Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Voor elk artikel moet ik door een uitstelritueel: ik heb alle mogelijke informatie nodig; die moet, in volgorde van belangrijkheid, op mijn bureau uitgestald liggen; ik moet eerst uren op het net surfen om ze te vinden. Misschien kom ik tijdens die zoektocht ook langs katten die vermomd zijn als sushihapjes of langs een artikel over barones Maud von Thyssen-Bornemisza die in 1935 in een auto-ongeluk met haar minnaar haar tong afbeet en nooit nog een woord kon uitbrengen. In elk geval, ik wil het allemaal lezen, want sushikatten worden misschien een trend en in mijn vak moet je van alles op de hoogte zijn, ook van obscure baronessen. Vervolgens mail ik eerst die freelancer over wiens voorstellen ik al zo lang feedback moet geven, lees ik eerst dat stuk waarop ik al zo lang wacht, kijk ik alle aanbiedingen van alle uitgeverijen door en krijg ik eigenlijk echt wel veel gedaan; alleen de intro niet. Pure procrastinatie, van het zuiverste soort.

In 1995 schreef filosoof John Perry, professor aan Stanford, een essay over uitstelgedrag dat ik af en toe herlees omdat het zo herkenbaar is. En hij had maar zeventien jaar nodig om van dat essay een boek te maken, wat ook heel herkenbaar is. Procrastinatie noemt hij het voor je uitschuiven van taken waarvan je weet dat het slimmer zou zijn als je ze nu wel zou doen, een activiteit waar Perry zeer bedreven in was.

Perry voelde zich voortdurend schuldig als hij geen verhandelingen van studenten las, boeken bestelde voor zijn volgende cursus, een onderzoek afwerkte of een ander belangrijk item negeerde dat op zijn todolijst stond. Tot hij besefte dat hij eigenlijk niet zo lui was als hij dacht. Uitstellers doen zelden niets, zegt hij. Terwijl hij deze taken voor zich uit schoof, werkte hij in de tuin, scherpte hij zijn potloden, praatte hij met studenten of maakte hij schema’s over hoe hij zijn dossiers zou ordenen als hij daar ooit aan zou toekomen. En waarom doet een uitsteller dat? Omdat het niet de meest belangrijke zaken op zijn lijstje zijn. Zou hij zijn potloden slijpen als dat op nummer één stond? Natuurlijk niet. En daarin ligt volgens Perry het geheim voor het succesvol ombuigen van uitstelgedrag: het komt allemaal neer op het goed samenstellen van het lijstje in je hoofd; een techniek die hij ‘gestructureerde procrastinatie’ noemt. Op het lijstje worden de taken geordend volgens belangrijkheid, maar eigenlijk bedrieg je jezelf een beetje. Bovenaan zet je grootse projecten die belangrijk klinken, maar het niet zijn (Chinees leren, een Nobelprijs winnen) en die deadlines lijken te hebben (kandidatuur Nobelprijs insturen tegen?). In het midden zet je de zaken die je echt verondersteld wordt te doen: intro schrijven. En waar je dus nu aan toekomt omdat je als geboren uitsteller koste wat het kost de top van je lijstje probeert te vermijden. Met dit soort takenstructuur wordt de uitsteller een productief iemand, zegt Perry. De procrastinator kan zelfs de reputatie krijgen iemand te zijn die veel voor elkaar krijgt, zoals ik.

Perry heeft negen goede redenen voor uitstelgedrag, waarvan mijn favoriete is: het is niet de ergste tekortkoming die je kunt hebben, je bent tenslotte geen seriemoordenaar en je steelt geen eten van hongerige nonnen. De meest herkenbare is: wachten tot de laatste minuut is gewoon de beste manier om je tijd efficiënt te gebruiken. En nog eentje waarin ik sterk geloof: terwijl we de taak uitstellen, focust ons onderbewuste zich erop, zodat we – wanneer we er eindelijk aan toekomen – vol goede ideeën zitten die niet waren gerijpt als we de deadline hadden gerespecteerd. Dat vinden Perry, ik en al mijn mede-uitstellers. Dus het moet waar zijn.

lene.kemps@knack.be

Lene Kemps

Een mooie uitleg voor uitstelgedrag: “Terwijl

we de taak uitstellen, focust ons onderbewuste zich erop, zodat er goede ideeën ontstaan die anders niet waren gerijpt”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content