Soms vind ik het weird dat het mensen bij wet is verboden in hun natuurlijke toestand over straat te lopen. Dat je, met andere woorden, kleren moet dragen om te vermijden in de gevangenis te worden opgesloten. Vaak vind ik dat jammer, soms juich ik het toe, bijvoorbeeld als ik in de publieke ruimte de gevolgen gadesla van zwaartekracht en leeftijd.

Nu is het dragen van kleren iets wezenlijks dat ons onderscheidt van de andere dieren, zoals ook het gebruik van woorden, het begraven van de doden en het bestaan van nummers waar je naar kunt bellen als er iets grondig fout loopt: de brandweer, de ambulance, de zelfmoordlijn, het antigifcentrum en de kliklijn bij de fiscus. Al die nummers – misschien uitgezonderd het laatste – dienen het simpele doel zoveel mogelijk mensen in leven te houden. Dat leven moet koste wat het kost worden bestendigd, ook al is het niet altijd een pretje, bijvoorbeeld als je eenzaam bent, worstelt met liquiditeitsproblemen of last hebt van fistels – omstandigheden die een niet te onderschatten deel van de bevolking treffen.

Zelf heb ik goddank geen last van fistels, de dubbelzijdige noch de blinde, maar bij momenten kan ik mij wel eenzaam voelen. Dat is jammer aangezien ik in wezen een toffe gast ben, die nooit domme moppen vertelt, maar altijd bereid is een gulle lach te schenken aan de domme moppen van een ander. Misschien is het een nadeel dat ik, tijdens gesprekken met leuke vrouwen, de neiging heb de conversatie af te laten dwalen in de richting van vliegdekschepen in de Pacific ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.

De meeste vrouwen kunnen daar wel tegen. Het zijn dappere wezens, die er niet voor terugdeinzen inlegkruisjes te dragen met vleugeltjes, of T-shirts waar eigenaardige dingen op gedrukt zijn. Mademoiselle en baskets, las ik onlangs op de buik van een piepjong meisje. Een rijpere vrouw droeg een banaan op haar T-shirt ter hoogte van haar tepelhoven, terwijl elk zinnig mens weet dat je fruit beter kunt scheiden van erogene zones. Een derde dame verhulde haar naaktheid in een T-shirt met de tekst: happy at the weekend. Daar ging iets triests van uit, te meer omdat de woensdag nog maar pas was aangebroken.

Die vrouwen hadden met elkaar gemeen, en met talloos veel andere personen, dat zij op zoek waren naar de liefde zonder dat met zoveel woorden te zeggen. Iedereen is op zoek naar de liefde, altijd, hoewel weinig mensen dat gemakkelijk zullen toegeven. Het is wat ons verbindt, of wij nu kloosterzuster zijn of biatlonbeoefenaar. Zelf denk ik ook regelmatig aan de liefde, dat vreemde verschijnsel dat begint met een zoen en niet zelden eindigt in een rechtszaal. Soms praat ik liever over andere dingen. Zoals keukens van Donald Muylle, vliegdekschepen in de Pacific of – als een luchtiger noot dient te worden aangeslagen – onze strijdbare jongeren in Syrië.

“Syriëstrijders,” opperde een collega, met die hebbelijkheid van mensen om altijd weer nieuwe dingen te willen zeggen, “dat woord heeft toch iets heroïsch? De leider van de terroristen noemen de media het meesterbrein, zelfs als de springstof ontploft in de poten van zijn handlangers. Of de lonely wolves: welke loser voelt zich door die omschrijving niet aangesproken? Je zou van minder terrorist worden.”

Het is waar, dacht ik : voetbal en geweld worden opgehemeld, in tegenstelling tot het nuttige werk van de poetsvrouw of schadebeheerder. Ik wond me daarover niet op, maar dacht aan The rivers of Babylon. En aan een verweerde muur waar de zon op heeft geschenen, ver weg in de oranje dieptes van de jaren zeventig.

jp.mulders@skynet.be

JEAN-PAUL MULDERS

Ze verhulde haar naaktheid in een T-shirt met de tekst: happy at the weekend. Daar ging iets triests van uit, te meer omdat de woensdag nog maar pas was aangebroken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content