Met de toevoeging van hoogtechnologische materialen als plastic en nylon, slaat Dries Van Noten (48) met zijn zomercollectie resoluut een nieuwe, verfrissende richting in. “Ik ben niet stouter dan vroeger. Hoogstens een beetje zelfzekerder.”

Je hebt sneeuw meegebracht”, merkt Dries Van Noten op. We staan op de vierde verdieping van zijn kantoor in een gerenoveerd pakhuis op de Godefriduskaai in Antwerpen. De grote ramen geven uit op het eilandje, verder ligt het havengebied. De vooravond is duister, en inderdaad, net nadat ik het gebouw betrad, besloot vrouw Holle haar dekbed op te schudden.

De voorbije dagen werkten de ontwerper en zijn team tot in de vroege uurtjes, de nieuwe wintercollectie moet af. Morgen start de verkoop van het winterseizoen, en er is nog zoveel te doen. Mijn ogen puilen nieuwsgierig om de hoek, waar de nieuwe stuks hangen. Ze blijven verborgen.

Van Notens bureau, een afbakening die de loftachtige ruimte aan het zicht onttrekt, is een sobere plek. De massieve houten tafel domineert, verder een enkel kunstwerk, een vaas. De antithese van de rijk gedecoreerde, appartementachtig ruimte die zijn gloednieuwe boetiek in Parijs werd.

De nieuwe winkel aan de Quai Malaquais, op de linkeroever van de Seine in het zesde arrondissement, was een toevalstreffer, vertelde hij ons eind januari tijdens de openingsreceptie. Geen uitgedokterde strategie, geen onderdeel van een groot masterplan, maar gewoon, een coup de foudre voor het gebouw waar vroeger een boekenwinkel huisde. En de vingerknipbeslissing om de stap te wagen.

Het was een komen en gaan, die dag. Van grote namen als Diane von Furstenberg, Catherine Deneuve, Sjeik Majed al-Sabah, maar toch vond Van Noten de tijd voor een gesprek in de tot intiem salon omgetoverde kleedruimte. Bijna schor van een hele dag praten en mensen ontvangen, vertrouwde hij ons toen toe dat hij zich aangetrokken voelt tot lelijkheid. “Ik hou van dingen met een hoek af”, waren zijn woorden. “Perfectie is niet interessant. Liever zoek ik naar een manier om van iets waar niemand van houdt, toch iets moois te maken.” Hij verwees daarbij naar het ouderwetse imago van gladiolen en dahlia’s, dat hem ertoe aanzette de bloemen te gaan kweken en ze op een aantrekkelijke manier te presenteren.

Dat, en de opmerkelijke kentering die zich lijkt voor te doen in zijn huidige zomercollectie, daar willen we het vandaag over hebben.

Bekijk de zomercollectie, en het zal u opvallen dat er iets is veranderd in de stijl Van Noten. Het kleurgebruik is gedoseerder, om maar iets te zeggen. Veel wit en zwart, met chartreusegeel als blikvanger, en een minieme uitspatting van met kleurrijke lovertjes bevlekte tops. Er zijn prints, jawel, maar in plaats van een handbeschilderd effect lijken ze nu eerder uit grote pixels te bestaan. De glanzende materialen leken van ver op, excuses voor de oneerbiedige vergelijking, gore-tex. Er waren overigens ook accessoires in transparant plastic. En de invitaties voor het defilé waren geplastificeerde bloemetjes. Waarbij de ontwerper opmerkte dat het hem deze keer niet om de bloemetjes te doen was, maar om het plastic. Dries die met plastic werkt, daar wilt u toch ook het fijne van weten ?

Het defilé is de boodschap

Dries Van Noten : Mijn hoofdbekommernis is mijn eigen modebeeld te veranderen en toch mezelf te blijven. Soms zit die evolutie in kleine details. Grote stappen voor mij, maar voor het publiek bijna onzichtbaar. Een andere keer noteert men een grote ommezwaai, terwijl ik er eigenlijk al seizoenen mee bezig was. De uitdaging voor deze zomer was om plastic in de collectie te verwerken op een manier dat de klanten er Dries Van Noten in blijven herkennen, én om tegelijk verfrissend te zijn. Sommige merken maken stukken voor de catwalk, die je nadien nooit in de winkel ziet. Dat vind ik té gemakkelijk. Ik maak geen enkel stuk dat niet wordt verkocht.

