Op papier is scheiden een stuk simpeler geworden. Maar het emotionele leed wordt er niet noodzakelijk minder door. En zelfs als partners op een beschaafde manier uit elkaar gaan, lopen hun versies van de feiten nogal eens uiteen.

Ik had Marianne nog nooit een kwaad woord over haar ex horen zeggen. Meer nog, als je haar vol affectie over hem bezig hoorde, kon je je afvragen waarom die twee in hemelsnaam uit elkaar waren gegaan. Tot Marianne een oude kennis tegenkwam die half medelevend, half verlekkerd informeerde hoe ze het verwerkt had, door Erik in de steek gelaten worden. Terwijl de scheiding er wel degelijk op haar initiatief gekomen was. “In principe doet dat er ook niet toe, maar dat Erik mij in zijn vriendenkring als een melijwekkende duts had afgeschilderd, dat kon ik niet echt appreciëren.”

Zo gebeurt het wel vaker: de wielrenner die in de media trots met zijn nieuwe vriendin uitpakt en zijn ex als een belemmering voor zijn carrière voorstelt. Een politicus die de mond vol heeft over de kinderen uit zijn tweede huwelijk en met geen woord rept over die uit zijn eerste. Hoe de andere partij dat verwerkt, daar heb je meestal het raden naar. Uit elkaar gaan is nu eenmaal complexer dan delen door twee, en zelfs bij een scheiding met onderlinge toestemming heeft de waarheid meestal meer dan één gezicht.

M arc (50) ging na 17 jaar huwelijk weg van Monique (49). Zij hebben twee kinderen, Inneke en Dirk. Zowel Marc als Monique hebben een nieuwe relatie, en sinds zeven jaar is Marc opnieuw vader van een zoontje.

Marc

“Als ik me nu over iets verbaas, dan is het over de nonchalance waarmee ik destijds de belangrijkste beslissingen in mijn leven genomen heb. Studiekeuze? Wel, mijn ouders gaven allebei les en ze deden dat graag. Aangezien ik goed was in wiskunde, was het maar logisch dat ik leraar wiskunde zou worden. En voor de rest? Theoretisch behoor ik tot de generatie van ’68. Nu klinkt dat heel spannend, maar hoe onnozel waren wij toen… Goed, ik ging wel mee betogen tegen van alles en nog wat, maar eigenlijk reikte mijn horizon niet verder dan de muren van de jeugdclub. Daar heb ik Monique trouwens leren kennen. Of nee, dat is niet waar. We hebben zelfs nog samen in de kleuterschool gezeten, maar later heb ik haar jaren uit het oog verloren. Of ik verliefd op haar was? Ik denk het wel. Dat is eigenlijk raar, dat je moeite moet doen om je dat te herinneren… Als het vuur gedoofd is, bedoel ik. Monique was mijn eerste vaste verkering, vóór haar waren er alleen een paar vakantielieven aan zee, maar verder dan wat onhandig gefrutsel ging dat niet. En ja, nu ik erover nadenk, het initiatief ging wel van haar uit, blijkbaar had ze al langer een oogje op mij.

Maar seks, dat is pas veel later gekomen. Ik weet nog dat ik in mijn tweede kandidatuur zat en dacht dat ik waarschijnlijk de enige van mijn jaar was die nog niet echt had gevreeën. Veel kans om alleen te zijn hadden wij trouwens niet, zowel bij haar als bij mij thuis waren ze daar alles behalve inschikkelijk in. Vrijen, dat was met een rooie kop en je broek op je schoenen op de sofa liggen sukkelen, met één oog op de deur, want haar ouders konden elk moment thuiskomen van het volleybal. En toen we uiteindelijk in het kot van een vriend terechtkonden, was Monique binnen de zes maanden zwanger. Ik dacht dat haar vader mij de kop zou inslaan. Bij mij thuis waren ze ook niet content, maar goed, ze hadden Monique graag en eigenlijk hadden ze altijd al gehoopt dat ik met haar zou trouwen. De mogelijkheid van abortus is zelfs nooit ter sprake gekomen. Wie zijn gat verbrandde, moest nu eenmaal op de blaren zitten. Dat ik toen niet in paniek geschoten ben: nauwelijks 22 en al een kind op komst… Maar nee, in onze naïviteit dachten we dat het allemaal wel zou loslopen.

