VAN MOEDER OP DOCHTER

Madeleine & Adèle.

MOEDERS EN DOCHTERS, DIE HECHTE, LIEFDEVOLLE, SOMS AMBIVALENTE OF RONDUIT PIJNLIJKE RELATIE HEEFT DE BRUSSELSE FOTOGRAFE ANNE-CATHERINE CHEVALIER ALTIJD AL GEBOEID. HAAR HAARSCHERPE, REVELERENDE PORTRETTEN ZIJN HET ONDERWERP VAN HET BOEK ‘MOTHERS & DAUGHTERS’ EN EEN TENTOONSTELLING IN BRUSSEL.

Madeleine en Adèle. Een vrouw en een meisje, duidelijk moeder en dochter. Allebei korenblond, het haar uit het gezicht gekamd, dezelfde taxerende blik in de grijsblauwe ogen. Hun kleren zijn van een franjeloze soberheid, zwart voor de moeder, wit voor het kind. Streng bijna, met het gouden halssnoer van Madeleine als enige toegeving. Samen stralen ze ernst uit en een heilzame levensstijl, maar ook een zekere onverzettelijkheid, als de ogenschijnlijk koele, blonde schoonheden uit een Ingmar Bergmanfilm.

Een intrigerende foto, dat vond ook de jury van de Taylor Wessing Photographic Portrait Prize 2010. Een wedstrijd waarbij uit 6000 inzendingen van 2400 fotografen uiteindelijk 60 foto’s geselecteerd werden voor een tentoonstelling in de Londense National Portrait Gallery. Een daarvan was Anne-Catherine Chevaliers portret van Madeleine en Adèle. Niet slecht voor iemand die zich nog maar drie jaar intensief met fotografie bezighoudt. Anne-Catherine legde dan ook een opmerkelijk parcours af : afgestudeerd in de economie kwam ze aanvankelijk in de zakenwereld terecht. Toen ze samen met haar man een huisje in verwaarloosde staat kocht, besloot ze een half jaar loopbaanonderbreking te nemen om zich met de verbouwing bezig te houden. Die werd zo’n succes dat de opdrachten binnenstroomden : uit de vooropgestelde eenmalige klus groeide een heus interieurbedrijf met drie medewerkers.

Anne-Catherine Chevalier : “Tien jaar heb ik veel en hard gewerkt, tot mijn man het welletjes vond en mij vroeg om af te bouwen. Eerst was ik daar helemaal tegen, ik deed het werk graag, maar uiteindelijk gaf ik toe. De kinderen waren nog klein, het zou prettig zijn om wat meer tijd met hen te kunnen doorbrengen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik had behoefte aan een artistieke uitlaatklep en fotografie had mij altijd al geboeid. Als puber maakte ik graag foto’s van familie en vrienden met een oude Leica die ik van mijn grootvader geërfd had. De interesse zit blijkbaar in de familie, maar geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht om die hobby ernstig te nemen. De ‘klik’ kwam er toen ik een fotografiecursus rond het thema identiteit volgde en twee interesses samenvielen. Ook in de binnenhuisarchitectuur is identiteit een belangrijk gegeven : hoe een individu of een bedrijf zichzelf via een interieur aan de buitenwereld wil presenteren. Foto’s, daarentegen, tonen vaak meer dan de geportretteerde zou willen omdat hij of zij zich niet altijd bewust is van alle signalen die zijn/haar beeltenis willens nillens uitstraalt.”

Waarom wilde u specifiek moeders en dochters fotograferen ?

Anne-Catherine Chevalier : Om de een of andere reden had ik mijzelf altijd als de moeder van zonen gezien. Maar wat een verrassing : na mijn zoon kwam er een dochter. Tien is ze nu en wat mij altijd verbaasd heeft, is dat ze mij van jongs af aan als de ultieme referentie van vrouwelijkheid beschouwde, terwijl ik het gevoel heb dat ze veel vrouwelijker is dan ik. Zoals alle kleine meisjes strompelde ze rond op mijn schoenen, was ze veel met haar haar bezig, experimenteerde ze met make-up. En voortdurend stelde ze me de vraag : wat moet ik doen om een vrouw te zijn ? Waarbij ik dacht : eigenlijk zou ik jou die vraag moeten stellen. Meer dan ik leek ze het immers van in het begin begrepen te hebben. Daarom ben ik erover beginnen na te denken : wat vertel je eigenlijk aan je dochter over vrouw zijn en vrouwelijkheid ? In een poging om die band van vrouwelijkheid te begrijpen, om van dichtbij te zien hoe die van generatie tot generatie wordt doorgegeven, ben ik vrouwen met hun moeders en hun dochters beginnen fotograferen.

