Vergeet Parijs-Roubaix : te vuil, te veel drukte en vooral te vlug afgelopen. Neem een weekje om te genieten van de nieuwste klassieker : Parijs-Londen, rustig peddelend over de Avenue Verte.

1. PARIJS – MAISONS-LAFFITTE 53,6 KM

“Je zult de straten voor jou alleen hebben, Parijs slaapt uit op zondag”, voorspelt Bruno Cochard, gastheer van de knusse chambre d’hôte, vijfhoog in het elfde arrondissement. De man kent zijn stadsgenoten blijkbaar niet zo goed. Aan de Notre Dame (Parijs-Londen neemt uiteraard het point zéro des routes de France als startpunt, die koperen ster tussen de kasseien is het referentiepunt voor alle landkaarten) is het nog relatief rustig, slechts enkele Aziatische toeristen zijn op selfiejacht. Maar ik zit nauwelijks één kilometer in het zadel als ik moet afstappen : concurrenten hebben het parcours ingenomen, duizenden Parijzenaars houden een stratenloop. Er zit niets anders op dan een halfuurtje te stappen, fiets aan de hand.

Aan Canal Saint-Martin is het wel zondags rustig. Via Napoleons sluizensysteem, Bassin de la Villette en Canal Saint-Denis bereik ik de noordelijke meander van de Seine. Daar tref ik de eerste wegwijzer naar Londen. Vreemd, uitgerekend hier is er geen verwarring mogelijk : volg de rivier der rivieren. In Chatou maak ik een ommetje naar ‘L’Île des Impressionnistes’. Renoir was hier vaak, onder meer om Le déjeuner des Canotiers te schilderen. Ik ben hier voor het eerst en wil alleen maar een koffie drinken. Het afgebeelde terras bestaat nog, inclusief een gelijkende streepjes-luifel en houten balustrade. Maar een buslading toeristen heeft alle stoelen ingenomen. Die koffie bestel ik toch liever op een rustiger plek.

Op naar Maisons-Laffitte, waarvan het eerste beeld een knoert van een kasteel is. Lodewijk XIV kreeg hier als dertienjarige Zonnekoning in spe een uitgebreid banket. Ook Voltaire werd hier ooit gesignaleerd, en recenter John Malkovich, Glenn Close, Michelle Pfeiffer, Uma Thurman en Keanu Reeves. Want het imposante zeventiende-eeuwse bouwwerk was in 1988 het decor voor Dangerous Liaisons, de kostuumfilm van Stephen Frears over de Franse adel, net voor de Revolutie.

2. MAISONS-LAFFITTE – BAZINCOURT 78 KM

Sint-Martens-Latem aan de Seine, zo duur oogt Maisons-Laffitte. Ik fiets het stadje uit langs de paardenrenbaan, door een villawijk met exuberant grote panden, sla het bos in en bereik algauw L’Etoile du bout du monde. Een hele mondvol voor een open plek waar tien aardewegen kruisen. De gps leidt me handig van de Route de la Vente Frileuse naar de Route du Corra. In Vigny tref ik lotgenoten : twee Duitse fietsers staan beteuterd voor de gesloten deur van Café de la Poste. Het wordt een droge dag : in Théméricourt is Le Vieux Zinc ook al dicht, Wy-dit-Joli-Village heeft niet eens een café, en zo gaat dat droogweg tot in Bazincourt. Zelfs Le Domaine de Villarceaux is dicht, het weelderige renaissancekasteel van de vermaarde courtisane Ninon de Lenclos. Ze ontving hier een groot deel van de Parijse intelligentsia, onder wie Molière. Alle Franse kastelen hadden wel ooit illustere bewoners of bezoekers, maar Théméricourt blijkt toch een apart geval. Dat kasteel huisvestte Baby Doc, de Haïtiaanse dictator die vierklauwens zijn doodarm landje ontvluchtte tijdens een volksopstand. Na zijn vertrek werd het kasteel vlug tot regionaal museum omgetoverd.