Nieuw voor u is de verwerking van hoogtechnologische materialen, zoals de mengeling van polyester en zijde.

De ontwikkeling van de man-made fibers, zoals men dat noemt, is vergevorderd. Vandaag kan men textiel technisch zo behandelen dat het bijvoorbeeld een bepaald kreukeffect krijgt. Het grote verschil met vroeger is dat je haar niet recht gaat staan als je er twee keer over wrijft (lacht). Die technologische evolutie is boeiend voor een ontwerper, omdat het zoveel nieuwe mogelijkheden opent voor bijzondere effecten.

Wat mij vooral aanspreekt in die nieuwe materialen, is het effect op de kleur. Afhankelijk van het materiaal, zoals polyester, polyesterzijde, linnen, katoen of wol, en de bindingen van het materiaal, krijgt je kleur een andere boodschap. Rood kan bijvoorbeeld zowel rijk als ordinair zijn. De mogelijkheden zijn eindeloos.

Ontwerpen blijft voor u ook na twintig jaar een ontdekkingstocht.

Gelukkig maar. Los van die veranderende technologieën, evolueert ook mijn persoonlijke smaak. Je gaat je openstellen voor andere dingen. Dat is onze taak ook, zoeken, evolueren, vernieuwen.

U vertelde me eerder dat u het heeft gehad met de etnische stoffen en de laagjes.

Zo sterk bedoelde ik dat niet. Het is niet zo dat ik alles wat ik in het verleden heb gedaan wil afzweren. Ik blijf gefascineerd door culturen, klederdrachten en folklore. Per slot van rekening stamt een groot deel van onze esthetiek daaruit. Maar er zijn momenten dat ze meer of minder dominant aanwezig zijn. Deze zomer heb ik bewust gekozen om geen enkele etnische referentie te gebruiken.

In tegenstelling tot veel buitenlandse merken, investeert u niet in campagnes. Uw defilé is de boodschap.

Wat maakt dat er altijd uitgebreid wordt gediscussieerd over hoe we onze collectie willen tonen. Vorige winter was de catwalk geplaveid met bladgoud, voor het publiek werd de hele collectie ‘de gouden collectie’. Voor de zomer hadden we een puur witte catwalk. Dat contrast maakt dat men die collectie als ‘heel erg strak’ interpreteert.

Niet alleen het decor vertelt veel, ook het allereerste ensemble. Internet heeft daar veel mee te maken. Op de websites die de shows verslaan, zie je altijd dat eerste silhouet. Dat moet het verhaal duidelijk weergeven, en tegelijk zin geven om meer te zien. Op internet, bedoel ik.

Het toenemende belang van internet is indrukwekkend. Onlangs kreeg ik de cijfers van Style.com. In de week na ons defilé hebben we 1.130.000 hits gehad op Dries Van Noten. Dan weet je het wel. Al denk ik niet dat internet de magazines op termijn zal doen verdwijnen. Een magazine biedt nog steeds meer diepgang.

Uw opmerking over het feit dat u zich aangetrokken voelt tot esthetiek ‘met een hoek af’, verraste me.

Nochtans is dat nooit anders geweest. Ik speel graag met elementen die anderen lelijk vinden. Het is een uitdaging om die perceptie te veranderen. Ik ben niet stouter dan vroeger, hoogstens een beetje zelfzekerder. Alhoewel… Ik dacht dat ik er wel aan zou wennen, aan het ritme van vier defilés per jaar. Vergeet het, het went nooit. De stress van een collectie wordt alleen maar groter. Hoe erg het ook klinkt, het blijft telkens een examen waar je wordt beoordeeld.

