De Koreaanse constructeur Daewoo is de jongste jaren vaak in het nieuws geweest. Eerst met spectaculaire aanbiedingen, vervolgens met zware moeilijkheden. Nu de stormen zijn geluwd en GM aan het roer staat, is het tijd voor een vernieuwde kennismaking. De keuze blijkt moeilijk : in zowat elk segment heeft Daewoo een model klaarstaan.

Met de Kalos heeft Daewoo, dankzij de medewerking van Giugiaro, een compacte wagen in huis met een zeer eigentijdse styling. Ook binnenin valt de kennismaking mee. Het dashboard is eenvoudig en overzichtelijk. De stoelen vooraan bieden behoorlijk veel steun, maar onze rechterknie zit gevaarlijk dicht bij de middenconsole. Achteraan krijgen de passagiers meer dan behoorlijk veel ruimte, en dat verrast in een auto met een buitenlengte van slechts 3,88 meter.

Onder de kap hebben de kopers de keuze tussen een 1.2 en een 1.4 liter (al dan niet met zestien kleppen). Dieselmotoren zijn er voorlopig niet en daarom kiezen we voor de proefrit een 1.4 achtklepper met lpg. Die krijgt een extra tank van 60 liter gas mee op de plaats van het reservewiel (dat zelf vervangen wordt door een Tyre-Fit, een eerstehulpoplossing). Omdat de Belgische wetgeving het vullen van lpg-tanks beperkt tot tachtig procent, beschikt de rijder in de praktijk over maximaal 48 liter. Over dat gebruik van gas kunnen we kort zijn : de chauffeur kan met een tuimelschakelaar de brandstof kiezen, maar bij een koude start zorgt het systeem automatisch voor een benzineaanvoer, tot de motor een behoorlijke temperatuur heeft bereikt. De benzinemeter zit op de normale plaats, als gasmeter fungeren vier minieme verklikkerlichtjes op de middenconsole. In nood (bij een lege lpg-tank) schakelt de auto evenwel onmiddellijk over op benzine. Bij het rijden voelen we nauwelijks een verschil en met 48 liter komen we net geen 500 km ver.

De 1.4 bleek niet de pittigste motor, maar we nemen aan dat de Daewoo-klant voor de no-nonsense aanpak gaat, geen sportieve prestaties najaagt en lak heeft aan gadgets. We kunnen hem geen ongelijk geven : de Kalos 1.4 benzine kost 9965 euro, met lpg-installatie wordt dat 12.365 euro.

Met de Evanda tapt de Koreaanse constructeur uit hetzelfde vaatje : veel auto voor weinig geld. De grootste Daewoo (4,77 meter) is anderhalve centimeter korter dan de BMW 5-reeks en toch bestaat er een wereld van verschil tussen beide modellen. Terwijl de Duitse bouwer op prestige en sportiviteit mikt, kiest Daewoo voor ruimte en comfort. De behoorlijk elegante Giugiaro-lijn valt wat soberder uit dan wat we van de Koreanen gewend zijn.

Onder de kap steekt een niet bijzonder geavanceerde tweeliter van GM-origine die een matige 131 pk levert, maar vooral een wat mager koppel van 181 Nm dat pas bij 4000 toeren zijn piek bereikt. Een BMW 520i haalt met zijn kleinste motorversie van 2.2 liter 163 pk en 210 Nm bij 3500 toeren. De Evanda-rijder moet dus hoger in de toeren klimmen voor eenzelfde resultaat en wat langer op de prestaties wachten, maar ook hier gaan we ervan uit dat acceleraties niet zijn eerste zorg zijn. Want voor de rest heeft hij zo ongeveer alles wat hij wenst, ruimte zat en een koffer van 420 liter. De SX-basisversie krijgt bijvoorbeeld twee frontale en twee zijdelingse airbags mee, evenals ABS, airconditioning, vier elektrisch bediende ramen, centrale vergrendeling met afstandsbediening, een chauffeursstoel met regelbare lendesteun en verwarmde buitenspiegels. En dat voor 18.495 euro. Met een lpg-installatie van 74 liter wordt dat 20.945 euro.

Voor de vinniger BMW 520i wordt 34.600 euro gevraagd.

Op beide Daewoo’s geldt een garantie van drie jaar of 100.000 km.