In de fifties maakte Vladimir Kagan furore met zijn organische, ronde meubelen. Sinds enkele jaren is er een soort van Kagan-revival aan de gang. Samen met zijn vrouw Erica Wilson woont hij in een kleurrijk appartement in New York. Hoewel zijn meubelen veeleer sober zijn, baadt de flat in een sfeer van ‘more is more’. Erica en Vladimir zijn dan ook rasechte verzamelaars.

Hilde Bouchez / foto’s Verne

Let maar niet op de rommel, de poetsvrouw is tachtig. Ze geeft de vogels te eten, maar vergeet vaak te poetsen.” Erica Wilson (73), de vrouw van meubelontwerper Vladimir Kagan, verwelkomt me hartelijk. We lopen naar de living en ik zie plots wat ze bedoelde met ‘de vogels’: linksachter in de living staat een enorme vogelkooi vol tjirpende vinken. Vladimir (75) veert recht uit zijn sofa, schudt me de hand en nodigt me uit om plaats te nemen naast hem. Met ons drieën zitten we in Kagans groene Omnibus-sofa. De Omnibus, een ontwerp uit de jaren vijftig, bestaat uit losse delen die op verschillende manieren gecombineerd kunnen worden. Eén deel is hoger dan alle andere, waardoor er een multi level-effect ontstaat. Erica: “Wanneer de mensen me vragen waarom dat ene deel van de sofa zo hoog is, zeg ik altijd dat het Vladimirs troon is. Nee, serieus, Vladi’s meubelen zijn een uiting van zijn persoonlijkheid, hij is een heel sociaal persoon, hij houdt van mensen. Met een sofa als deze wordt je woonkamer een zeer geanimeerde ruimte met zitplaats voor heel wat mensen.”

De living is een bonte verzameling schilderijen, kussens, snuisterijen en natuurlijk: vogels. Ik zie Haïtiaanse schilderijen en Mexicaanse objecten, een masker uit Venetië, massa’s geborduurde kussens, een landschapsschilderij van zoon Ilya Kagan en een stuk plastic speelgoed dat de kleinkinderen er achtergelaten hebben. Vreemd voor een ontwerper wiens stijl toch veeleer sober is. “Ik ben een gulzige minimalist, ik word naar kleuren getrokken zoals een bij naar een bloem. Ik ben ook een verwoed verzamelaar, vooral van glaswerk en porselein. Ik hou van biedermeier, art nouveau, Gaudi, Arts & Crafts, alles wat op een bepaald moment een breuk betekende met de traditie. Ook koester ik een voorliefde voor Victoriaanse kunst; in mijn ogen de eerste modernistische stroming na het classicisme van de achttiende eeuw. Ik ben ook gek op stoelen, volgens mij vormen stoelen de signatuur van een designer. Mijn jongensdroom heb ik echter nooit waargemaakt: auto’s verzamelen. Ik heb al een Model T Ford uit 1922 en Land Rover uit 1972, maar ik beschik niet over plaats voor een echte autoverzameling. Gelukkig maar, ik ben nu al de slaaf van mijn verzamelingen.”

De kleurrijke toets in het interieur van de Kagans heeft ook te maken met het beroep van Erica, een van de bekendste needlework- of embroidery-ontwerpsters van Amerika. Ze is Ierse van origine, en kwam in de jaren vijftig naar de Verenigde Staten om er les te geven in handwerk. “Op een avond ging ik naar een fancy dress ball met mijn vriendje. We waren allebei verkleed als zwarte poedels, ik had zelf de pakken gemaakt. Vladimir was daar ook, en hij viel als een blok voor mijn zelfgemaakte poedelpak” (lacht). Erica trouwde met Vladimir en werd bekend met haar needlework-boeken, waarin ze op een eenvoudige manier uitlegde hoe je kussens, spreien en kleren kon versieren met wollen garen. Ze schreef er in totaal zestien en het werden allemaal bestsellers. In de Verenigde Staten kende men immers geen borduurtraditie, moeders leerden hun dochters enkel quilts naaien. Later opende ze twee boetieks met haar eigen ontwerpen, eentje in New York en eentje in Nantucket (Cape Cod), waar de Kagans hun weekendhuis hebben.