Nu, dat viel tegen. Inneke was een huilbaby. Enfin, nu weet ik dat daar een woord voor bestaat. Toen wist ik alleen dat dat kind dag en nacht blèrde. Om de muren van op te lopen. En doordat je allebei doodop en wanhopig en prikkelbaar bent, ga je onwaarschijnlijk op elkaars zenuwen werken. Twee jaar heeft het geduurd voor we weleens een nacht konden doorslapen. In die tijd is er veel tussen ons veranderd. Seks interesseerde Monique nog nauwelijks. Alles draaide om dat kind. Terwijl ik zelf nog een kind was. Op school kon ik mijn leerlingen met moeite de baas, daarbuiten was mijn leven een en al voorspelbare routine: boodschappen doen, met de kleine naar de dokter, opruimen, de ene zondag naar mijn ouders, de volgende naar de hare. In die periode ben ik voor het eerst vreemd gegaan, met een oudere getrouwde collega op school. Een vrouw van de wereld, nogal uitdagend en seksueel veel avontuurlijker dan Monique. Maar blijkbaar had ik haar niet genoeg te bieden, want na een paar maanden heeft ze de verhouding verbroken. Daar heb ik nogal van afgezien, ik was graag bij die vrouw en bovendien voelde ik mij schuldig tegenover Monique. In die tijd is onze Dirk er gekomen. Een veel gemakkelijker kind dan Inneke en intussen waren Monique en ik ook beter tegen het ouderschap opgewassen.

Monique zal dat misschien tegenspreken, maar ik vind mijzelf geen slechte vader. Niet het type dat op het strand zandkastelen bouwt, dat doe ik nu eenmaal niet graag, maar ik ben wel altijd met hun opvoeding bezig geweest. Toen ze op de lagere school zaten, kregen wij geregeld complimentjes van de onderwijzeressen, dat het zo’n aangename kinderen waren. Dat deed mij dan plezier. Ik ben altijd veel consequenter met hen geweest. Van Monique mochten ze alles, tot ze het niet meer aankon, en dan werd ze kwaad.

Dat ik mijn vrouw en kinderen ooit zou verlaten, heb ik mij lang niet kunnen voorstellen. Goed, het was geen fantastisch huwelijk, maar na een tijd leg je je daar bij neer. Je zoekt andere uitlaatkleppen… Ook in het werk. Na vijftien jaar had ik het lesgeven wel bekeken en ben ik mij meer en meer gaan toeleggen op het ontwerpen van software. En zo heb ik Nadia leren kennen. Een groter cliché bestaat er niet: een toffe collega, jonger, vrijgevochten, geen kinderen. Ineens voel je hoe je leven zou kunnen zijn. En je denkt dat je het allemaal onder controle hebt, dat je alle partijen tevreden kunt houden. Maar dat is natuurlijk niet zo. Nadia was daar van in het begin veel realistischer in dan ik. Na een jaar heeft ze de relatie zelfs afgebroken. In de zes maanden dat ik haar niet gezien heb, was ik doodongelukkig. Ik vermagerde, dronk te veel, was thuis niet om aan te spreken. Toen wist ik: als ik haar kan terugwinnen, dan moet ik ervoor gaan, want dit is geen leven. Voor mij niet, maar ook niet voor Monique en de kinderen. En nu we zoveel jaren verder zijn denk ik dat iedereen beter is geworden van wat er gebeurd is. Goed, ik heb het toen misschien allemaal niet zo elegant aangepakt, ik ben er mij van bewust dat ik Monique verschrikkelijk heb doen afzien. Maar ze heeft zich goed herpakt, volgens mij is ze nu gelukkiger dan ze ooit met mij geweest is.

