Van expat tot local

Grégoire d'Oultremont. © Serkan Eldeleklioglu

Grégoire, Sarah, Benoit, Joost, Marc en Ansel werden verliefd op de stad aan de Bosporus. Drie Belgen, twee Nederlanders en een Amerikaan : ze kwamen naar Istanbul en ze bleven. Ze vertellen waarom.

Hoe lang blijft een expat een expat, wanneer wordt hij een local ? Staat daar een tijdslimiet op ? Heeft het te maken met het aantal vrienden dat je maakt ? Of met heimwee dat achterwege blijft ? Zelfs de Turken geven toe dat wie Istanbul goed wil leren kennen, bij buitenlanders moet zijn. De beste boeken over de stad zijn geschreven door buitenlanders en de expats die er wonen leggen vaak een veel actievere belangstelling aan de dag dan de Turken zelf. Voor de Turken begint het verhaal van Istanbul in 1453, toen de stad in handen viel van de moslims. Dat Istanbul eerder al hoofdstad was geweest van twee wereldrijken (het Romeinse en het Byzantijnse), weten veel bewoners niet. Geschiedenis is in Turkije ofwel een decorstuk dat moet glimmen, ofwel iets dat verborgen moet worden. Zes buitenlanders, die elk in een andere buurt van de stad wonen, vertellen waarom zij zo van Istanbul houden. Ooit waren ze expats, nu zijn ze locals.

Grégoire d’Oultremont (Belg) Managing partner bij IBD Associates, woont in Istanbul sinds 2008.

“Ik woon hier al drie jaar. Galata was voor mij een logische keuze : de wijk ligt in het hart van de stad, maar is toch heel rustig. De sfeer beviel me meteen. Het is een buurt waar mensen elkaar nog kennen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de smalle straatjes. Toch ben ik soms bang dat Galata zijn ziel dreigt kwijt te raken. Er wordt ontzettend veel gerestaureerd. Dat is goed natuurlijk, want veel panden waren er slecht aan toe. Dat ik in mijn flatje voortdurend geklop en geboor hoor, daar kan ik nog mee leven, maar ik maak me zorgen over het voortbestaan van die mooie mix van autochtonen en expats hier. Het buurtwinkeltje, de kleermaker, de man met zijn fruitkar…, dingen die je in Europa niet meer ziet in het stadsleven, ze dreigen allemaal vervangen te worden door de exponenten van wat men met een duur woord gentrification noemt : een koffiebar, een boetiekhotel, een kunstgalerie, een modeontwerper die uit prestigeoverwegingen een winkel wil in Galata. Het is allemaal nogal dubbel, want misschien ben ik wel deel van het probleem (lacht). Enkele Bekende Turken kochten ook al appartementen in de wijk. Met zo’n Galataflat kopen ze zich credibiliteit, terwijl ze er drie jaar geleden waarschijnlijk hun neus voor hadden opgehaald. Ook de toeristen hebben de buurt ontdekt, en terecht. Het is er erg fotogeniek en je voelt de aanwezigheid van het water : de Bosporus, de Gouden Hoorn, de Zee van Marmara. Bezoek dus niet alleen de Galatatoren, maar ook de straatjes eromheen.”

– Praktisch : Galata is de wijk rond de gelijknamige toren.

Sarah Schockaert (Belg) Guest Relations Manager in het Kalyon Hotel, woont in Istanbul sinds 2002.

“Wonen in Istanbul is voor mij een bewuste keuze geweest. Er was niets of niemand die me daartoe dwong. In het begin was het wel wennen aan de drukte, maar dat ik mij hier zo snel thuis voelde, heeft alles te maken met de gastvrijheid van de Turken. Ik hou ook enorm van de Bosporus. Het uitzicht is en blijft adembenemend, dag en nacht, in elk seizoen. Er is ongelofelijk veel beweging op het water : vrachtschepen, ferry’s, vissers met hun sloepen, rijkelui met hun jachten. Het mag eigenlijk niet, maar op warme dagen zie je ook wel mensen zwemmen in de Bosporus. En dan die duizenden hengelaars aan de kant… Het besef dat het een zee(straat) is die eruitziet als een rivier, en dat aan de overkant een ander werelddeel begint, geeft de plek natuurlijk een extra dimensie. De oevers staan vol met bijzondere bouwwerken : paleizen, moskeeën, bruggen, zomerverblijven van de rich & famous. ’s Avonds, als de hele stad verlicht is, wordt het nog romantischer. Ik hou ervan om te ontbijten langs de oever, een lange wandeling te maken en dan iets te drinken op een van de terrasjes langs het water. En dan is er nog het nachtleven langs de Bosporus dat ondertussen internationale faam heeft. Luxenachtclubs vind je tussen Ortaköy en Kuruçesme. In Bebek is er een klein haventje en je hebt er een heel mooi uitzicht. Voorbij Bebek, richting Emirgan, is het meestal iets rustiger. Als je liever op een serene manier van de Bosporus geniet, is het aangeraden om tijdens de week te komen en weekends te vermijden.”

