Soms spijt het mij weleens dat ik niet meer voor de populaire krant werk, zeker als ik mijn collega’s van weleer spannende avonturen zie beleven. Zoals een week lang op huizenhoge Louboutinschoenen Astrid Bryan en blonde Olga achternaklossen. Een reportage van een pagina, verlucht met grappige foto-onderschriften : ‘Het huishouden op hoge hakken vergt enige creativiteit. Zoals de afwas al zittend op het aanrecht doen.’ Dat had ik ook willen doen, denk ik dan. Waarom gaan de leuke klussen altijd naar anderen ? Onlangs nog, toen een andere redactrice bij haar thuis de kleefkracht van talrijke merken post-its mocht uittesten om met die participerende journalistiek een krantenpagina te vullen. Het zijn van die momenten waarop je weer beseft dat de pen machtiger is dan het zwaard, en dat journalistiek het mooiste beroep is ter wereld.

Dezelfde krant levert overigens nog meer nieuwsitems op die het hart doen zingen, zoals de opkomst van het pop-upbordeel, koken met uitheemse dieren die zich te snel voortplanten en een unieke blik in de vorstelijke agenda van ‘Koning Filip, workaholic’. Dan is er het verhaal van de Amerikaanse rijkeluiszoon die op zijn zestiende vier mensen doodreed, maar er met een voorwaardelijke straf van afkomt. Volgens de rechter is hij zo verwend dat hij het verschil tussen goed en kwaad toch niet meer inziet. Dichter bij huis : de triestige zaak-Tryksza. Antwerpenaar schopte prostituee dood na ruzie over 25 euro. Kreeg geen waar voor zijn geld en ‘was efkes zijn eigen niet meer’. Het kan de beste overkomen.

Mochten buitenaardse wezens op aarde landen en een populair dagblad aantreffen, zij zouden zich niet snel genoeg terug naar hun vliegende schotel kunnen spoeden teneinde weer sfeervoller verlichte centra van de sterrenstelsels op te zoeken. Bij thuiskomst zouden ze wellicht aan hun opper-alien rapporteren : “Dat blauwe planeetje, het derde gerekend van de kleine ster in die donkere uithoek ? Hopeloze kwestie !”

Gelukkig verschuilt zich, tussen alle andere berichtgevingen, af en toe iets dat mij tot dromen kan verlokken. Zoals het nieuws van de oudste menselijke voetsporen die zijn ontdekt in het slib van een oude inham in Happisburgh in het United Kingdom. Nu heb ik voetsporen altijd al geheimzinnig gevonden. Ze doen denken aan de Verschrikkelijke Sneeuwman en aan de boeken van Agatha Christie. Maar voetsporen van achthonderdduizend jaar oud, dat is nog iets heel anders. Dat behoort tot het soort dingen die tot mijn verbeelding spreken, vooral als er bijstaat dat de voetsporen van zowel kinderen als volwassenen waren : “Het betreft duidelijk een gezin, eerder dan een groep jagers.”

Wie zouden ze geweest zijn ? Hoe zouden ze eruitgezien hebben ? Gebruikten ze koosnaampjes als ze elkaar zaten te ontvlooien en droomden ze weleens van de NVA, de PS en de rest van de wereld die wij nu om ons heen zien ? Sinds hun tijd is alles veranderd, behalve dat mensen nog altijd een hart hebben en twee voeten om het aardoppervlak te bewandelen. Misschien zei een van die kindjes iets grappigs toen ze daar stonden, en lachten hun ouders zoals ouders nu ook nog doen, bijna een miljoen jaar later. Het zijn van die dingen die mij kippenvel bezorgen. De tijd is een van de weinige heersers waar ik ontzag voor kan voelen.

De Happisburghmensen waren tussen de 90 cm en 1 meter 70 lang, weten de wetenschappers, met hun gewoonte altijd een slag om de arm te houden. Over één ding nog kunnen ze uitsluitsel geven : ze liepen niet op Louboutinschoenen.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

“Dat blauwe planeetje, het derde gerekend van de kleine ster in die donkere uithoek ? Hopeloze kwestie !”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content