Met Inneke is mijn relatie lang problematisch geweest, maar nu heb ik de indruk dat ze mij begrijpt. Van de kinderen had zij eerst de meeste moeite om Nadia te accepteren, maar nu is het omgekeerd. Ze is gek op haar halfbroertje, dat helpt natuurlijk. Met Dirk heb ik op dit ogenblik weinig contact, volgens Inneke ligt hij zwaar met zichzelf in de knoop. Ik hoop dat het ooit nog goed komt met hem, ik heb die jongen altijd graag gezien. Dat ik op mijn 43ste opnieuw vader zou worden, daar had ik niet meer op gerekend, maar ik vond dat ik Nadia dat kind niet mocht ontzeggen. Het is de omgekeerde wereld: kinderen hoor je te hebben als je jong bent, maar nu ik rijper ben en meer tijd heb, beleef ik het vaderschap veel bewuster. Hetzelfde geldt trouwens voor mijn relatie. Een mens verandert zo wezenlijk tussen z’n twintigste en z’n dertigste, eigenlijk zou het verboden moeten zijn om voor je dertigste te trouwen.”

Monique

“Wat ik Marc altijd kwalijk zal blijven nemen, is de manier waarop hij het mij verteld heeft, van hem en Nadia. De voorgaande maanden was hij totaal uit zijn doen geweest. Een vervroegde midlifecrisis, dacht ik. Maar ineens scheen het beter te gaan. Samen met een andere familie gingen we naar Île de Ré. Inneke en Dirk kwamen goed overeen met de jongens van dat andere koppel en zelf had ik ook erg naar die vakantie toegeleefd. En dan zo’n bom. Ik weet nog altijd niet waarom hij dat moment gekozen had. Misschien dacht hij dat ik mij wel goed zou houden, met die vrienden erbij. Of misschien was het helemaal niet gepland, maar miste hij haar zo dat het er gewoon uit moest. In elk geval, ik stortte in. Dat weet ik nog heel goed, dat ik ineengekrompen van ellende in bed lag, naast die vent die mij niet meer graag zag en dat ik telkens opnieuw moest opstaan om over te geven. Een echte hel was het, die vakantie. De kinderen totaal overstuur, de vrienden kwaad op Marc. Na een paar dagen heb ik hem gevraagd om weg te gaan zodat ik een beetje kon bijkomen.

Thuis was het nog erger. Mijn ouders die zich ermee bemoeiden: ‘Zie je nu wel, we hebben altijd al gezegd dat hij niet deugde. Je had beter de pil gepakt toen.’ Begonnen ze daar weer over, zeventien jaar na de feiten. Marcs moeder in tranen. Ik had gehoopt dat hij de goede smaak zou hebben om het haar te vertellen, maar nee, ze heeft het van mij moeten horen. Met mijn schoonmoeder kwam ik altijd al goed overeen, nu nog trouwens, en daar ben ik heel blij om. Of ik het dan niet had voelen aankomen, wilden mijn vriendinnen weten. Omdat ze bang waren dat hen hetzelfde zou overkomen, denk ik. Twee gaven achteraf toe dat ze allang wisten dat Marc een vriendin had. Nu, ik viel niet helemaal uit de lucht. Ik bedoel: ik wist al langer dat hij af en toe iemand anders had. In het begin leed ik daar verschrikkelijk onder. Soms rook ik die andere vrouw als hij een stuk in de nacht naast mij in bed kroop. Maar ik klampte mij vast aan het voorbeeld van mijn schoonmoeder. Die had in het begin van haar huwelijk ook nogal wat moeten verdragen, maar met het ouder worden was mijn schoonvader gekalmeerd en kregen ze een hechte relatie. ‘ Entre deux amants il y a toujours un qui aime et un qui est aimé‘, had ik ooit ergens gelezen. Voor Marc en mij ging dat zeker op: ik zag hem graag, doodgraag, en hij liet zich dat welgevallen. Soms kwam ik in opstand, raasde en tierde ik als hij weer eens van ‘een late vergadering’ thuiskwam. Maar controleren waar hij zat, dat heb ik nooit gedaan, daar was ik te fier voor. Of misschien was het gemakkelijker om het niet te weten.

