Degelijk decoreren is puur vakmanschap. Zeker in dit huis waar alles maatwerk is. Niets ontsnapt aan de aandacht van de ontwerpers, zelfs het vaatwerk in de keuken niet.

:: Info : www.neooselonneo.be of 09 222 23 39.

De decorateurs Marc Vergauwe en Jan Rosseel zijn grote voorstanders van maatwerk. “Omdat je niet altijd oude materialen kan hergebruiken”, legt Jan Rosseel uit. “Verplaats een deur of een trap van het ene huis naar het andere en je voelt het meteen. Soms is de ingreep geslaagd, maar heel vaak blijf je zien dat het bewuste onderdeel niet in het huis zelf ‘geboren’ is.”

Dat is niet alleen mooi verwoord maar legt ook de vinger op de wonde : het geoefende oog merkt snel dat iets niet klopt. Een deur of trap die voor een bepaalde ruimte werd uitgetekend heeft – indien de ontwerper zijn vak beheerst – beter afgestemde verhoudingen. “Daarom ontwerpen we het schrijnwerk en stucwerk ter plaatse, zodat het met de woning vergroeit, wat het uiteindelijke doel, de harmonie, ten goede komt”, vult Marc Vergauwe aan. Bovendien houden de twee decorateurs ervan om te werken met ambachtslui die artisanale technieken aanwenden. Hun uiteindelijke bedoeling is een interieur te creëren dat originaliteit en persoonlijkheid uitstraalt. “Met maatwerk en artisanale procédés bereik je een apart resultaat, het interieur ziet er ‘anders’ uit en onderscheidt zich van de middelmaat”, stelt Jan Rosseel.

Hergebruik van oude technieken en vormen is ook op een leuke manier verwerkt in de naam van het decoratiehuis dat het tweetal runt in Gent : Neoo selon neo. Hun eigen woning illustreert duidelijk hoe ze te werk gaan. Ze zijn vertrokken van een oud pakhuis in Gent, gebouwd in het midden van de negentiende eeuw. In plaats van de industriële architectuur om te bouwen tot een loft, maakten ze er een soort landhuis van in de stad. Wat overigens een hele opdracht was, die werd gerealiseerd in de loop van vele jaren. Negen jaar geleden publiceerden we in Weekend Knack al een deeltje van hun woning. Ondertussen werd de woonruimte quasi verdubbeld en kwam er een riante stadstuin bij : een dubbele reden voor een nieuw bezoek.

Gedurfde versieringen

Het pakhuis is opgedeeld in een aantal duidelijk afgescheiden vertrekken. Van het industriële karakter merk je, behalve de ruwe zoldering in de woonkamer en de gewelven in de keuken, niets meer. Alle ruimtes ogen relatief klein, maar schijnt bedriegt, want dat lijkt vooral zo doordat ze nogal vol staan. De ontvangstruimtes zijn het grootst en hebben hoge plafonds ; de echte privé-vertrekken zijn klein en knus. Er is een duidelijk stijlverschil tussen bijvoorbeeld de inkomhal met trap, die vrij zuiders van sfeer en tint is, en de keuken met de hoge ramen. Deze kook- en eetruimte geeft een royale indruk door de hoge ramen en de aardige trompe-l’oeilschildering op de muren. De wanden werden bedacht met een faux-lambris. Een mooie illustratie van hoe je de verhoudingen van een ruimte met wat verf hertekenen kan. Deze keuken zou niet misstaan in een Hollands landhuis.

Marc Vergauwe en Jan Rosseel hebben inderdaad veel sfeer uit oude Nederlandse interieurtableaus in hun woning verwerkt, maar lang niet al hun inspiratie komt daar vandaan. Jan Rosseel : “We reizen veel en kijken overal intensief rond. We maken van alles wat ons boeit foto’s of schetsen. Soms verplaatsen we ons helemaal niet ver, want zowel het Franse platteland als ons eigen land boeien ons. We staan open voor veel invloeden, wat niet wil zeggen dat we ons gemakkelijk laten beïnvloeden. Je kan ook niet zomaar een oplossing van elders importeren. Bij het ontwerpen van een interieur moet je je fantasie de vrije loop kunnen laten. De eerste fase van een project is een droom, je bedenkt van alles en pas daarna ga je schrappen.”

