“Na mijn zilveren medaille in Sydney werd ik op handen gedragen. Zelf had ik echter niets te vieren, want ik had naast het goud gegrepen en voelde me totaal mislukt. Op de Spelen in Athene zou dat me niet meer overkomen, had ik me voorgenomen : winnen werd een obsessie. Toen de faalangst toesloeg, ben ik op zoek gegaan naar epo. Ik werd verblind door ambitie en wilde mezelf niet verwijten dat ik niet al het mogelijke gedaan had om te winnen.”

“Ik wist dat ik betrapt kon worden. Met dat scenario had ik op voorhand rekening gehouden. Bovendien was mijn epogebruik volledig mijn eigen beslissing. Dan moest ik ook maar de gevolgen dragen, vond ik. Na de positieve dopingtest heb ik dus niet geaarzeld : ik heb alles meteen opgebiecht. Liever zo dan de zaak maandenlang te rekken, en toch schuldig bevonden te worden. Ik wilde dat hoofdstuk van mijn leven zo snel mogelijk afsluiten en iets anders gaan doen.”

“Ik besefte niet hoezeer de affaire mijn leven overhoop zou halen, om maar te zwijgen van mijn familie. Met mijn schorsing verloren mijn vriendin en broer hun werk, en ook voor mijn ouders en grootouders was de klap enorm. Voor hen was ik niets minder dan een god. Weet je dat mijn moeder in Athene toch langs het wedstrijdparcours stond ? ‘ Mountainbiking’s most hated man’ kopte een Amerikaans blad, en zij trok met een spandoek naar het hol van de leeuw om haar fierheid te tonen. Dat vergt moed.”

Kluizenaarsleven

“Na mijn schorsing stortte mijn wereld in. Van de ene dag op de andere viel alles weg. Niet alleen mijn werk en de adoratie van de buitenwereld, maar ook mijn vriendin, die mijn manager was, en mijn toekomstperspectief. Het wielermilieu was immers de enige wereld die kende. Ik had van jongs af aan voor de koers geleefd, en plotseling werd ik uitgespuwd als een nestbevuiler. Voormalige collega’s meden me als de pest, sponsors en bedrijven met wie ik contracten had, dienden schadeclaims in. Achteraf bekeken was die verstoting geen verrassing. Topsporters zijn alleen maar met zichzelf en hun prestaties bezig, dat maakt ook van de wielersport een harde wereld.”

“Ik had altijd gedacht dat er een leven zou zijn na de sport, dat ik snel mijn draai zou vinden. In werkelijkheid was ik maandenlang depressief, op het randje van een zelfmoordpoging. Ik leefde als een kluizenaar en kwam amper het bed uit. Met mijn trainingen verdween immers ook de regelmaat in mijn leven, en uiteindelijk mijn tijdsbesef. Familie en vrienden boden me een schouder om op te huilen, maar mettertijd ging ik dat zelf uit de weg. Praten lucht op, maar dat moet je ook willen en kunnen. Zelfs hobby’s als pianospelen en lezen zegden me niets meer – ik wilde gewoon niets doen en met rust gelaten worden. De kritiek van journalisten en supporters raakte me amper nog, net zoals de lezersbrieven die opriepen om me mijn werkloosheidsuitkering af te nemen – zo gevoelloos was ik.”

“Uiteindelijk dwongen vrienden me om een psychologe in te schakelen, iets wat mijn trainer me al vroeger aangeraden had. Als topsporter waande ik me mentaal echter zo sterk, dan zou ik dit toch ook aankunnen ? Gelukkig heb ik de stap toch gezet. De wekelijkse afspraak met de psychologe gaf me een reden om buiten te komen, en samen brachten we weer structuur in mijn leven, te beginnen met opstaan op een vast uur. De psychologe leerde me ook dat het geen schande was om verdrietig te zijn, dat ik daar niet tegen moest vechten. Zo ging ik stilaan weer geloven in de toekomst. Maandenlang was dat mijn enige lichtpuntje in de duisternis : het geloof dat die zwarte periode ooit voorbij zou gaan. Een magere houvast, maar op dat moment van levensbelang.”