Maar er waren ook goede periodes. Daarom ook had ik nooit verwacht dat hij een andere vrouw belangrijker zou vinden dan zijn gezin. Toch heb ik mij niet tegen de scheiding verzet. Een vechtscheiding, daar werd niemand beter van, zeker de kinderen niet. Maar het was niet gemakkelijk, er moesten zoveel praktische dingen geregeld worden, terwijl ik in die periode eigenlijk helemaal niets met Marc te maken wilde hebben. ’s Nachts kon ik zulke aanvallen van razernij krijgen dat ik dacht: ‘Dit is niet gezond, als ik niet oppas, hou ik hier iets aan over.’

In het begin wilden Inneke en Dirk ook absoluut niet naar Marc toe. Dat moet erg geweest zijn voor hem, maar hij heeft hen nooit gedwongen. Later ging Dirk weleens een weekend naar zijn vader, ik denk dat hij nogal gecharmeerd was van Nadia. Maar na de geboorte van Jeroen was het net omgekeerd. Toen wilde Inneke bij die kleine zijn, terwijl Dirk doodjaloers was op dat kind. Mijn jongste is mijn zorgenkind, die heeft zijn draai in het leven nog niet gevonden, maar ik denk niet dat dat alleen aan die scheiding ligt. Zelf heb ik er jaren over gedaan om wat zelfvertrouwen te krijgen. Ga maar na: van kind van mijn ouders was ik meteen echtgenote en moeder geworden, aan een zelfstandig leven was ik nooit toegekomen. En dan zo afgewezen worden. Zonder therapie had ik het niet gehaald, denk ik.

Dat ik nu een nieuwe relatie heb, is nog de grootste verrassing van allemaal. Een andere man, na zeventien jaar huwelijk leek mij dat bijna abstract. Angstaanjagend ook: een andere mentaliteit, een ander lijf, een andere manier van vrijen. En als gescheiden vrouw van in de veertig met twee kinderen lig je niet meteen goed in de markt. En toen was er dat etentje bij vrienden… Vier jaar zijn Johan en ik nu samen. Hij is weduwnaar, zijn kinderen zijn het huis uit. Nu ja, samen: we hebben elk onze plek, maar we brengen veel tijd met elkaar door. En er is warmte en vertrouwen, voorlopig is dat voor mij genoeg.”

Inneke

“Een van mijn eerste herinneringen is een heel erge ruzie tussen mijn ouders. Ik zat in bad en blijkbaar waren ze mij allebei vergeten, want ik hoorde hen kijven beneden en ik zat daar maar, terwijl het water steeds kouder werd. Een jaar of vijf moet ik toen geweest zijn, mijn broer was nog een baby. Eigenlijk hadden ze niet eens zo vaak ruzie, mijn ouders, maar ik wist al heel vroeg dat er iets wrong tussen hen. Kinderen voelen zoiets aan, veel meer dan hun ouders vermoeden, denk ik. Toen ik wat ouder werd, zag ik ook heel goed dat ze niet bij elkaar pasten. Mijn vader was mijn held: hij was groot en knap, hij praatte graag en veel en zijn woord was wet. Mijn moeder was eigenlijk veel meer met ons bezig, maar op een overbezorgde, wat zeurderige manier. In mijn tienerjaren ergerde ik me soms aan haar. Waarom kon ze niet wat meer moeite doen om er leuk uit te zien en waarom kon ze niet wat gelukkiger zijn? De typische overmoed van die leeftijd natuurlijk, je denkt dat je het zelf later veel beter zult doen. Intussen ben ik er al achter gekomen dat het allemaal niet zo simpel is.

Wat ik ook niet prettig vond, was dat mijn moeder nogal bitter deed over mannen. Pas op, ze zei nooit dat mijn vader niet deugde, maar wel van die dingen als: ‘Mannen zijn egoïsten en allemaal op hetzelfde uit.’ Ik heb mijn vader ook weleens betrapt. Enfin, betrapt… Ik maakte een fietstocht met een vriendinnetje en ineens zei ze: ‘Kijk, uw papa.’ En inderdaad, daar zat mijn vader met een andere vrouw op een terras. Als hij toen gewoon had gedaan, had ik niet eens doorgehad dat er iets aan de hand was. Maar hij was zo zichtbaar overstuur, gaf zo’n verwarde uitleg… Later hebben we daar nooit meer over gepraat, het was alsof het nooit gebeurd was, maar toen is hij toch een stuk in mijn achting gedaald. Tegen mijn moeder en mijn broer heb ik er nooit iets van gezegd.

