De vermaarde Nederlandse bloembinder Marcel Wolterinck verzamelt oudheden, richt interieurs in, ontwerpt huizen en meubelen en heeft nog tijd over voor meer : een vat vol energie en inspiratie.

* Meer info : Wolterinck, Naarderstraat 13, Laren.

+31 35 538 39

Afspraken met Marcel Wolterinck maak je in etappes, de afgesproken datum wordt wel eens uitgesteld. Op de dag van het rendez-vous moet je er de onverwachte telefoontjes bijnemen. Maar hij verontschuldigt zich dan met : “We moeten deze namiddag nog een feest voor honderd man opluisteren, begrijp je ?” Hij heeft het ontzettend druk, omdat hij over een onuitputtelijke energie beschikt. Amper zes jaar oud wist hij dat hij bloembinder zou worden. Als tienjarige schoffelde hij in tuinen en verkocht zelfgekweekte plantjes aan voorbijgangers. Hij werd uiteindelijk meer dan alleen bloembinder. Marcel richt woningen in, ontwerpt ze soms zelf, tekent samen met Gery Nelissen meubilair en geeft feesten en evenementen vorm.

Natuurlijk richt hij ook tuinen in. Niet zelden met de Vlaamse buxusantiquair Marcel Cornille, die hij heel elegant Marcel senior noemt. Ze werken niet enkel samen, maar delen heel wat passies, zoals het verzamelen van tijdloze en archaïsche oudheden : Afrikaanse armbanden, architectuurfragmenten en prehistorisch vaatwerk uit Azië. En dan is er ook nog zijn bloemenzaak in Laren, een oud dorpje tussen Utrecht en Amsterdam. Laren is trouwens een uitgelezen plek voor de Nederlandse beau monde, vergelijkbaar met Het Zoute, waar je in een prachtig landelijk kader vol oude villa’s met rieten daken, exquise winkels ontdekt.

Marcel runt er een zaak die tegen begin volgend jaar uitgroeit tot een interieurtempel. Met zijn vrouw Anja is hij volop aan het werk in een pand van liefst 1500 vierkante meter groot waarin naast bloemen en planten ook meubelen, tuinmeubilair, linnengoed, boeken, kunst en oudheden zullen worden aangeboden. De meeste objecten vloeien uit de tekenpen van Marcel zelf. Net naast die bouwwerf stappen we zijn nieuwe woning binnen.

“Een bestaand pandje dat helemaal ontkleed en opengevouwen werd”, legt hij simpel uit alsof het hem zomaar in de schoot is gevallen. Het was een huis met netjes afgesloten kamertjes en eromheen een saai gazonnetje : vanzelfsprekend te eng voor Wolterinck. Van die kamertjes merk je nu zo goed als niets meer : de gevel werd opengetrokken met meer glas en alle binnenmuren gingen tegen de vlakte. Zelfs de kruipkelder werd uitgegraven voor een volwaardig souterrain bestemd voor een extra zitkamer met haard. Daarvoor liet hij ook een stuk tuin uitgraven, om deze kamer meer licht en wat ruimtegevoel te geven.

De tuin kreeg ook een grondige beurt, met verlaagde vlakken, volumineuze buxusstruiken en bronzen monolieten van Huub Kortekaas. Die zich bovendien inspireert op de plantenwereld : zijn sculpturen zijn uitvergrote stengels en knoppen. Het goochelen met ruimte en diepte getuigt van een oosterse inspiratie. Niet verwonderlijk als je weet hoezeer Marcel de kunst en cultuur van het Verre Oosten bewondert. “Sinds ik in Japan ben geweest ben ik trouwens vierkant georiënteerd”, bekent hij kordaat. Deze woning en tuin lijken op een grote Japanse kast met talrijke aparte vakken en deurtjes die perfect in elkaar passen, kleinschalig, maar met veel perspectief. Overal laten vensters en deuren je toe dwars door het pand en de tuin te kijken. Marcel schonk de woning uiteraard een geheel nieuw grondplan met een symmetrische opbouw. “Dat vond ik dan weer bij Palladio, dat gevoel voor een rustig evenwicht, een huis met deuren in het midden, die als ze openstaan de gehele ruimte opentrekken en overal de tuin of het daglicht laten zien.”

Het meeste meubilair is door hemzelf ontworpen. Hij houdt van meubelen met een strak silhouet, gemaakt van simpele, natuurlijke materialen. De tafel in de eetkamer is van iepenhout. “Dat wordt prachtig door intens gebruik, het hout is onbehandeld en wordt dagelijks met zeep gereinigd, zelfs wijnvlekken verdwijnen. Daardoor krimpen de zachte delen van het hout, met een doorleefd patina als resultaat”, legt Marcel uit. Dat is precies wat hij van een mooi meubel of voorwerp verlangt.

Zijn verfijnde materiaalgevoel werd aangescherpt door oudheden te verzamelen. Antieke stenen en potten die eeuwenlang onder de grond vertoefden of door gebruik zijn gesleten, krijgen een natuurlijke huid die artificieel niet na te bootsen valt. Daarom koos hij voor de tuintafel zink als basismateriaal : dit metaal oxideert prachtig. Het verklaart ook waarom Wolterinck van materieschilders houdt. Zowel het doek van Jozef Cals in de zithoek als de werkjes van Renaat Ivens en Linssen tonen ons een stevige verfkorst met getaande tinten. Het lijdt geen twijfel : voor Marcel het liefst geen voyant Cobra-palet : “Geef mij maar zwart, wit en bruin, dat is op zich al rijk genoeg.” Gemengd met wat blauw of geel ontstaan er prachtige schelpkleuren.

Wolterincks interieur is opgebouwd uit monochrome vlakken en volumen. In de keuken zien we een wand vol wit vaatwerk en doorschijnend glas. Die composities zijn bovendien krachtig en nooit zuiver minimalistisch. Het huis staat zelfs behoorlijk vol en er is voor een nieuwsgierig oog veel te zien, van strakke kandelaars tot kolommen uit Bactrië en eeuwenoude armbanden uit Cambodja. Weerspiegelt deze verscheidenheid niet het enthousiasme waarmee Wolterinck ontwerpt en verzamelt ? Als Marcel senior en junior samen op pad gaan om te speurneuzen naar oudheden, dan kopen ze met het hart en met overdaad. Thuis passen al die objecten toch bij elkaar. De reden ligt voor de hand, dit interieur mag dan wel goed zijn bestudeerd, toch is het op een spontane wijze samengebracht. Zo zit Wolterinck in elkaar. De hele dag doorwerken aan één klus doet hij niet, voor een buitenstaander lijkt hij van de hak op de tak te springen. “Niet waar”, corrigeert hij graag. “Het ene vloeit voort uit het andere, van bloem naar object en van tuin naar woning.”

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content