Vergeving

“Na mijn bekentenis dacht ik nooit meer op de fiets te springen, hoe vurig mijn omgeving daar ook op hoopte. Op mijn verjaardagsfeest in maart 2005 wilde ik zelfs mijn definitieve afscheid aankondigen. Een telefoontje van Bart Versluys kort daarvoor bracht me aan het twijfelen. Zijn bouwgroep Versluys was in januari 2004 mijn hoofdsponsor geworden en wilde de draad weer opnemen. Later kwam ook de bank Landbouwkrediet aan boord. Daar ben ik Bart en CEO Luc Versele nog altijd dankbaar om. Ik heb nooit medelijden gewild, maar mensen die het hart op de juiste plaats dragen en een zwart schaap de hand reiken, zo zijn er niet veel. Dankzij hen kon ik nog vier jaar aan competitie doen en mijn carrière afsluiten zoals ik het wilde, met nog enkele mooie prestaties. Dat hielp me enorm om de dopingaffaire te verwerken en me te verzoenen met mijn misstap.”

“Ik kan het verleden niet uitwissen. Mijn carrière is getekend door doping, dat verandert niet meer. Dat kruis weegt soms, maar ik ben in het reine met mezelf. Een straf impliceert ook dat je achteraf met een propere lei mag beginnen – dat moet ook voor BV’s en voorbeeldfiguren mogelijk zijn. Daar vind ik onze samenleving wel wat hypocriet in : bekende koppen worden met de vinger gewezen, terwijl anderen amper stilstaan bij hun eigen fouten.”

“In het wielermilieu zijn er nog altijd mensen die aan ál mijn prestaties twijfelen. Acht jaar na de feiten spreken sommige oud-collega’s nog altijd niet tegen me. Met alle respect, maar daar kan ik geen tijd in stoppen. Wat ik ook zou doen of zeggen, hun oordeel is al lang gevormd. Bewijzen dat mijn overwinningen wel zuiver op de graat waren, kan ik niet. Dat heb ik dus losgelaten. Hopelijk doen die mensen zelf nooit iets verkeerd – ze zouden het zichzelf nooit kunnen vergeven.”

Zonder spijt

“Ik weet uit ervaring hoe snel een held van zijn voetstuk kan vallen. Mocht ik nu echter anoniem willen blijven, dan had ik bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen niet op de lijst van Maarkedal Leeft gestaan. Dankzij mijn voorkeurstemmen ben ik nu schepen van sport, jeugd en financiën in mijn gemeente – dat toont aan dat mensen gelukkig ook vergeven. Tijdens mijn huisbezoeken heeft niemand me trouwens aangesproken op mijn dopingverleden. Toen het terloops toch ter sprake kwam, bleken velen het al vergeten te zijn.”

“Ik ben niet verbitterd. Ik maakte altijd een onderscheid tussen vrienden uit de koers en mijn echte vrienden, en die laatste zijn er altijd voor me geweest. Ik ben wel rustiger geworden en kan beter relativeren. Ik blijf op mijn hoede voor onverwachte tegenslagen, maar ik heb meer plezier in het leven. Als sporter kon ik niet genieten van de hoogtepunten in mijn carrière, nu kan ik op mijn terras gewoon van de natuur genieten. Ik wil ook niet meer zo fanatiek opgaan in mijn werk als vroeger. Vóór mijn schorsing ging ik mentaal tot het uiterste, zonder mezelf ontspanning te gunnen of tijd te maken voor mijn relatie. Zelfs tijdens mijn schorsing gebeurden er al veel goede dingen. Ik trok naar Afrika voor het tv-programma Stanley’s Route, bereikte het basiskamp op Mount Everest en kreeg tijd om na te denken over mijn leven – kansen die ik anders misschien nooit gekregen had. Ik mocht zelfs een boek schrijven. Het klinkt vreemd, maar epo gebruiken heeft zijn nut gehad. Ik ging door een diep dal, maar met wat ik nu weet, heb ik er geen spijt van. Die affaire heeft een beter mens van me gemaakt.”

Filip Meirhaeghe : “Een straf impliceert ook dat je achteraf met een propere lei mag beginnen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content