Na de scheiding ben ik lang heel kwaad geweest op mijn vader. Ik wilde niet naar hem toe en toen hij na mijn eindexamen naar de proclamatie kwam, liep ik hem straal voorbij. Maar als ik eerlijk ben: eigenlijk was ik op mijn zeventiende veel te veel met mijzelf bezig om mij in het leven van mijn ouders te verdiepen. Mijn broer had het moeilijker, die miste duidelijk een vaderfiguur. Hij heeft ook eerder contact gezocht met hem en Nadia. Maar nu heeft hij zich van iedereen afgekeerd. Allebei mijn ouders hebben het daar heel moeilijk mee, als ze elkaar al bellen dan gaat het over Dirk.

Zelf heb ik niet zo onder de scheiding geleden. Ik was hoe dan ook vroeg zelfstandig en al bij al is alles redelijk geciviliseerd verlopen. Noch mijn moeder noch mijn vader hebben geprobeerd om ons tegen de ander op te zetten. Nadia heeft het in het begin niet gemakkelijk gehad met mij, ik liet haar heel goed voelen dat ze niets aan mij te zeggen had. Nu zijn we bijna als vriendinnen, vooral dan sinds de geboorte van Jeroen. Dat kind is zo geestig… Met Johan heb ik niet zoveel contact, hij is een stille mens en een stuk ouder dan mijn moeder. Maar zij voelt zich goed bij hem, dat is het voornaamste.”

A nkie (44) en Frank (47) gingen na tien jaar huwelijk uit elkaar. Hun zoontje Tim was toen zeven. Zes jaar later heeft Frank een nieuwe vaste relatie, Ankie is op dit ogenblik alleenstaand.

Ankie

“Je hebt van die paren bij wie je meteen denkt: ‘Die twee zijn voor elkaar gemaakt.’ Mij maakt dat jaloers. Niet dat ik ooit van de prins op het witte paard gedroomd heb, zo naïef ben ik nu ook weer niet. Maar ik had toch wel een duidelijk beeld van de zielsverwant die ik mijzelf toewenste. Een soulbrother die ik tot nu toe nog niet gevonden heb. Niet dat ik niet hard genoeg gezocht heb. Ik was er ook al vroeg bij: op mijn vijftiende had ik mijn eerste vaste vriend. Een goeie gast, maar niet echt opwindend. We waren nog geen twintig, maar we gingen met elkaar om als een stel van middelbare leeftijd. Toen ik zeventien was, hadden we voor het eerst echte seks. Viel dat tegen… Ik had er mij heel wat van voorgesteld, maar het was moeizaam en vooral pijnlijk en ik vond er niets aan.

In het eerste jaar van de academie ben ik helemaal losgeslagen. In een paar maanden tijd veranderde ik van een braaf schoolmeisje in een pseudo-punkster, met paars stekelhaar en gescheurde kleren vol veiligheidsspelden. Thuis kwam ik nog nauwelijks, om bij te verdienen stond ik achter de toog in een café. Mijn vaste vriend zette ik aan de deur. Wat volgde was een lange rij rare kwibussen, de ene al een grotere egotripper en onstabieler dan de andere. Veel lol maakten we in die tijd, maar ik heb ook vaak zitten huilen, van eenzaamheid en ellende. Van een diploma kwam niets in huis, iets waar ik later ongelooflijk veel spijt van kreeg.

