Henegouwen, bij veel Vlamingen een grote onbekende, biedt niet alleen een schitterende natuur. Je ontdekt er ook heel wat culinaire specialiteiten, zoals de onvergetelijke ‘escabèche’, de ‘spantôles’ van Thuin of de ‘soupe montoise’. Een proeftocht via tien lekkere stops.

Henegouwen is een wat miskende provincie, waarover veel clichés en vooroordelen de ronde doen. Al te vaak denken we meteen aan steenkoolmijnen, industrieel verval, het hellend vlak van Ronquières, de kathedraal van Doornik… Maar er is meer. Veel meer. La Botte, bijvoorbeeld, een ongerept groen gebied tussen Beaumont en Chimay, waar je de dorpen op de vingers van één hand kunt tellen. Of Beaumont zelf, vlakbij de Franse grens, en beroemd om zijn macarons, waarvan het recept zou verklapt zijn door de kok van Napoleon, onderweg naar Waterloo. Of Chimay, met zijn bekende trappist – overigens heerlijk met wat abdijkaas van Scourmont erbij. In de streek rond Chimay en Virelles is escabèche de grote specialiteit. Het iseen bereiding van in gekruide azijn gemarineerde vis, die al dateert uit de tijd van de Spaanse bezetting in de vijftiende en zestiende eeuw. Om in het groen te verpozen kun je ten noorden van Chimay terecht aan het meer van Virelles, een uitzonderlijk natuurgebied, of in het noordoosten aan de stuwmeren van de Eau d’Heure. In de omgeving van Jamioulx, op de oevers van de Eau d’Heure, even buiten Charleroi, ligt ook een natuurgebied van 45 hectare, waar beuken, eiken, haagbeuken en bosbessenstruiken de toon zetten.

DOORNIKSE SPECIALITEITEN

Rond Doornik is de streek bezaaid met mooie kerken, kastelen, glooiende velden en kronkelwegen die leiden naar vredige dorpjes, zoals Froyennes met zijn oude boerderijen. Wie de oude stad zelf bezoekt op lundi parjuré – verloren maandag, de maandag na de zondag na Driekoningen – ontsnapt niet aan de traditionele Doornikse salade op basis van veldsla, uien, appels, witloof, rodekool in het zuur, boontjes en kapucijnerbaard (een soort wilde cichorei). Even populair is het bekende konijn op zijn Doorniks, met pruimen en rozijnen.

Niet ver van Doornik, vlakbij de taalgrens, in een groen gebied tussen de twee armen van de Dender, schuilt Moulbaix, een charmant dorp met een van de laatste nog werkende windmolens van de streek. Je kunt er niet alleen bloem kopen maar ook leren brood bakken. Wat verderop beland je in Aubechies, een van de mooiste dorpen van Wallonië met een oud romaans kerkje. Het ligt genesteld tussen vruchtbare velden en is bekend om zijn typische Henegouwse architectuur uit de vorige eeuw. Maak je een omwegje langs Ellignies-Saint-Anne, dan kun je bij Vins du Vert Marais proeven van het aperitief van Aubechies of van verschillende ratafia’s (vruchten- of bloesemlikeur).

SPANTÔLES UIT THUIN

De omgeving van Thuin, die wordt doorkruist door de Samber, van de Franse grens tot de stadspoorten van Charleroi, kenmerkt zich vooral door bossen en glooiende velden. In het dorp Biercée, hoog op de rechteroever van de Samber, staat alles in het teken van fruit. Appels, peren, pruimen en kersen worden er verwerkt tot eaux de vie in de beroemde distilleerderij van Ragnies (zie ook Cheers, p. 22). Bezienswaardig in Thuin zijn zeker het als Werelderfgoed geklasseerde belfort en de hangende tuinen in de middeleeuwse bovenstad. De lekkerbekken zullen ongetwijfeld vallen voor de spantôles, de lokale koekjes die werden genoemd naar een kanon dat in 1654 werd buitgemaakt op de Spanjaarden. Niet te versmaden zijn ook de lekkernijen van Couleur Chocolat van de artisanale chocolatier en ijsmaker Hervé Filleul, met als uitschieter de truffels met Eau de Villée.

Ook de provinciehoofdplaats Bergen, met zijn mooie belfort en zijn Jardin du Château, het mooiste stukje natuur van de stad, heeft op gastronomisch heel wat te bieden, zoals de typische soupe montoise (met witte bonen), kalfszwezerik met bier, of visgelei. Op de zondagse markt op de Place du Béguinage, krijg je een mooi beeld van het lokale aanbod.

DOOR MICHEL VERLINDEN & FOTO’S MICHEL VAEREWIJCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content