Pas sinds mijn vijftigste defilé in 2004, begon de buitenlandse pers me als een gevestigde ontwerper te zien. Voor velen ben ik nog steeds ayoung Belgian designer. Ik vind dat een compliment (lacht), maar het betekent ook dat het voor mij altijd spannend blijft.

Al ligt dat ook wel aan mijn eigen houding. Ik had misschien al veel gesettelder kunnen zijn als ik minder risico’s had genomen. Neem nu de winkel in Parijs. Ik had op veilig kunnen spelen en een gewone winkel openen. Maar ik heb ervoor gekozen om maar meteen het principe van een winkel te herzien, en de ruimte in te richten zoals je een huis zou inrichten. Ik vind dat spannender, maar het blijft een risico. Je weet nooit hoe de mensen zullen reageren.

Enkele weekends geleden ben ik er nog voorbijgewandeld, en er was toch veel volk.

(glimlacht) We zijn tevreden.

Koele business

U heeft zoals iedereen maar 24 uur in een dag. U werkt hard, maar leeft ook graag. Hoe doseert u die zaken ?

Thuis zijn is er de laatste maanden jammer genoeg een beetje bij ingeschoten. Niet alleen door de renovatie van de winkel in Parijs, ook andere projecten eisen mijn aandacht op. Na de modeweek in maart hoop ik weer een beetje meer tijd te hebben voor andere dingen. Het voordeel is dat hier een ploeg werkt waar ik echt op kan vertrouwen. In totaal werken zo’n honderd mensen voor Dries Van Noten. Zonder hen zou ik nooit zoveel kunnen realiseren.

U bent zowel zaakvoerder als createur. Krijgt u daar nooit een gespleten gevoel bij ?

Wat het soms bangelijk maakt, is dat alles zo snel kan omslaan. Soms lig je in de gratie, soms minder. Gelukkig heb ik in mijn carrière al wat ups en downs meegemaakt. Ik heb de golven van de hype al verschillende keren zien voorbijkomen. Nu staat de curve weer hoog, de collecties slaan aan. Maar ook dit moment zal voorbijgaan. Mijn grootste zorg is dat die hypes de omzet niet te veel beïnvloeden. Met de meeste klanten hebben we gelukkig een lange en stabiele relatie. Zelfs de klanten die twintig jaar geleden ons voor het eerst aankochten, zijn nog steeds trouw.

Wie u kent, weet dat u gehecht bent aan uw medewerkers. Ik herinner me dat u na het zomerdefilé van uw mannencollectie een grote taart liet aanrukken.

Dat was voor de verjaardag van Momo, de vrouw die kookt voor de mensen die in de showroom werken. Zij is een stuk van het meubilair, om het zo maar te zeggen. Zij reist al jaren mee met ons, van Antwerpen naar Parijs en Milaan. Zij kent de klanten ook. Als ze weet dat de mensen van Barney’s laat zullen arriveren, zal ze ervoor zorgen dat ze hun favoriet, tongetjes met garnalen, op het menu heeft. Als Armand van L’Eclaireur in Parijs komt, gaat ze koosjer eten kopen. Waarom ook niet ? Mode is al zo’n koele business. Dit is onze manier om er ook nog een beetje plezier aan te beleven.

Uw gastvrije reputatie reikt zelfs tot in het Midden-Oosten. Modesjeik Majed al-Sabah kon niet over u zwijgen toen ik hem een tijd geleden interviewde.

We zijn met hem in zee gegaan. Binnenkort opent er een shop-in-shop van ons in Villa Moda Bahrain en Dubai. Qatar staat ook op het lijstje. We zijn nog over andere samenwerkingen aan het praten, maar daar kan ik momenteel nog niets over kwijt.

Bent u er al geweest, in het Midden-Oosten ?