Rond mijn 24ste was ik uitgeraasd. Het horecaleven was zwaar en uitzichtloos, ik wilde vastigheid, ik wilde een kind. Mijn oudere zus had een toffe man en een tweeling, mijn ouders waren trots op haar en ik stikjaloers. Bovendien dacht ik dat ik niet meer van de straat zou geraken. Op mijn 24ste! Belachelijk, maar toen dacht ik echt dat ik een oude vrijster zou worden. Toen ik met Frank op de proppen kwam, konden mijn vrienden hun ogen niet geloven. Zo’n square gast, met een ingenieursdiploma en een BMW. Maar ik vond hem betrouwbaar en verstandig en bovendien was hij duidelijk gek op mij. Binnen de kortste keren onderging ik een metamorfose in de omgekeerde richting: de ex-punkster kocht haar garderobe bij Anvers en rue blanche. Dankzij Franks vader vond ik werk op een ontwerpbureau voor lichtreclame. Trouwen hoefde niet voor mij, samenwonen was goed genoeg. Maar ja, bij hem thuis waren ze katholiek, compleet met een nonkel pastoor. En ach, wat maakte het mij ook uit… Bekijk de foto’s uit de eerste jaren, die lachende koppen tegen elkaar: wij waren gelukkig, echt waar.

Het enige wat mij verontrustte, was dat die baby er maar niet kwam. Vroeger was ik vaak doodsbang geweest om zwanger te raken en nu ik het wilde, wou het maar niet lukken. Na twee jaar zijn we naar een fertiliteitskliniek gestapt. De behandeling was heel belastend voor onze relatie: veel onderzoeken, medicatie, verplicht vrijen op bepaalde tijdstippen. Zoiets komt de spontaniteit bepaald niet ten goede. Meer en meer bleek ook hoe verschillend we wel waren. Bij Frank thuis en bij zijn vrienden werd vooral over materiële dingen gepraat: geld, huizen, auto’s en dure vakanties. Soms had ik een echt vervreemdingsgevoel: ‘Is dat echt mijn man die daar mee zit te bluffen tussen al die dikke nekken?’ Mijn zwangerschap herinner ik mij als een bijna euforische tijd. Frank content, ik content, de twee families in de wolken. ’t Was ook echt een heerlijk kind, het beste dat ik in mijn leven al verwezenlijkt had.

Maar toen Tim een jaar of drie was, was die euforie voorbij. Niet dat ik dat kind niet graag zag, maar ik verveelde mij dood als fulltime moeder. Voor Frank was dat een erezaak: ik verdien genoeg, mijn vrouw hoeft niet te werken. Zelf werkte hij zich te pletter, hij was zelden voor tienen thuis. Seks was een ramp. Dat vond ik zo erg: dat ik ineens het soort vrouw was dat allerlei excuses verzon om niet te hoeven vrijen. Dat clichébeeld, dat paste toch niet bij mij… En toch kon ik mijzelf niet zover krijgen. Er was zoveel aan hem dat mij irriteerde, tot zelfs de geluiden die hij maakte in zijn slaap. Ik zal niet in detail treden, maar in die tijd zijn er lelijke dingen tussen ons gebeurd. Dingen waar ook andere mensen bij betrokken waren. Soms dacht ik ineens: ‘Waar zijn we mee bezig? We hebben elkaar toch graag gezien, we zijn gek dat we dat allemaal kapot maken.’ Maar vaak had ik ook het gevoel dat ik van alles miste, dat de wereld vol boeiende mannen was die ik nooit zou kennen. Dan zette ik Tim bij mijn moeder of mijn zus af en ging ik op stap met vriendinnen. Het is een sterk kind, altijd geweest, maar hij moet daar onder geleden hebben… Later ging ik halftijds werken op de lay-outafdeling van een reclamebureau. Toen ging het beter tussen Frank en mij, ik deed er ook echt mijn best voor. Maar meer omdat ik vond dat hij het verdiende dan uit liefde.

Toen Tim acht was, werd ik smoorverliefd op de ex van een vriendin. Die mij op het hart drukte niet voor hem bij Frank weg te gaan. Ik heb niet geluisterd en het is mij zuur opgebroken: na goed acht maanden was die relatie voorbij. Wat volgde was de grote ontnuchtering: financieel moest ik flink inleveren, Tim was liever bij Frank dan bij mij, mijn ouders weigerden een jaar lang elk contact. Er waren momenten dat ik met mijn kop tegen de muur liep… Gelukkig had ik twee goede vriendinnen op wie ik kon terugvallen.