Het begon als een klein project : vriendinnen die langskwamen om te poseren, zonder dat ik goed wist wat ik met die foto’s zou doen. Met de tijd is het gegroeid : iedereen die ik de foto’s liet zien, reageerde enthousiast. En hoe meer vrouwen er kwamen, hoe interessanter ik het project vond. Al die verschillende verhalen, alles bij elkaar toch 150 portretten. Via een Nederlandse vriend kwam ik in contact met de psycho-analytica Hendrika Freud die veel over het onderwerp geschreven had. Met een stapel foto’s trok ik naar Amsterdam. Hoe zij die ‘las’, de details die zij opmerkte, dat was echt fantastisch. Onmiddellijk was ze bereid om er een tekst bij te schrijven, zelfs vóór er ook maar sprake was van een uitgever voor het boek. Toen Lannoo had toegezegd, heeft ze die eerste, ruwe tekst helemaal herschreven. Het is een prachtige aanvulling van de foto’s, ik ben er heel blij mee.

Gaf u veel aanwijzingen bij het poseren ?

Nee, integendeel. De sessies waren wel allemaal van tevoren afgesproken, ik heb niemand onverwachts gefotografeerd. Omdat dat een van de dingen was die mij intrigeerde : hoe maken vrouwen zich klaar om op de foto te gaan ? Hoe willen ze zich presenteren : gaan ze naar de kapper, maken ze zich op ? De eerste vraag die bijna iedereen mij stelde was : wat moet ik aan ? Waarop ik altijd hetzelfde antwoordde : kleren waarin je je goed voelt, waarin je graag gefotografeerd wordt. Ook wat de houding betreft, greep ik zo weinig mogelijk in. Ik zocht echt naar wat er spontaan zou gebeuren. Het enige wat ik vroeg was dat de vrouwen me zouden aankijken : blikken zeggen zoveel, soms meer dan de persoon in kwestie kwijt wil. En nee, ze moesten niet per se glimlachen. Soms zag ik dat de duo’s in het begin moeite deden om aan het clichébeeld van de ideale moeder-dochterrelatie te beantwoorden : elkaar innig omstrengelend, met een brede smile. Maar na een poos viel dan dat masker en werd de houding minder geforceerd, échter. Wat ik ook wilde vermijden was alleen maar mooie vrouwen te fotograferen, zoals je ze ziet in de reclame van bijvoorbeeld Comptoir des Cotonniers. Als ik vrienden en kennissen vroeg of ze geen moeders met dochters kenden, was de reactie meestal : o ja, die en die, zo’n mooie blondine en het dochtertje is ook beeldig. Dat was eigenlijk het moeilijkste : heel gewone vrouwen voor de camera krijgen, dikke en dunne, oude en jonge, opvallende en minder opvallende, een echte doorsnede.

Waren er moeders en dochters die niet samen op de foto wilden ?

Relatief weinig eigenlijk. Degenen die spontaan kwamen, waren natuurlijk de moeders en dochters die een goede verstandhouding hadden. Terwijl ik ook absoluut duo’s wilde fotograferen die niét goed overeenkwamen. Bij sommige dominante moeders hadden de dochters misschien niet veel keuze. Ik herinner mij één stel waarbij de sessie heel stroef verliep, de sfeer was echt te snijden. Nochtans leken ze erg op elkaar en waren ze op dezelfde manier gekleed. En toch namen ze een heel defensieve houding aan tegenover elkaar. Heel interessant was de moeder met twee heel verschillende dochters : een petite fille modèle en een rebel. Wel, dat opstandige meisje kreeg ik bijna niet samen met haar moeder in het kader, alsof ze als het ware uit elkaar geduwd werden. Pas toen de grootmoeder erbij kwam, lukte het : het meisje ging meteen bij haar staan. In een ander geval wilde een vrouw heel graag met haar moeder op de foto. Dat ze ook met haar dochter had kunnen poseren, kwam blijkbaar niet bij haar op. Weer een andere vrouw kwam met haar dochter en vond het heel erg dat haar overleden moeder er niet bij kon zijn. Daarom houdt ze op de foto de haarspeld van haar moeder in de hand. Al die verschillende relaties die ik van dichtbij heb mogen observeren, dat was wat dit project zo fascinerend maakte.

Heel intrigerend is de foto van een viergeslacht (overgrootmoeder, grootmoeder, moeder, babydochter). Je ziet bijna geen leeftijdsverschil tussen grootmoeder en moeder.

