Deze maand kwam er, na zes jaar discussiëren, schot in het dossier van de Antwerpse voetbalstadions. In 2014 zouden zowel Germinal Beerschot als Antwerp hun intrek moeten nemen in een nieuwe voetbaltempel op Petroleum Zuid, een industriële site aan het zuidelijke eind van de Scheldekaaien.

Niet dat ik betrokken partij ben. Reeds als kind bleek ik immuun te zijn voor de voetbalmicrobe, en zij voor mij. Op het veld maakte ik indruk met twee linkerbenen, en op school werd ik garanti naar de goal verwezen, tot wanhoop van de ploeg die met me opgezadeld zat. Mijn kamer lag echter bijna in de schaduw van het Beerschotstadion, en dus joeg het gejuich van de menigte geregeld vonken door mijn hoofdkussen. En als de ‘Kielse ratten’ een nederlaag leden, dan volgde achteraf het rumoer. Het gewrocht in de achtertuin, volgens de lezers van Het Laatste Nieuws een van de lelijkste stadions van het land, maakte het leven op ’t Kiel er dan niet gezelliger op.

Op papier heeft de multiculturele volkswijk bezuiden de Antwerpse ring nochtans troeven genoeg. Ze ligt op tien minuten van het centrum en een steenworp van grote verkeersaders, en haar annalen vermelden de Olympische Spelen van 1920 én de Wereldtentoonstelling van 1930. Uit die periode dateren ook de eerste socialewoningcomplexen, later gevolgd door de ‘blokken’ van Renaat Braem.

Maar ’t Kiel, dat is een kleurdoos, zoals Axl Peleman zijn geboorteplaats noemde. Een plek waar culturen uit alle hoeken van de wereld samenkomen en hun gedacht zeggen, ook al is de omgeving daar amper op voorzien. De bouw- en infrastructuurwerken zorgden bijvoorbeeld nauwelijks voor pleinen en ander bindweefsel, en in de jaren negentig kon de wijk niet meeprofiteren van de renovatiewoede in de Scheldestad. De middenstand verloor zijn cliënteel aan de winkelcentra, en met de verarming volgde de verzuring. Tegen de tijd dat ik in Brussel ging studeren, buste het Vlaams Belang er regelmatig drukwerk.

Om maar te zeggen : voetbal is niet het probleem. De voorbije jaren werd er overigens geïnvesteerd in de renovatie van woontorens en vitale straten, al heb ik die monumentale luifels van de B-architecten nog steeds niet begrepen. Een modern winkelcentrum, nieuwe woonprojecten en een facelift van het Kielpark lokken echter weer jonge gezinnen, en onlangs was er de opening van Zappa, een competentiecentrum dat jongeren cursussen en workshops aanbiedt.

Op een stadion is een drukbevolkte woonwijk als ’t Kiel echter niet berekend. Dat bleek nog eens eind april, toen na de match Germinal Beerschot – Club Brugge honderden heethoofden slaags raakten met allochtone jongeren. Auto’s, straatmeubilair, rioolroosters, bloembakken en vitrines moesten eraan geloven, en ook enkele buurtbewoners deelden in de klappen.

Het multifunctionele stadion op Petroleum Zuid stoort alvast niemand. En naast de verkeersstroom en parkeerproblemen zijn ook incidenten er gemakkelijker te beheersen. Olympia 2020, het buurtinitiatief dat al nadenkt over de bestemming van het Beerschotterrein, houdt de druk echter best op de ketel. De stad, de Vlaamse overheid en het havenbedrijf moeten de financiering van het honderd miljoen euro kostende project nog rond krijgen, het eens worden over de invulling van de volledige site, en de zwaar vervuilde bodem saneren. De clubs staan bovendien niet te trappelen om samen te hokken, en er is het stadion zelf, dat volgens de stad weer een architecturaal landmark moet worden. De spelers hoeven hun lockers dus nog niet leeg te maken.

Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content