Mamma Mia ! is ongelooflijk leuk om te doen. Je mag moe of slecht gehumeurd zijn, zodra de muziek begint, is dat over. Dan stroomt de adrenaline. Mamma Mia ! is topsport.

Reken maar dat je mij kunt bijeenvegen, na zeven voorstellingen per week. Om in vorm te blijven, eet ik zoveel mogelijk vegetarisch, anders word ik gauw moe. Ik neem ook veel beweging in de frisse lucht. Overdag ben ik meestal vrij en dan trek ik eropuit met mijn hond om in het bos uren- en kilometerslang te wandelen, joggen en fietsen…

De musical lijkt gemakkelijk, met die bekende liedjes, maar dat is het zeker niet. Elke noot, elke komma, elke ademhaling, elke versiering staat op de partituur van Abba-jongens Benny Andersson en Björn Ulvaeus, en daar mag je geen haar van afwijken.

Het gaat er ook zeer professioneel aan toe ; met een koortje in de coulissen, en negen muzikanten in de orkestbak, die vooral synthesizers bespelen, geheel in de stijl van Abba.

De voorbije twee jaar liepen er in Utrecht meer dan 800 voorstellingen van Mamma Mia !, telkens voor 1500 man. In tegenstelling tot Vlaanderen, heeft Nederland een stevige musicaltraditie. Dertig, veertig jaar geleden waren er de Annie M.G. Schmidt-musicals. En eind jaren tachtig haalde Theater Carré de musical Cats naar Amsterdam : een gigantisch succes. Daarna investeerde Joop van den Ende zeer veel geld om de grote buitenlandse musicals naar Nederland te krijgen.

Nog een belangrijk verschil is het potentiële publiek : zestien miljoen Nederlanders tegen slechts zes miljoen Vlamingen. En ook de infrastructuur is totaal anders. Van Groningen tot Eindhoven heeft elke stad een enorm theater. Dat heet cultuurspreiding. De versie van Mamma Mia ! die we in Antwerpen brengen is hertaald, omdat een aantal uitdrukkingen in het Vlaams echt niet kunnen. Om te beginnen zijn alle ‘nou’s’ eruit. En wanneer ik, als Donna, met mijn dochter Sophie spreek, zeg ik niet ‘Soof’, maar wel ‘Sofieke’.

Sasha Rosen, het meisje dat Sophie speelt, is een Nederlandse. Zij volgt spraaklessen om haar Hollandse accent kwijt te raken. Ik heb daar geen last van want ik ben Vlaamse, al spreek ik perfect Hollands, net zoals ik Limburgs ken en plat Antwerps.

Toen ik in ’86 afstudeerde aan de kleinkunstafdeling van Studio Herman Teirlinck, had bijna iedereen een grondige afkeer van het musicalgenre. Maar de combinatie van acteren, zingen en dansen sprak me ook toen al erg aan.

Het begon met de zwart-witfilms die de BRT vroeger uitzond, zaterdagmiddag om twee uur. Vooral die met Deanna Durbin, een Hollywoodmusicalster in de jaren 30 en 40. Ze was bijna gekozen voor de hoofdrol in The Wizzard of Oz. Maar omdat men haar te dik vond, gaf men de voorkeur aan Judy Garland. Anders was zij nu wereldberoemd geweest.

Ik heb alle films met Deanna Durbin op dvd. Ja, ze heeft mij beïnvloed. Maar ach, nadat ik een film zag over het leven van Chopin, wilde ik ook pianiste worden. Ik heb tien jaar klassieke piano gestudeerd, maar ik speelde nooit piano op het podium. Tot ik voor Zing vecht huil bid lach werk en bewonder, een ode aan Ramses Shaffy, vond dat ik mezelf op de piano moest begeleiden. Doodnerveus was ik, want tijdens de première zat Ramses in de zaal.

Plannen te over, maar ik ben ook kampioen in absoluut niets doen. Tussen twee producties heb ik soms een poosje niks omhanden. Dan pak ik mijn rugzak en ben ik weg om mijn batterijen op te laden. Ik heb al vulkanen beklommen in Ecuador in het gezelschap van Rudi Van Snick, onze Belg die ook op de Everest stond. Ik was in Madagaskar en in Nicaragua. Binnenkort ga ik een weekje Bonaire om te zien hoe het met de wereld onder water is gesteld. Ik heb een duikbrevet en ik ga er naar de aaien kijken. Zolang ik maar niet naar de haaien ga…

Vanaf 4 maart 2006 loopt de musical ‘Mamma Mia !’ in de Antwerpse stadsschouwburg ;

met Vera Mann in de hoofdrol. Info en tickets : 070 69 68 69.

Griet Schrauwen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content