoureus van de hitte van de dag en de koelte van het water te genieten. We grinnikten naar elkaar over zoveel zelfbewust genot. Nog niet vertrokken en onze tocht was al half geslaagd.

De Gurkenradweg was ons voorgesteld door Thomas, een Hamburgse vriend, en is een meerdaagse fietslus door het landelijke Spreewald ten zuidoosten van Berlijn. Het bleek een ideale bestemming om het hoofd leeg te fietsen. Vanaf de eerste avond in het oude jeugdherberghuisje was het al raak. De nacht zonk er weg in een diepe rust zoals die alleen ver weg op het platteland nog heerst. Geen lawaai, hooguit wat geruis van wind en een hond die kefte. Of was het een vos ?

DE ULTIEME FIETSERVARING

De tocht ging prachtig van start op aardewegen door een heuvelende bosrug met diepliggende vennen. Tot we op vers gestort grind stootten waarop nauwelijks te fietsen viel. Zeker niet voor de ligfietser en de senior van het gezelschap. Gelukkig was het maar voor een paar kilometer, en uiteindelijk bleek het de enige strook van bedenkelijke kwaliteit. De rest van de tocht liep nagenoeg perfect, onder meer over talloze fietspaden met heerlijk glad asfalt die langs hooilanden en riviertjes kronkelden. Zo glad dat ook inlineskaters er graag over wegzoeven, en op veilige afstand van de grote baan. Na de val van de Muur heeft het eengemaakte Duitsland zwaar geïnvesteerd in zijn oostelijke gebieden. Het fietspadennet is er slechts één voorbeeld van, en het maakt het er heerlijk fietsen. De smalle fietspaadjes door bossen en langs akkerranden voeren je door een intense belevening van geuren, kleuren en spelend licht. Een ultieme fietservaring, die nooit verveelt en eindeloos mag duren. Op de lange kaarsrechte wegen langs kanalen en polderland verlies je dan weer elk gevoel van tijd en ruimte en vloeit het fietsen over in meditatie. Behalve bij ruwe wind en regenvlagen, maar gelukkig bleven die ons bespaard. Het weer is overigens een merkwaardige troef die de streekbewoners graag uitspelen tegenover toeristen. De Lausitz, zoals de streek tussen Berlijn, Dresden en de Poolse grens genoemd wordt, geniet volgens hen van een uniek microklimaat. Koud en guur in de winter, maar warm en droog in de zomer. En inderdaad : terwijl de rest van Duitsland verzoop onder onweer en hoosbuien, genoten wij van een heerlijk weertje.

Bij momenten was het zelfs erg warm, maar in een binnendelta zoals het Spreewald met overal water is dat niet echt een probleem. Overal langs het water zie je mensen een duik nemen. Het bruine water ziet er weliswaar niet aantrekkelijk uit, maar de kleur is volkomen onschuldig want een gevolg van de humusrijke bodem. Verder is het water vrij helder en zuiver. Ideaal voor een chloorvrije zwempartij.

GURKENFLIEGER

Die goede waterkwaliteit is deels te danken aan de biologische landbouw die hier hoog scoort. Op ongeveer zeventig procent van het land wordt biologisch-organisch geteeld. De Spreewald-augurken, waar de fietsroute naar genoemd werd en die je tot in ons land in de winkelrekken vindt, zijn een topproduct van deze streek. De vochtige, vruchtbare ondergrond is er de ideale kweekbodem voor. Die augurken worden geoogst met Gurkenflieger. Dat is een geintje, want deze logge oogstmachines mogen dan met hun ‘vleugels’ aan beide zijden wel wat op een vliegtuig lijken, ze kruipen tergend traag over het landschap. Ze leken ons een praktische grap van Panamarenko, tot we een blik wierpen op de grauwe realiteit in die vleugels, waar plukkers hele dagen onder verstikkend zeildoek op hun buik liggend naar augurken graaien terwijl het veld onder hen doorglijdt. Een hondenjob voor goedkope, meestal Poolse gastarbeiders. Helaas vergeet je dat weer wanneer je het resultaat proeft : augurken met mosterd of citroen, pikant of zacht, zoetzuur of vergist enzovoort. Ze hebben de meest uiteenlopende smaken en je moet ze zeker proeven. Wat geen probleem is, want je vindt ze op elke straathoek.

Het Spreewald is een uitgestrekte binnendelta met polders tussen een kluwen van waterlopen en kanalen met aan de randen zandruggen en eindeloze, droge dennenbossen die aan de Kempen doen denken. Het is een landschap dat uit de laatste ijstijd stamt. Zo’n 275 kilometer van deze inlandse lagune is bevaarbaar en geregeld zie je kanovaarders en kajakkers voorbijpeddelen. Het rustige water is geschikt voor iedereen, zelfs voor ouders met kleine kinderen en baby’s. Op heel wat plaatsen kan je bootjes huren. Hebben en houden gaat in waterdichte tonnen en zo peddel je naar een volgende kampeer- of rustplek. Je kunt je ook laten varen, in een oude platbodem of Kahn, zoals hij lokaal heet. Lübbenau, het plaatselijke Bokrijk met kanalen, is het onovertroffen centrum van deze vorm van toerisme met zijn obligate stops langs restaurants en schnapsverkopers.

FRIS IN DE KLEUR

Bij hun verkenningen van Oost-Duitsland net na de Wende in 1989 stootten onze Hamburgse vrienden op grijze steden en dorpen. Alles leek overgoten met een cementlaag waar de ellende vanaf droop. De omwenteling is groot. Af en toe zie je nog een kolchoz of een ander restant van het vroegere regime, maar steden en dorpen sprankelen weer van de frisse pastelkleuren die voorheen zo kenmerkend waren voor deze streken.

In Cottbus arriveerden we in een aangename provinciestad met mooie pleinen, gezellige koffiehuizen, en enkele architecturale parels. Het Staatstheater uit 1908, een robuust blok, kreeg van architect Bernard Sehring elegante jugendstillijnen. De universiteitsbibliotheek uit 2004 van het Zwitserse architectenduo Herzog & de Meuron is nog zo’n hoogstandje : een wonderlijke constructie als een amoebe, met een golvende façade van melkglas vol letters en cijfers. Cottbus, kortom, is een geslaagde mix van een historische stadskern met moderne voorzieningen, en een culturele opkikker na tien dagen fietsen in het groen.

DOOR JAN ETIENNE & FOTO’S THOMAS BECKER, CHRISTOPH BECKER, KARL LIBERZ

De tocht loopt over fietspaden met heerlijk glad asfalt, die langs hooilanden en riviertjes kronkelen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content