In Bray-et-Lû kom ik bij een oude Franse grenslijn : de Epte. Hier eindigde het oude koninkrijk, op de andere oever begon Normandië. Toen de Noormannen in de negende en vroege tiende eeuw de Europese stranden innamen, raakte de Franse koning in paniek zodra ze de Seine begonnen op te varen. In een vlaag van zelfbehoud schonk hij ze alles tussen de Noordzee en de Epte. Driehonderd jaar bleef Normandië onafhankelijk, in die tijd liep het Engeland (de Slag bij Hastings !), Schotland en stukken van Italië onder de voet. Ik voel me hier meteen zeer welkom : 21 km heerlijk fietspad volgen de Epte. Langs de voie verte herinneren stationnetjes aan een vorig leven, dit was nog niet zo lang geleden een regionaal spoorlijntje.

In Château de la Rapée in Bazincourt staat mijn bedje gespreid en komt een Normandisch menu op tafel : een neufchâtelhartje en cocotte, eend met fruit en als toetje een douillon (een hele appel met kaneel in een deegjasje). De routebeschrijving had me vandaag 78 km beloofd, na te veel omwegen staat de teller op 99.

3. BAZINCOURT – FORGES-LES-EAUX 71 KM

Na het uitgebreide ontbijt rijd ik terug naar Gisors voor een stadsbezoek. Gisteren was er te weinig tijd voor de elfde-eeuwse burcht. Willem de Rode (de zoon van Willem de Veroveraar) liet die optrekken. Het middeleeuwse kasteel dook herhaaldelijk op in verhalen over de schat van de tempeliers. In de jaren zestig was de Franse minister van Cultuur, André Malraux, de talrijke clandestiene graafwerken beu. Hij stuurde genietroepen naar Gisors om alle ondergrondse tunnels of bergplaatsen uit te zoeken. De operatie leverde niets op, behalve een nieuw indianenverhaal : de schat is door de regering geconfisqueerd.

Terug in het zadel, vandaag staan er ‘Normandische bergen’ op het programma, tot wel 180 meter hoog. Die blijk ik nog wel aan te kunnen, de aanhoudende noordenwind hindert me meer. Kilometers volg ik een berm vol klaprozen, alsof de Fransen zo vriendelijk zijn geweest om de route met rood te markeren. In Neuf-Marché heet een gehucht zowaar Les Flamands, maar op het bord lees ik Les Flamants. Ik had dat bord te lijf moeten gaan met een rode stift, bedenk ik ’s avonds aan tafel in het casino van Forges-les-Eaux. Wat een vreemde plek om te dineren trouwens : drie meter van een elektronische roulettetafel, met een riedel pings en pongs als muzak. Een tachtiger in smetteloos wit pak werkt een heel repertoire zenuwtrekjes af, iedere keer als het balletje fout terechtkomt. Bij elke ronde dus.

4. FORGES-LES-EAUX – DIEPPE – NEWHAVEN 73 KM

Tot 1988 reed er nog een trein van Parijs naar de ferryboot in Dieppe. Vandaag kan ik een restant van dat traject volgen over een drie meter breed asfalttapijt. Een fietsboulevard in het groen. Dit moet een makkelijke dag worden, achteloos rechtdoor. Maar iets voorbij Beaubec-la-Rosière wacht een bizarre ontmoeting. Verbouwereerd gooi ik de remmen dicht voor een bende carnavalsgekken. De Kerstman, Spiderman, allerhande Supermannen en stripfiguren op roestige tweewielers. Heren, wat is de bedoeling ? Die blijkt nobel, de groep komt uit de Pink Pub uit Bognor, Sussex, en rijdt naar Parijs om fondsen te verzamelen voor een kinderziekenhuis. Het idee ontstond op een (royaal overgoten) animatiemiddag in dat ziekenhuis : in dezelfde verkleedpakken en op vijfdehandsfietsen zouden ze de klus klaren. Ik zie het zweet uit sommige rubberpakken druipen, maar aan opgeven denken ze niet. Het doel (25.000 pond) is al overschreden. Net voor de publicatie van deze reportage staat er 107.621,13 pond op de teller (ruim 140.000 euro). “In Groot-Brittannië staat ‘London-Paris’ synoniem voor charity, jaarlijks rijden tientallen groepen deze Avenue Verte als sponsortocht”, vertelt Captain America.

In Dieppe verzamelen de fietsers druppelsgewijs voor de ferry van 18 uur. Duitsers en Oostenrijkers, op fietsen van Rückenwind.de, een paar Slovenen en Italianen van girolibero.it, en zowaar twee enthousiaste Amerikanen. “Volgend jaar komen we opnieuw fietsen in Europa, maybe in Flanders, maybe in Italy.

