De Parijse couturier Eric Bergère vindt minimalistische interieurs burgerlijk en arm. Hij is niet bang voor kleurrijke ornamenten en houdt van theatrale decors.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

“Ik vind ze prachtig, omdat ze groot en stevig zijn en bekleed zijn met leder en ijzeren spijkers”, zegt hij. Hij houdt niet van petieterige objecten, maar verkiest fors en ietwat opzichtig meubilair. Dat geldt ook voor de decoratievoorwerpen die hij kiest, zoals de prachtige fifties-vaas in de vorm van een globe. Toch heeft zijn flat ook iets zeer Brits. Het neogotisch bed, de blauwe slaapkamer en de gifgroene stoelen in de eetkamer zijn daar bewijzen van. “Ik heb die stoelen niet gekocht om hun vorm die een beetje zwak is, maar voor die felgroene kleur, een tint die je bijvoorbeeld ook aantreft in een Engelse club in Londen. De Britten hebben een patent op kleuren die afschuwelijk, maar fascinerend interessant zijn”, legt hij uit. Dit is ook het bizarre palet van de jaren zeventig dat hij graag combineert met de donkere sfeer van de Napoleon III-stijl. “Het is gek dat wij deze flat niet echt als typisch Parijs beschouwen, terwijl Madonna, die hier ooit te gast was, mijn interieur als zeer Frans bestempelde. Ze was er trouwens helemaal weg van en stelde over alles vragen. Ze zag het dus anders dan wij. Is het niet fascinerend hoe verschillend impressies kunnen zijn, van mensen uit verschillende culturen?” vraagt Bergère zich af.

Voor hem is dit interieur een theaterdecor: “Niets hier is echt serieus of heeft veel waarde, alles is een beetje vals, trompe-l’oeil. Maar de objecten veroorzaken wel veel emotie. Als je ervoor staat, roepen ze verhalen op. Van veel objecten zou je kunnen vermoeden dat ze ooit op een podium stonden als decor. Dat geeft aan de flat een mysterieuze, wat nostalgische sfeer die je ook terugvindt op antieke vanitasstillevens. Daar ben ik gek op. Schilderijen vol symboliek en met een dramatische sfeer. Ook al gaat het om dode objecten en is het een stilleven, eigenlijk leeft alles.”

Tegenwoodig is zo’n decorum uiterst gedurfd. Het vergt ook een hele inspanning om zoiets stijl- en sfeervol samen te brengen en te kneden tot een harmonieus geheel. Kijk even naar de badkamer: een fascinerende compositie, net een antieke salon, en toch passen daar die blitse stapschoenen bij. In de schijnbaar klassieke slaapkamer staat een flashy lamp uit de seventies. In de zitkamer zorgen barokke vergulde lijsten uit Peru voor een opulentie die we niet meer gewend zijn. Dit decor is vrij voyant, ook al ervaar je dat niet zo bij de eerste oogopslag.

“Ik ben niet bang van kleuren en ornamenten, van versiering dus”, vertelt Eric Bergère enthousiast. “Het probleem met het minimalisme is dat men begint te denken dat dit dé stijl van nu is en dat er geen plaats meer is voor iets anders. Mensen denken dat ze zeer creatief en avant-gardistisch zijn met hun minimalisme, maar dat is niet zo. Die stijl is intussen ingeburgerd en dus burgerlijk. Wie daarvoor kiest, heeft eigenlijk weinig smaak of fantasie, en wil dat niet toegeven en durft ook geen risico te nemen.” Een gewaagde uitspraak die toch wat gewicht in de schaal werpt, want ze komt van iemand met geraffineerde smaak, die daar diep over nadenkt.

Eric Bergère bedoelt dus dat je met een designinterieur minder risico neemt, dan met zijn eclectische escapade. Volgens hem is het niet omdat je een huis bewoont vol oude spullen, dat het daarom een ouderwets interieur is. Hij heeft ook in zijn jeugd met oudheden leren leven, want hij komt uit Troyes, een middeleeuwse stad in de buurt van Parijs. “Een stad met zeven kerken en een kathedraal, echt middeleeuws van karakter, een beetje zoals Parijs er vroeger moet hebben uitgezien. Dat is prachtig,” zegt hij vol hartstocht, “je leeft er gewoon met het verleden zonder dat je het als een museum beschouwt.” Bergère houdt er niet van om heden en verleden zo strikt te scheiden: ze vloeien meer in elkaar over dan je denkt. “Dat heb ik goed beseft toen ik Herculanum bezocht”, verduidelijkt hij. “Daar staan prachtige huizen. Mooier dan de huizen van Pompeji die veel groter zijn. Het zijn kleine simpele woningen die helemaal op de natuur zijn georiënteerd. Ze hebben een binnenpleintje en zijn eigenlijk verrassend modern van stijl. Het is ontroerend om te ontdekken dat je daar, in iets dat zo oud is, probleemloos zou kunnen wonen. Op zo’n moment relativeer je alle trends en stijlen. Mocht ik ooit een huis laten optrekken, dan gebruik ik zeker dat stokoude bouwplan.”

curriculum

Modeontwerper Eric Bergère belandde op zijn twintigste in Parijs waar hij gedurende acht jaar volledige collecties ontwierp bij Hermès. In 1988 werkte hij freelance voor Erreuno in Milaan, waar hij vooral jassen tekende. Ondertussen begon hij voor Lanvin en Jun Ashida cocktail-, avond- en bruidsjurken te tekenen met de bijbehorende accessoires: juwelen, hoeden, schoenen, sjaals… Vervolgens was hij ook actief voor het merk Inès de la Fressange en bedacht hij brilmonturen voor Ishiyama Optical, schoenen voor Harel en Bruno Magli en lederwaren voor Sinclair-Venise. In 1996, hij was toen 35 jaar oud, pakte hij uit met zijn eigen collectie voor dames en heren. Ondertussen worden zijn collecties wereldwijd aangeboden. Vooral in Azië, meer bepaald in Japan heeft hij een enorm succes. Hij heeft trouwens in Tokio een persoonlijke winkel. In Parijs kan je zijn ontwerpen vinden in de rue de la Sourdière, 16 (1ste arrondissement).

En zopas werd bekend dat hij een van de ontwerpers was van Beautiful People, de nieuwste (duurdere) lingeriecollectie van Dim.

Info: net-a-porter.com.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content