Neen, maar dat komt wel. Die luxemarkt in het Midden-Oosten is moeilijk te bevatten. Ik kan daar wel een kijkje gaan nemen, ik kan het proberen te begrijpen, ik kan eraan meedoen, maar het blijft anders. Sjeik Majed is overigens even verbaasd over hoe het er bij ons aan toegaat. Je hebt gezien dat men aan het werken is in de straat. Toen hij op bezoek was, vroeg hij me hoelang dat zou duren. Ik antwoordde dat het wel eens twee jaar zou kunnen worden. Dat kon hij niet begrijpen. In Koeweit zou dat drie maanden duren, zei hij. Men werkt er dag en nacht aan. Hij vindt alles in Europa zo old world, voor hem is dat middeleeuws.

Anderzijds heeft Koeweit hoogstwaarschijnlijk geen sociale wetgeving voor de gastarbeiders die daar dag en nacht werken.

Dat is inderdaad een pijnlijk gegeven. Ik zeg hem ook altijd dat hij diegene is die naar Europa komt om collecties te kopen, niet omgekeerd. Het zijn wel de producten uit onze oude wereld die daar zo goed verkopen. We hoeven dus nog niet te panikeren (lacht).

Mentale vrijheid

Veel ontwerpers hebben het moeilijk met de tijdsdruk in de mode-industrie. En intussen lanceren veel merken ook tussencollecties.

(ferm) Daar doen we niet aan mee. Onze Amerikaanse klanten hebben ons een tijd onder druk gezet om tussencollecties te maken. Mijn antwoord was dat ik dat complete nonsens vond. Voor ons is dat onhaalbaar. Alles wat bij ons wordt gemaakt, gaat door mijn handen. Elk stuk stof, elk borduurseltje, elk draadje, elke knoop. Als je zes of acht collecties per jaar moet maken, met liefst nog een jeans- en een bislijn erbij, en je – als het kan – ook nog eens moet gaan tekenen voor een oud modehuis… Sorry, maar dat gaat niet. Op die manier wil ik niet werken. Intussen zijn de Amerikanen bedaard. Men realiseert zich dat het absurd is om in december al zomerkleren in de winkels te hangen. In december was ik in Milaan. Buiten stond een grote kerstboom, de Scala opende, iedereen was in decembersfeer. Toch zag ik in de etalages al flinterdunne zomerjurken. Ik vind dat schokkend. Het systeem is ontspoord, vind ik. Gelukkig staat de industrie meer en meer open voor mensen die op hun eigen manier mode willen maken, die zich niets aantrekken van die economische druk.

Uw nichtje werkt ook bij u. Zij heeft de Antwerpse Modeacademie afgemaakt zonder ooit aan iemand te vertellen dat u haar oom was.

Dat vond ik heel straf van haar. Pas in het laatste jaar heeft ze nonkel Dries in haar dankwoord vermeld. Iedereen viel uit de lucht, natuurlijk.

U wordt dit jaar 49, wat zeker niet oud is. Maar denkt u al aan opvolging ?

Daar ben ik nog niet mee bezig. Ik bekijk de toekomst jaar per jaar. Uiteraard denk ik wel eens aan de continuïteit, maar om nu te zeggen dat ik mijn pionnen aan het uitzetten ben om over vijf jaar bye bye te zeggen, dat niet. Daar ben ik toch nog iets te jong voor.

Misschien blijft u, zoals Giorgio Armani, wel aan de slag tot uw zeventigste.

Wie weet. Al zou ik het pijnlijk vinden mocht ik een pastiche worden van wat ik ooit ben geweest. Ik hoop dat ik genoeg dappere mensen rond me heb die op tijd zullen zeggen : ‘Dries, jongen, is het geen tijd dat je ermee stopt ?’

Maar als er nog iets zinnigs uitkomt… Waarom ook niet ? Karl Lagerfeld maakt ook nog steeds knappe dingen. Wat telt, is de mentale vrijheid. De wetenschap dat ik kan stoppen als ik er geen lol meer aan beleef, geeft me de energie om door te gaan.

Info: www.driesvannoten.be

Wil u de volledige zomer- en wintercollectie van Dries van Noten bewonderen, surf dan naar www.weekend.be

Door Cathérine Ongenae – Portret Constant Anée

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content