5. NEWHAVEN – BRIGHTON 31 KM

Omdat ik benieuwd ben naar de kwaliteit van het National Cycle Network verlaat ik even de Avenue Verte en kies voor de NCN 20, van Brighton naar Crawley. Daardoor heb ik vandaag een ultrakorte rit langs de kust. Met een ommetje langs de beroemdste kliffen, de Seven Sisters, erbij hooguit twee uur rijden. Die witte zusjes krijg ik helaas niet te zien, ze schuilen in een dichte mist. Terwijl enkele kilometers naar het westen, tussen Newhaven en Brighton, de zon schijnt.

Langs de kliffenmuur is het heerlijk fietsen naar Brighton, de oude glorie. De beroemde Pier wenkt van ver, dichterbij blijkt het een langgerekte markt van tattoos, fastfood, grote pinten, schreeuwerige kermisattracties, stelende meeuwen, slapende zonnekloppers, portrettekenaars en kaartlegsters. Heel anders is de sfeer rond het Royal Pavilion : enkele genieters languit in het gras, met een boek, een mp3, een stel peuters of een lief. Het paleis met zijn Indiase profiel en Chinese interieur is een uit de voegen gebarsten folie van de excentrieke George IV. Als kroonprins en regent kwam hij graag de bloemetjes buitenzetten aan zee. Hij liet het geld rollen aan goktafels, op feesten en in de bouw van ‘zijn koninklijk paleis’. Alle Engelsen samen betaalden uiteindelijk de rekening. Alles voor de royals. Hoewel, na zijn dood in 1830 schreef The Times : “Nooit werd iemand minder betreurd dan deze overleden koning. Welk oog heeft voor hem geweend ?”

6. BRIGHTON – CRAWLEY 51 KM

De NCN 20, recht naar het noorden, blijkt algauw mijn foutste idee van de week. De ‘fietssnelweg’ volgt stomweg de gewone, behoorlijk drukke wegen. In Slaugham rijd ik bijna de M23 op, tussen oprit en fietspad ligt maar een onopvallende boordsteen.

Crawley is een van de Londense satellietsteden die na de oorlog werden gebouwd : wel veel ruimte en groen, maar verder alleen saaie winkelstraten met ketens en 1 pound-shops.

7. CRAWLEY – LONDEN 70 KM

De tocht eindigt zoals hij begonnen was : te voet. In het centrum van Londen zijn 250.000 mensen aan het betogen tegen het besparingsbeleid van premier Cameron. Met de fiets aan de hand volg ik de bonte menigte richting London Eye.

De dag was ook al memorabel begonnen, met een hallucinante passage onder de landingsbaan van London Gatwick. In een BBC-interview zei de parcoursbouwer ooit : “There is no alternative” – Tina, de moeder van alle dooddoeners. Kort na elkaar : langs loskades, onder monorails, over treinviaducten, voetgangersbruggen met trappen, allemaal obstakels die je niet verwacht op een Avenue Verte, maar de volhouder komt er wel. In de dorpen verbannen de Britten de fietser naar het voetpad – de zwakke weggebruikers moeten het maar onder elkaar eens raken. Gelukkig zijn er ook mooie stroken, zoals langs de rivier Wandle en het Wimbledoncomplex. En het zuiden van Londen binnenfietsen is heerlijk. In de parken scheren frisbees over en weer, belijden witte mannetjes de cricketreligie, elders wordt vloekend gevoetbald en staan rugbyteams kreunend en steunend in een scrum vervlochten. Saturday Afternoon Fever. Op Battersea Power Station tel ik geen vier maar drie schoorstenen. Het icoon van de Animals-hoes van Pink Floyd is door Maleisiërs gekocht voor een half miljard euro en wordt verbouwd voor woningen, winkels en kantoren. Pal ernaast komt een hotel, ontworpen door Foster + Partners. De buurt moet over enkele jaren een nieuwe trendy plek aan de Theems worden.

Nog enkele miles tot London Eye. Even doorrijden, denk ik, want er is regen op komst. Maar Camerons beleid dwarsboomt mijn plan, van Westminster kost het me voetje voor voetje nog anderhalf uur om de andere oever van de Theems te bereiken. Onder London Eye stopt de teller op mijn fiets bij 455,99 km. Ik reed de Avenue Verte dus met een gemiddelde van 14,2 km/u. De volgende keer moet dat trager kunnen.

Tekst en foto’s Ignace Van Nevel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content