In het holst van de nacht wandel ik door Barnhill, het huis op het Schotse eiland Jura waar George Orwell 1984 heeft geschreven. Ik sta in de keuken, ik loop door de gangen met de vochtige muren, ik zit voor het raam met het indrukwekkende uitzicht op kwartsietbergen die als vrouwenborsten uit het landschap oprijzen. Bezoekers hoorden er de schrijver op zijn schrijfmachine hameren, kapotgaand aan de tbc maar nog zwarte tabak rokend, rechtop in bed als de vermoeidheid hem overweldigde. Koortsachtig voortwerkend aan wat volgens sommigen de belangrijkste roman zou worden van de twintigste eeuw.

Ik sta bij Orwells badkuip, gelig uitgeslagen, zie de kraantjes die hij nog maar pas lijkt te hebben dichtgedraaid. Dat alles zonder dat ik een voet op het onherbergzame eiland moet zetten, dankzij de wonderen van het internet, dat een prijs voor zoveel comfort eiste : de teloorgang van een heleboel mysterie. Vroeger was ik al blij met een glimp van Barnhill op een toevallig bemachtigde foto, nu is alles zo helder in beeld gebracht dat ik vanuit mijn woonkamer desgewenst de diameter van de afwatering onder de gootsteen kan opmeten. Het huis is zelfs te huur als vakantieverblijf, er staat een e-mailadres van de eigenaar bij.

Mijn belangstelling voor de schrijver is weer hevig opgelaaid door Het spoor van Orwell, het overvloedig gedocumenteerde en zorgvuldig geschreven boek van Marco Daane. Ik kan er niet precies de vinger op leggen hoe het komt dat Orwell mij al een kwarteeuw lang met ruime tussenpozen kippenvel doet krijgen. Het is die mengeling van authenticiteit, moed en fatsoen, zijn drang om het altijd voor de underdog op te nemen, zijn liefde voor presse-papiers met soms een stuk koraal verwerkt in het glas en wellicht nog het meest hoe hij dat alles in proza als vensterglas weet te beschrijven : naargeestige toekomstvisioenen zowel als dagboekobservaties over de kunst van het kippen kweken, zijn hartstocht voor rozen en zijn verwondering over een merkwaardige glimworm die een lichtgevend spoor achterlaat in de nacht. De nodige tragiek niet te vergeten zoals onvruchtbaarheid, een geadopteerd kind, een echtgenote die kort daarop sterft tijdens een routineoperatie en zijn eigen veel te vroegtijdige dood, op de leeftijd van 46. Net toen hij wereldroem verwierf.

Er zijn foto’s waarop Orwell zijn zoontje in een wat zielige kinderwagen voor zich uitduwt in het Londen vlak na de oorlog. De schrijver is lang en knokig, en heeft altijd dat aura rond hem van vertrouwenwekkende groezeligheid, met zijn gotische kop en blazerjasjes in ruwe stof. Geen bewegend beeld echter is bewaard gebleven, noch een opname van zijn stem, wat des te eigenaardiger is vermits hij jarenlang radio-uitzendingen voor de BBC heeft verzorgd.

Hij heeft om de hoek gewoond van Abbey Road, met uitzicht op de studio waar de Beatles later hun platen zouden opnemen. Zelden lag dezelfde plek in zo’n totaal verschillende werelden, van elkaar gescheiden door een dun plakje tijd waar slechts in één richting doorheen valt te kijken. “Terwijl ik schrijf, vliegen hoogst geciviliseerde menselijke wezens over en proberen mij te doden”, noteerde Orwell tijdens de Blitz in het appartement dat hij daar bewoonde.

Opnieuw zijn het turbulente tijden, weliswaar zonder rantsoenbonnen, maar met constante dreiging en een Londen dat brandt zonder dat daarvoor bombardementen van de Luftwaffe nodig zijn. Benieuwd wat Saint George, zoals de gesacraliseerde schrijver soms wordt genoemd, daarvan zou hebben gevonden. Zijn beroemde zin van alle dieren die gelijk zijn, maar sommige gelijker dan andere, heeft in elk geval nog niets aan slagkracht ingeboet.

De hemel op het einde van Gemini wees op de plutonische serie dimensie van het project, geschreven in de hemel boven de dielafnonta de radix Pluto van zijn schepper”, lees ik, gammel vertaald door Google, in een horoscoop die een Griekse bewonderaar van Orwell heeft getrokken. ” Parallelle koers door de lucht in Gemini actieve begrepen en tegenstrijdige oxymoron formaten die worden gebruikt door de auteur in1984.”

Onzin natuurlijk, maar je kunt er ook het summum van fascinatie in zien.

Glimlachend klap ik de laptop dicht en ga slapen, om al vlug weg te glijden in een droom waarin ik met een Dacia Duster over het beruchte karrenspoor ploeg, dwars door modderpoelen en veenmoerassen, naar het einde van de wereld waar in de diepte het witte Barnhill blinkt.

http://www.orwelltoday.com/jurabarnhillvisit.shtml

Het spoor van Orwell door Marco Daane is uitgegeven bij Atlas.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content