De bezoeker voelt dat dit huis met veel enthousiasme werd ingericht. Jan en Marc zijn niet bang voor ornamenten en gedurfde versieringen. De badkamer met het empirebad is echt een stap terug in de tijd. Zoiets bewonder je normaal alleen in een museum of op een schilderij. Hetzelfde geldt voor de kleine slaapkamer met een lit à la polonaise, bekroond met een baldakijn.

Intensief bewoond

Het publiek dat dergelijke oplossingen zoekt, is groter dan men op het eerste gezicht zou vermoeden. “Veel mensen beseffen niet dat dit ook allemaal kan”, zegt Marc Vergauwe. “Als je klanten bijvoorbeeld zelf kleur laat kiezen, opteren ze al snel voor brave tinten, zoals beige. Onze job bestaat er onder meer in hen te tonen dat er veel meer mogelijk is. We proberen hen te overhalen om ook eens een extra stap te zetten.”

Het gaat hier om meer dan louter decoratie, aankleding. Marc en Jan zijn ervan overtuigd dat ze hun klanten een bepaalde levenswijze kunnen bijbrengen. “Daarmee bedoelen we alleen dat we de mensen leren hun huis volledig te bewonen, wat soms niet het geval is. In ons huis zitten wij overal. ‘Bewonen’ vinden we erg boeiend. Ook als we op hotel gaan, en het is een leuke plek, gaan we die kamer bewonen, zelfs een beetje inrichten.” Jan Rosseel : “Door de woning intensief te gebruiken groeit de band met het interieur en vergroot de intimiteit. Je moet genieten van de schoonheid van het licht en de seizoenen, van de wijze waarop de tuin verandert of het licht op de muren valt. Je moet daar wel tijd voor uittrekken.”

Mooi en functioneel tegelijk

In die zin speelt de functionaliteit wel en niet een rol. Enerzijds is het vanzelfsprekend dat een keuken functioneel is, maar de impact daarvan mag je niet overdrijven. Het esthetische aspect is even belangrijk: je moet in een keuken kunnen rommelen zonder dat hij lelijk wordt. Het is van belang mooie gebruiksvoorwerpen te kiezen : ons vergiet is niet van plastic, maar van aardewerk. Hier staan trouwens geen plastic potjes, nergens. Ik denk dat je ook in een moderne keuken voor mooie gebruiksvoorwerpen moet kiezen. Het is niet omdat je een Pawson-keuken hebt dat hij niet overhoop mag staan. Dat kan gerust op een elegante manier.”

Denk nu niet dat Jan en Marc ongevoelig zijn voor het hedendaags minimalisme. Als ze een grootstad bezoeken, logeren de twee met plezier in een designhotel. Maar voor hen is dit niet de enige stijl van onze tijd. Daar schuilt wel een kern van waarheid in : zelfs destijds, toen het modernisme in de jaren twintig opkwam, werd de moderne interieurstijl soms als een aparte ‘frivoliteit’ beschouwd. Rijkelui bezaten naast hun met antiek gevulde landhuis een moderne pied-à-terre in de stad of aan de kust. Dat is trouwens nog steeds zo in Londen, New York en Parijs, waar bewoners van hedendaagse flats tijdens het weekend naar hun rustieke buitenplaats trekken.

Tekst Piet Swimberghe I Foto’s Jan Verlinde

Een pakhuis hoeft niet per se omgebouwd te worden tot loft, hier werd het een soort landhuis in de stad.

Met maatwerk en artisanale procédés bereik je een apart resultaat, een interieur dat zich onderscheidt van de middelmaat.

In de hele woning is heel wat sfeer uit oude Nederlandse interieurtableaus verwerkt, maar ook reizen waren een inspiratiebron.

“Wij leren mensen hoe ze hun huis volledig kunnen ‘bewonen’ : genieten van de schoonheid van het licht en de seizoenen, van de wijze waarop de tuin verandert of het licht op de muren valt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content