Tegenwoordig zie ik het allemaal wel zitten. Ik heb interessant werk, een hoop vrienden. Tim is afwisselend bij mij en bij Frank. Ik doe veel dingen samen met mijn zoon; hij is heel rijp voor zijn leeftijd, ik kan met hem praten zoals met een grote. Toen Frank een nieuwe serieuze relatie kreeg, heeft dat wel geknaagd. We zijn op een faire manier gescheiden, hij had het veel harder kunnen spelen. Zelf heb ik een aantal korte relaties gehad, maar ofwel waren die mannen alleen uit op een losse scharrel ofwel vond ik ze te saai. De boeiende mannen die ik leer kennen, hebben allemaal al een boeiende vrouw. Op moeilijke momenten heb ik weleens heimwee naar mijn getrouwd leven, maar meestal gaat dat snel over. De vrijheid heeft haar prijs, maar ze is het waard.”

Frank

“Lang heb ik gedacht dat je met liefde alles kunt oplossen, maar dat is niet zo. Je kunt iemand niet dwingen om van je te houden. Meer nog, te veel liefde jaagt sommige mensen op de vlucht. Je kunt je ook moeilijk twee individuen voorstellen die meer van elkaar verschillen dan Ankie en ik. ‘Zo’n felle, die laat zich nooit temmen’, zei mijn beste vriend. Mijn ouders hebben haar nooit echt gemogen en dat maakte de aantrekkingskracht natuurlijk des te groter. De eerste keer dat ik Ankie zag, stond ze te dansen op een tafel. De energie die ze uitstraalde… Ik kon mijn ogen niet van haar afhouden. Ze was ook zo anders dan de lieven die ik tot dan toe had. Veel creatiever, veel onconventioneler ook. Kreeg ze het in haar bol om naar Parijs te gaan, dan stond ze binnen het uur te liften. Zonder geld, maar dat was bijzaak. Ze kon heel veel zonder geld: haar flat mooi maken, lekkere etentjes geven. Van een contrast gesproken: mijn vorige vriendin stond tijdens de uitverkoop ’s morgens vroeg in de rij voor een portemonnee van Delvaux.

Dat Ankie en ik op elkaar gevallen zijn, was gedeeltelijk ook een geval van timing denk ik. Ook nu nog wordt zij voortdurend heen en weer geslingerd door haar behoefte aan avontuur en een verlangen naar zekerheid. Eigenlijk is het een groot kind: ze wil alles. Je kunt dat onrealistisch noemen, maar voor iemand die zoals ik dag in dag uit in de zakenwereld zit, heeft dat ook iets vertederends. Wat niet wegneemt dat ik soms verschrikkelijk kwaad op haar geweest ben. Ze wilde Tim zo graag, ze heeft veel afgezien om hem te krijgen. Maar toen hij er eenmaal was, dumpte ze hem bij haar moeder of een vriendin omdat ze zo nodig moest gaan betogen. Of een nieuwe vlam had. Dat heb ik haar heel kwalijk genomen.

Natuurlijk heb ik ook fouten gemaakt: ik had meer in mijn gezinsleven moeten investeren. Zoals zoveel mannen was ik veel meer met de materiële kant van de zaak bezig. Ik denk dat ik Anke onbewust ook mijn levensstijl heb opgedrongen. Dat is het paradoxale: je voelt je tot iemand aangetrokken omdat ze zo anders is, maar je verwacht wel dat ze zich naadloos in jouw bestaan integreert. Je staat ook niet alleen als koppel, er is de hele entourage van ouders, schoonouders en vrienden die zich met je leven bemoeien. Ik heb ook domme dingen gedaan: ontrouw beantwoordt met ontrouw, bijvoorbeeld. Om een reactie uit te lokken of om te straffen. Achteraf vraag je je dan af hoe je je zo hebt laten meeslepen, hoe je in zo’n domme vaudeville terechtgekomen bent. Op een bepaald moment heb je het gevoel: hier is te veel gebeurd, er is geen weg terug.