Ja, daar gaat het om een vrouw die pas zeventien was toen ze haar dochter kreeg. Dat zal niet gemakkelijk geweest zijn, in een conservatief milieu. Op de foto staat ze ook een beetje apart, alsof ze er niet helemaal bij hoort. Bovendien lijkt ze ook niet op de drie anderen, die allemaal blond en fijn zijn, terwijl zij donkerder en hoekiger is. Alsof de genen gewoon een generatie overgeslagen hebben.

Ook boeiend zijn de foto’s van moeders met geadopteerde dochters.

Absoluut. Soms zou je zweren dat ze op elkaar lijken, hoewel er geen genetisch verband is. Moeders van exotische adoptiedochters tonen in hun kleding vaak dat ze openstaan voor de cultuur van hun kind. Door etnische prints te dragen of fel gekleurde stoffen. Sommige mensen hadden graag wat meer uitleg bij de foto’s gezien : wie die vrouwen zijn, hun geschiedenis en relatie. Maar ik heb ervoor gekozen enkel de voornamen te vermelden ; de foto’s moeten voor zichzelf spreken, vind ik.

In hun boek ‘Moeders en Dochters’ maken Caroline Eliacheff (dochter van Françoise Giroud) en Nathalie Heinich het onderscheid tussen vrouwen die meer moeder dan vrouw zijn en omgekeerd. Hebt u dat ook gemerkt ?

Ik heb dat boek gelezen, net als Mauvaise fille van Justine Lévy, dochter van de schrijver Bernard-Henri Lévy en zijn eerste vrouw Isabelle Doutreluigne, met wie Justine een zeer getroebleerde relatie had. Opmerkelijk hoeveel boeiende boeken er over de moeder-dochterrelatie geschreven zijn trouwens. Maar wat dat onderscheid betreft : ik vind het nogal delicaat om na een fotosessie van een uur conclusies te trekken. Wat mij wel opviel : het onderscheid tussen de moeders die een stap opzij zetten en hun dochter alle aandacht gunnen en zij die zelf nog op de voorgrond willen staan. Bij sommigen heeft dat vooral met uiterlijk te maken : vrouwen die weigeren oud te worden, die er alles aan doen om nog de mooiste te zijn. Bij anderen heeft het duidelijk met macht te maken : ik beslis hier, ik ben de baas en jij doet wat ik zeg. Eén dochter vertelde mij dat ze zich tot op haar dertigste niet de vraag had durven te stellen of ze misschien anders was dan haar moeder. En ja, als je naar de uitdrukking van de moeder kijkt, dan zie je een zeer dominante vrouw.

Bent u na al die fotosessies wijzer geworden over de moeder-dochterrelatie ?

Misschien moet je dat aan mijn moeder en dochter vragen ( lacht). Als er mij één ding duidelijk is geworden, dan wel dat de relatie tussen moeder en dochter nooit simpel is. Er is compliciteit, maar ook rivaliteit. Afhankelijkheid en behoefte aan autonomie. En vaak is de band sterker dan we zelf beseffen of willen toegeven. Er waren dochters bij die alle moeite van de wereld gedaan hadden om anders gekleed te zijn dan hun moeder, maar moesten toegeven dat ze onmiskenbaar dezelfde stijl hadden : dezelfde voorkeur voor drapages of prints, hetzelfde kleurpalet. Maar zoals gezegd : ik wil niet te veel psychologiseren. Een foto is een momentopname en dus verraderlijk. Misschien betekent de gebalde vuist van de dochter alleen maar dat ze zich niet op haar gemak voelt tijdens het poseren. Daarom ben ik blij dat Hendrika Freud weliswaar heel goed naar de foto’s gekeken heeft, maar er toch een algemene tekst bij geschreven heeft. Of ik zelf met mijn moeder of dochter op de foto ging ? Dat is er nog niet van gekomen. ( lacht) Zoals zoveel fotografen heb ik een hekel aan poseren. Of is dat alleen maar een alibi om die moeilijke test niet te hoeven ondergaan ?

Mothers & Daughters, foto’s van Anne-Catherine Chevalier, essay Hendrika Freud, uitg. Terra Lannoo, 96 p., 29,90 euro.

Van 1 tot 11 december zijn de foto’s te zien in Box Galerie, Mailstraat 88, 1050 Brussel.

www.boxgalerie.be www.acchevalier.be

DOOR LINDA ASSELBERGS – FOTO’S ANNE-CATHERINE CHEVALIER

“EEN VROUW WILDE HEEL GRAAG MET HAAR MOEDER OP DE FOTO. DAT ZE OOK MET HAAR DOCHTER HAD KUNNEN POSEREN, KWAM BLIJKBAAR NIET BIJ HAAR OP.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content