– Praktisch : neem vanuit Kabata een taxi of autobus naar Bebek.

Benoit Hanquet (Belg) is gids voor trekkings/hikings in het Turkse binnenland en woont in Istanbul sinds 1989.

“De wijken rond de Gouden Hoorn (inham aan het begin van de Bosporus die de oude stad afscheidt van de rest, nvdr.) worden enorm onderschat. Bezoekers komen er amper, behalve gelovigen uit Griekenland die op zondagochtend de eucharistieviering in het patriarchaat in Fener (de oude Griekse wijk) willen meemaken. Veel buurten rond de Gouden Hoorn zijn armoedig, maar ze vormen een rijke sociale, culturele en architecturale mix. Met een goede gids ontdek je hier eeuwenoude synagogen, Byzantijnse en Armeense kerken, soefikloosters, Griekse scholen en -herenhuizen. In 1994 werkte ik hier voor een Franse onderneming. De chef van de technische dienst heette Cantacuzène. Hij vertelde me dat zijn familie oorspronkelijk uit Istanbul afkomstig was en toen de naam Kantacuzinos droeg. Ik verkende met hem de restanten van het Candemirpaleis in Fener, dat destijds eigendom was van een familie die net als de Kantacuzinos deel uitmaakte van de Griekse elite die samenwerkte met de Ottomaanse sultans. Met mijn baas mocht ik daar een bibliotheek bekijken waar boeken stonden uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw. Toen ik er enkele jaren later terugging, waren ze verdwenen, verbrand. Gelukkig hoorde ik dat een deel ervan in veiligheid was gebracht in een Grieks klooster op de Prinseneilanden, een uurtje varen op de Zee van Marmara.”

– Praktisch : een leuke manier om de wijken rond de Gouden Hoorn te verkennen is de ferry die aan weerszijden van het water verschillende stopplaatsen heeft. Opstappen doe je in Eminönü, net naast het busstation naast de Galatabrug.

Joost Lagendijk (Nederlander) Voormalig Europees parlementslid, docent en senior advisor European Policy Center, woont in Istanbul sinds 2009.

“Ik kende Kuzguncuk, de wijk waar ik woon, omdat mijn vroegere Turkse assistent in het Europees Parlement er jaren geleden een huis kocht dat ik enkele keren heb bezocht. Ik was onder de indruk van de rust en het groen die in deze buurt domineren. Er was ook een prima bootverbinding van Kuzguncuk naar mijn werkplek in Karaköy, vlakbij de Galatabrug, aan de overkant van de Bosporus. Voor mij dus (meestal) geen files. Een derde reden om ons hier te vestigen was dat we tegen het mooiste en authentiekste huis aanliepen, waar we nog steeds met plezier wonen. Kuzguncuk is eigenlijk meer een dorp midden in de stad. De buurt is overzichtelijk, ligt aan de Bosporus, ingebed tussen twee groene zones. Net buiten het centrum, maar niet te ver weg. Een aparte buurt, vanwege het verleden en het heden. Vroeger, in de achttiende, negentiende en begin twintigste eeuw, woonden hier vooral niet-moslims. Dat verklaart de aanwezigheid van twee Griekse kerken, waarvan één nog in gebruik, een Armeense kerk en een synagoge. Nu wonen er niet veel niet-moslims meer. Kuzguncuk is vandaag een mix van de oorspronkelijke bewoners, de doorsneebevolking van Istanbul en een toenemend aantal zelfstandigen als journalisten, academici en architecten. Ze komen hier wonen vanwege de prettige sfeer. Ik kan een bezoek aan Kuzguncuk zeker aanbevelen, als onderdeel van een trip naar de Aziatische kant van de Bosporus. Het is altijd leuk om met de boot over te steken naar Üsküdar en van daaruit langs het water naar Kuzguncuk te lopen. Als je hier een uurtje rondwandelt doe je een goede indruk op van de sfeer en krijg je enkele mooie, opgeknapte Ottomaanse huizen te zien. De meest typerende plekken zijn de kleine terrassen bij twee eethuisjes aan de hoofdstraat, waar je rustig thee of koffie kunt drinken of een hapje eten, terwijl je het typische buurtleven gadeslaat, alles net een versnelling trager dan in de rest van Istanbul.”