Waar ik een hekel aan heb, is aan mensen die het nodig vinden om commentaar te geven: dat ik goed terechtgekomen ben, terwijl Ankie nog altijd alleen is. Alsof dat iets is om triomfantelijk over te doen. Een scheiding is hoe dan ook een mislukkig voor beide partijen. Een traumatische belevenis ook: je familie en je vriendenkring worden gehalveerd, je kind wordt een soort forens. In mijn hoofd ben ik nog lang na de scheiding getrouwd gebleven; hoe dan ook heb je samen iets opgebouwd. Voor Martine was dat moeilijk: zij had in het begin voortdurend het gevoel dat ik haar met Ankie vergeleek. En het is waar, onbewust dacht ik soms: ‘Ankie maakte zelf pesto, veel lekkerder dan uit een doosje.’ Of: ‘Ze maakte veel mooiere pakjes.’ Maar je leert dat af. Hoewel… Een poos geleden zei Martine midden in een discussie: ‘Als Ankie hier morgen op de stoep staat, neem je haar meteen terug.’ Dat is natuurlijk niet zo, maar het feit dat ze dat zei, gaf me wel een schok. Het verleden is geen harde schijf die je zomaar kunt wissen.”

Tim

“Bij zowat de helft van mijn klasgenoten waren ze thuis uit elkaar, ’t was dus niet moeilijk om ervoor uit te komen. Ik was nog klein toen het gebeurde. Op een nacht werd ik wakker en papa stond naast mijn bed. Ik schrok, want ik had hem nog nooit eerder zien huilen. ‘Mama is weg’, zei hij. Ik wist allang dat het niet goed ging tussen hen. Als hij haar vastpakte, kuste ze niet terug, dan weet je genoeg. Ik vond dat erg, want ze zijn allebei je ouders. Je wil niet hoeven kiezen. Maar ik vind niet dat ik een ongelukkige jeugd heb gehad. Er was altijd wel iemand om mij op te vangen. Ik kan dat ook heel goed, mij van alles afsluiten, met een boek bijvoorbeeld. Wel had ik graag een broer of een zus gehad, dat is toch minder alleen. Mijn grootouders langs moederskant zijn ook gescheiden, alles bij elkaar heb ik nu zes grootouders, dat is wel een beetje te veel van het goede. Voor de rest heb ik alles dubbel: twee kamers, twee kasten met kleren, twee computers. Maar die bij mama thuis is een oud model, die gaat veel trager. Eigenlijk mag ik kiezen wanneer ik bij wie wil wonen, alleen als we op reis gaan moet er van alles afgesproken worden.

Meestal vind ik het wel prettig dat ik twee heel verschillende huizen heb. Het huis van mijn vader is mooier, maar daar gebeurt niet veel. Ik mag er ook niet luid muziek spelen of vrienden met piercings meebrengen. Maar ik ga wel graag met mijn vader tennissen. Tegen Martine win ik zelfs altijd. Ze doet nooit alsof ze mijn moeder is, dat vind ik wel tof. Met mijn moeder ga ik op café of naar concerten of festivals, we zijn in elk geval bijna nooit thuis. Als ze in een goede bui is, kun je je geweldig met haar amuseren, dan is het echt een zotte trien. Maar als ze in de put zit, blijf ik liever uit de buurt. Ze heeft ook van die rare vriendinnen. Eigenlijk zijn die al redelijk oud, maar je kunt met hen over muziek en over films spreken. Ankie heeft ook al een paar vrienden gehad. Sommigen waren tof, maar er waren ook echte onnozelaars bij. Dan dacht ik: ‘Dat zal hier weer niet lang duren.’ Ik ben ooit eens binnengekomen toen ze met iemand zat te kussen, dat deed wel raar. Je wacht beter met kinderen krijgen tot je echt weet wat je wil. Zo zou ik het tenminste doen.”

Linda Asselbergs / Illustratie Arpaïs Dubois

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content