De hippie-chictrend van de afgelopen seizoenen zorgde voor een revival van borduurwerk en voor een herontdekking van Erica’s boeken. Anna Sui noemde Erica’s werk ‘inspirerend’ en vroeg haar om een serie gebloemde handtasjes uit te werken. Daar is Erica nu, op haar drieënzeventigste, mee bezig. Ze weet me te vertellen dat ook Missoni ‘iets’ met haar wil doen.

Het gekke is dat ook Vladimirs werk sinds enkele jaren opnieuw in is. Herontdekker van de Kagan-meubelen uit de fifties was het Italiaanse Fendi. Vladimir en Erica trokken naar Italië, en onderhandelden er met meubelproducent Clubhouse Italia. Sindsdien worden licht gemoderniseerde versies van Kagans meubelen geproduceerd. Op hun oude dag zijn Vladimir en Erica dus hipper dan ooit.

Modern antiek, zo bestempelen sommige kenners vandaag Kagans werk. Anderen hebben het over retro. Vladimir: “Noem het alstublieft geen retro, ik haat dat woord. Ik ben altijd bekend geweest om mijn organische, ronde vormen, maar in feite werk ik heel architecturaal. Soms denk ik wel eens: was ik maar architect geworden. Waarom? Een meubel is altijd gebonden aan ergonomische grondbeginsels. Natuurlijk zit daar net de uitdaging: de kunst bestaat erin die beperkingen te overstijgen. Bij een gebouw of monument heb je echter de totale vrijheid, en dat moet fantastisch zijn. Hoe onpraktisch gebouwen ook zijn, niemand vraagt zich af hoeveel ze gekost hebben. Een gearriveerde architect kan dicteren wat er moet gebeuren, hij is vrijwel aan niets meer gebonden. Ik probeer dat ook. In feite tracht ik met meubelen te doen wat Oscar Niemeyer met gebouwen doet.”

Een opdracht waarin Vladimir zich helemaal kon uitleven, was het glas dat hij mocht ontwerpen voor een reclamecampagne van het ginmerk Bombay Sapphire. “Dat was heerlijk, ik hoefde niet te denken aan de bruikbaarheid van het glas, het zou toch nooit geproduceerd worden. Ik mocht zover gaan als ik wou.” De Kagans hebben een van de twee uitgevoerde glazen (het andere werd gebruikt voor de reclamefoto) in hun huis staan. Het glas heeft een enorme voet in de vorm van een omhoog krullende citroenschil. Niet echt handig om uit te drinken, maar visueel sterk.

Alhoewel Vladimir en Erica nooit samengewerkt hebben, zijn er in hun huis meerdere voorbeelden van artistieke kruisbestuivingen tussen de twee echtgenoten te vinden. In de living is Kagans Omnibus-sofa bedolven onder Erica’s geborduurde kussens, het grote geappliqueerde kussen maakte ze zelfs naar een ontwerp van Vladimir. Ook de schommelstoel is voorzien van een stoffen bekleding die door Erica versierd werd met traditioneel borduurwerk. Nergens vloekt de combinatie van Vladimirs modernisme en Erica’s traditionelere versieringen. Integendeel, het interieur krijgt er een bijzondere, eclectische toets door en straalt iets zeer knus en huiselijks uit.

Het feit dat Kagans meubelen uit de jaren vijftig vandaag aan een revival toe zijn, betekent geenszins dat hij geen nieuwe modellen meer ontwerpt. Hij tekent nog steeds nieuwe collecties en laat die produceren in de VS. Hij laat me enkele kleimodellen zien van nieuwe ontwerpen en het begint me te dagen wat hij bedoelt met de architecturale dimensie van zijn meubelen. Zijn nieuwe ontwerpen hebben nog steeds die ronde vormen, maar ze tasten stuk voor stuk de grenzen af van het meubel als gebruiksvoorwerp. Meubelen die zeer fantasierijke vormen hebben, een huis volgestouwd met bonte snuisterijen van over heel de wereld… Ik kan me moeilijk voorstellen dat Vladimir Kagan zijn inspiratie haalt uit het New Yorkse stadsleven. Vladimir: “Soms krijg ik een idee tijdens mijn dagelijkse ochtendwandeling door Central Park, maar ik put mijn inspiratie vooral uit mezelf, niet zozeer uit mijn omgeving. It’s all in the mind, om te creëren moet ik me gewoon gelukkig voelen.” Hij kijkt naar Erica en ze lacht terug.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content