Marc Guillet (Nederlander) Correspondent, woont in Istanbul sinds 2006.

“Ik koos voor Istanbul omdat het een multiculturele en multireligieuze wereldstad is, een kosmopolitische haven ook, hét economische en culturele hart van Turkije én een stad waar drie wereldrijken hun stempel op hebben gedrukt. Daarnaast hou ik van het mediterrane leven, de keuken en de gastvrijheid, de warmbloedigheid van de Turken. Ik koos er heel bewust voor om in Kadiköy te wonen omdat ik tussen de Turken wil leven en niet elke dag tussen de buitenlanders wil zitten. Bovendien is het heerlijk om aan de Aziatische kant te wonen. Kadiköy is het moderne en culturele centrum van Aziatisch Istanbul. Het is het ‘gewone’ Istanbul en in zekere zin dus authentieker dan de Europese wijk met de toeristische attracties. Daarnaast geniet ik elke keer weer van de overzet met de veerboot over de Bosporus naar de Europese kant : lekker relaxed, met de meeuwen om me heen, terwijl de skyline van het oude en van het moderne Istanbul dichterbij komen. Tot eind negentiende eeuw woonden hier meer christenen dan moslims. Dat geeft de wijk nog steeds een aparte sfeer, er zijn veel kerkjes te bewonderen. Een van mijn favoriete plekken is de haven met mooi uitzicht op de oude stad met de Aya Sofia, de Blauwe Moskee en het Topkapipaleis ; andere favoriete plekken zijn het café Sakli Bahçe (‘Geheime Tuin’) en de groente- en visbazaar. Kadiköy is in alle opzichten een aanrader voor bezoekers die graag de stad willen zien buiten de gangbare toeristische paden.”

– Praktisch : Kadiköy is met de ferry bereikbaar vanuit Eminönü en Karaköy (aan weerszijden van de Galatabrug).

Info: www.genietvanistanbul.nl

Ansel Mullins (VS) Immobiliënconsultant, woont in Istanbul sinds 2002.

“Als ik zeg dat ik in Tarlabasi woon, schrikken de meeste Turken zich een hoedje. Voor hen is het een schurkenbuurt vol terroristen, communisten, homo’s en prostituees. De grappigste reactie kwam van een taxichauffeur die ” Harlem !” riep, toen hij doorhad waar ik woonde. Veel van mijn vrienden laten zich dan ook afschrikken, ze lopen liever om de wijk heen. Maar de meeste bewoners zijn doodgewone families die het hoofd boven water proberen te houden. Er is veel interactie tussen de buren. Dat vind ik zelf ook fijn. Iedereen kent iedereen en in elke straat woont wel een teyze of amca, een oud vrouwtje of mannetje, dat alles in de gaten houdt. Tarlabasi is eigenlijk de onderbuik van de populairdere Taksimbuurt, maar die is de laatste jaren almaar duurder geworden. In Tarlabasi vind je nog heel mooie flats tegen voordelige prijzen, ook al wordt hier nu volop gespeculeerd op een grootschalige herwaardering. De wijk heeft immers potentie. Er staan prachtige huizen, gebouwd voor Europese diplomaten toen Istanbul nog de hoofdstad was. Of door Grieken en Armeniërs, die in de loop van de voorbije honderd jaar werden verjaagd. Tip : kom op zondagochtend naar de markt in Tarlabasi, dan zie je pas hoe kleurrijk de buurt is. Het lijkt wel alsof mensen uit de bergen afdalen om boodschappen te doen.”

– Praktisch : vanuit de winkelstraat Istiklal Caddesi is Tarlabasi makkelijk bereikbaar door de tunnel naast het Britse consulaat.Dirk Vermeiren is correspondent voor Belgische en Nederlandse media. Hij woont in Istanbul sinds 2002.

Door Dirk Vermeiren – Foto’s Serkan Eldeleklioglu

“Galata ligt in het hart van de stad”

“De Bosporus blijft adembenemend”

“De wijken rond de Gouden Hoorn zijn onderschat”

“In Kuzguncuk domineren rust en groen”

“Kadiköy is het centrum van Aziatisch Istanbul”

“In Tarlabasi kent iedereen iedereen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content