Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Misschien is het goede nieuws nog niet tot iedereen doorgedrongen, maar SkodaAuto maakt al sinds 1991 deel uit van de Volkswagen Groep(VAG), die recentelijk voor 100 procent eigenaar is geworden. Door die transactie kreeg het Tsjechische merk niet alleen de knowhow, maar ook van de Duitse kwaliteitscontrole ingeplant en dat heeft verstrekkende gevolgen. De Octavia profiteerde al van die situatie, maar de eerste echte “Duitse” Skoda is de Fabia, die een paar maanden geleden werd gelanceerd en inmiddels in Duitsland Das Goldene Lenkrad verwierf en in Groot-Brittannië tot Auto van het Jaar werd verkozen.

De Combi-breakversie van de Fabia is nu ook op de markt en valt 26 cm langer uit dan de berline: 4,22 m. Daarmee behoort hij nog altijd tot het segment van de compacte breaks, in die niche vervijfvoudigden de verkoopcijfers de jongste vier jaar. Skoda zelf verkocht vorig jaar 400.000 auto’s, tegen slechts 193.237 in 1994, en mikt over een paar jaar op één miljoen stuks.

Sommige merken danken hun succes aan hun statuswaarde, andere aan de no-nonsenseaanpak. Vrijwel niemand weet nog dat Skoda voor de Tweede Wereldoorlog luxe-auto’s bouwde, want 40 jaar communisme volstond om dat imago uit het geheugen te wissen. Met de entree van VAG herleeft Skoda als een rechttoe rechtaan ingestelde constructeur met als motto: veel auto voor weinig geld. De Combi biedt in ieder geval vijf zitplaatsen, een volumineuze koffer van 426 liter en de functionaliteit die bij een break hoort. De stoelen achterin kunnen apart worden neergeklapt of zelfs weggenomen, waardoor een laadruimte van net geen 150 cm ontstaat die tussen de wielkasten 1 meter breed is. Een fiets inladen gaat probleemloos. De vracht kan met sjorhaken worden vastgemaakt en hier en daar zitten opbergvakjes – inclusief een nooit eerder geziene lange, smalle bergruimte voor een paraplu.

De zogenaamde comfortmaat (de afstand tussen de pedalen en de leuning van de achterbank) bedraagt 187 cm, in dit autosegment is dat een mooi cijfer. Toch worden de knieën van de passagiers achterin niet verwend. De Combi zou een perfect moduleerbare break zijn als de achterbank ook nog in de lengte verschoven kon worden, zoals bij de kleine Twingo.

De koper van zo’n handige Tsjech kan kiezen tussen vier benzinemotoren – waarvan drie met een cilinderinhoud van 1.4 liter en één 2 liter – en twee dieselmotoren. Zelf kozen we voor de pittigste 1.4-versie van Duitse origine met een vermogen van 101 pk en goed voor een topsnelheid van 186 km/uur. Die motor bleek behoorlijk soepel zodat we in de stad in wandeltempo zelfs in derde nog schokvrij vooruitkwamen. Bij inhaalmaneuvers in vierde en vijfde was het wel even hoog in de toeren klimmen. Een aangename verrassing wachtte bij de pomp, waar de Fabia een verbruik van amper 7 liter liet noteren. De TDI-motor, met op papier gelijke prestaties, maar met een veel hogere trekkracht, komt zelfs met 4,9 liter rond.

De versie die wij testten, staat voor 514.990 fr. in de showroom, maar er is al een Fabia Combi vanaf 427.990 fr. – dan wel met een 1.4 liter motor van Tsjechische oorsprong die het met 68 pk moet doen, en met op papier hetzelfde verbruik. De vijfdeursberline met een zelfde motor kost zelfs maar 369.990 fr. Toch zitten op de basisversie van de Combi standaard al een dubbele airbag, ABS, elektrohydraulische stuurbekrachtiging, een toerenteller, een stuurkolom die zowel in de hoogte als in de diepte verstelbaar is, Isofix-bevestigingspunten voor een kinderzitje, een pollenfilter, getinte ruiten en een ruitenwisser achteraan. Kortom: een volledig pakket voor wie niet gadgetgevoelig is.

Overigens kaapte de Fabia Combi bij de jongste verkiezing van de Gezinswagen van het jaar een tweede plaats weg. De professionele jury, bestaande uit journalisten en een “gespecialiseerd” VAB-team, zette de Combi zelfs op de eerste plaats.

PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content