VERSCHEIDENHEID TROEF

Nissan Esflow. © PPI

Op het salon van Genève bleek de diversiteit troef. Er waren nogal wat elektrische voertuigen te zien, die zelfs een eigen, klein paviljoen toegewezen kregen. Dat die auto’s van de toekomst niet vervelend hoeven te zijn, is een terugkerend thema. Nissan toonde met zijn Esflow een fraai stilistisch voorbeeld daarvan : een sportieve tweezitter die een autonomie van 240 km heeft, zowat het dubbele van wat we tot dusver gewend waren. Dat kon door het batterijenpakket uit te breiden en de extra kilo’s die daarmee gepaard gaan, te recupereren door het gebruik van lichtgewicht materialen : composiet voor het koetswerk, aluminium voor het chassis. Sportief is de Esflow zonder twijfel. Hij sprint in 5 seconden naar de 100 km/uur.

Ook VW toonde een excentriek elektrisch voertuig, de Bulli, een zeszitter die veel nostalgische trekjes vertoont en op heel wat sympathie mocht rekenen. Met een lengte van net geen vier meter, een doorlopende voorbank en een uitneembare iPad op de centrale console combineert de Bulli ruimte, nostalgie en een eigentijdse aanpak. Interessant. Resoluut nostalgisch getint is de terugkeer van de Morgan driewieler. Het familiebedrijf dat inmiddels meer dan een eeuw bestaat, boekte zijn eerste successen met driewielers voorzien van een voorin gemonteerde V2-motor. Diezelfde lay-out werd behouden en de amateurs verdrongen zich dan ook massaal rond de 1.8-litertweecilinder van Harley-Davidson die de 500 kg lichte kist aandrijft. Jaarlijks zullen slechts 200 driewielers gebouwd worden, die een oneerbiedige 180 km/uur halen.

Ook Saab verraste met zijn PhoeniX, die de nieuwe vormentaal van het bedrijf wil illustreren. De meningen over de styling waren verdeeld, maar niet over de innoverende technologie onderhuids. Daar vindt men een 1.6-literturbomotor die 200 pk aan de voorwielen levert, gecombineerd met een elektrische motor die de achterwielen aandrijft. Zo ontstaat een ‘intelligente’ vierwielaandrijving die 15 % zuiniger uitvalt dan bij een klassieke 4×4, waardoor het gemiddeld verbruik 5 liter/100 km bedraagt en de CO2-uitstoot 119 gr/km.

Renault toonde liefst twee concept cars. De R-Space illustreert een innoverende benadering van de monovolume, gecombineerd met de nieuwe designtaal van het merk. De ontwerpers willen de kwaliteiten van een sportieve auto en een gezinswagen combineren. Dat moet onder meer achterin blijken, met een moduleerbare ruimte voor de kids waarin 27 kleine elektromotoren evenveel blokken met variabele hoogte aandrijven. De driecilinderbenzinemotor van 900 cm3 levert 110 pk, terwijl hij maar 3,7 liter/100 km verbruikt. De Captur is een speelse cross-over met afneembare hardtop en sensuele vormen die tegelijk cabrio en coupé is en zijn plaats zowel in de stad als op het terrein wil opeisen. Een dieselmotor met twee turbo’s zorgt voor een vermogen van 160 pk.

BMW legt met de opzienbarende styling van zijn Vision Connected Drive de link tussen de automobilist, zijn voertuig en de buitenwereld. De roadster, met de vloeiende lijnen en de lange motorkap, verdeelt de binnenruimte in drie lagen die symbool staan voor drie niveaus van verbondenheid : comfort, infotainment en veiligheid. Het systeem functioneert als een virtuele assistent, die altijd klaarstaat om informatie te verstrekken, over de veiligheid waakt (o.m. door night vision en zelfstandig afremmen bij een dreigend ongeval) en voor muzikaal of filmisch vertier zorgt. Met in de toekomst communicatie tussen de auto’s onderling.

Het kleine Duitse sportwagenmerk Gumpert verraste de wereld met een zéér snelle GT, de Tornante by Touring. Onze landgenoot Louis de Fabribeckers, chefdesigner bij Touring, zorgde voor de elegante en toch kloeke vormgeving van een tweezitter met centraal geplaatste motor en een chassis in chroom-molybdeem. De 4.2-liter-V8 van Audi-origine werd aan een automatische zesbak gekoppeld met extreem korte schakeltijden van 40 milliseconden. Dankzij een koetswerk in koolstofvezel kon het gewicht op 1300 kg worden gehouden. De topsnelheid wordt op meer dan 300 km/uur begroot.

Dat topsnelheden nog in het hoofd van de ontwerpers spelen, was ook duidelijk bij Bentley dat de Continental Supersports ICR voorstelde. De krachtigste cabrio uit de geschiedenis van het merk wordt slechts op 100 stuks gebouwd en is een hommage aan het snelheidsrecord op ijs dat viervoudig wereldkampioen rally Juha Kankkunen enkele weken geleden op 330,6 km/uur bracht. Het interessante aan het project is dat deze Bentley op biobrandstof rijdt, waardoor de uitstoot van CO2 volgens de berekening from well to wheel (die ook rekening houdt met de uitstoot bij het winnen van de brandstof) met 70 % wordt verlaagd. Al gebiedt de eerlijkheid ons te schrijven dat de W12-6-literbiturbo nog altijd gemiddeld 16,7 liter/100 km verbruikt.

Het Zwitserse enfant terrible Frank Rinderknecht zocht het dit jaar in de eenvoud. De Rinspeed BamBoo is een vrijetijdswagen met een knipoog naar het Saint-Tropez van de jaren zeventig. Het dak is opblaasbaar en kan worden afgehaakt en als strandmat gebruikt. De motorgrille werd vervangen door een groot display waarop Facebookinfo kan worden afgespeeld, of de uitnodiging om een medemens van a naar b te brengen. Communicatie gebeurt ook via een wisselbaar logo op de zijkant : is het vogeltje groen dan is de rijder single, is het blauw dan is hij in partystemming, is het oranje dan heeft hij nood aan wat rust. De opblaasbare achterzitjes worden in twee aluminium koffers verpakt die ook mee kunnen naar het strand. De elektrisch aangedreven minimalistische zonderling haalt 120 km/uur en heeft een autonomie van 105 km.

Door Pierre Darge – Foto’s PPI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content