Obumex heeft ambitieuze plannen. Het meubelbedrijf uit Staden viseert het buitenland. Het startschot wordt gegeven tijdens Interieur, met een nieuwe keuken van de Italiaanse designer Carlo Colombo.

Jesse Brouns

Brianza, in het hinterland van Milaan, is het kloppend hart van de Italiaanse meubelindustrie. De belangrijkste fabrikanten hebben er sinds jaar en dag hun hoofdkwartier. In honderden kleine en middelgrote ateliers wordt meubilair gemaakt. Wie Italiaans design in huis heeft, kan ervan uitgaan dat het Made in Brianza is. We delen een taxi met Ronald Mattelé, de exportstrateeg die de Belgische fabrikant Obumex begeleidt bij diens internationale expansie. Zijn firma, Global Partners, heeft kantoren in België en Italië. Onder zijn klanten telt hij, naast Obumex, vier Italiaanse bedrijven, alle hongerig naar internationaal succes.

Het bedrijf uit Staden heeft natuurlijk al een zekere reputatie in het buitenland. Die heeft het te danken aan zijn door ÃœberminimalistJohn Pawson ontworpen keuken, een klassieker in het genre. Probleem: de keuken van Pawson is de voorbije tien jaar nauwelijks in het buitenland verkocht. Met de prijs, die zonder overdrijven astronomisch kan worden genoemd, heeft dat weinig te maken – er zal altijd wel vraag zijn naar kwalitatief hoogstaande luxeproducten, voor welke prijs ook. Dat de keuken geen groot commercieel succes werd buiten de Belgische grenzen, heeft met gemak te maken. “Het is een product dat absoluut niet aangepast is om te worden uitgevoerd”, aldus Mattelé. De installatie ervan vergt tijd, mankracht, en vooral maatwerk. Dat is, kort gezegd, om problemen vragen. “Als het om export gaat, dan spreken we zelfs niet van maatwerk, want dat loopt finaal in het honderd.” Beschouw de Pawson als de pion van een geslaagde marketingcampagne, een visitekaartje.

Obumex heeft dus al een zekere naam, maar moet zich nog bewijzen. En die taak heeft Mattelé op zich genomen. Zijn strategie klinkt ambitieus. Hij belooft meer producten, en commerciëlere producten. Hij belooft een duidelijke scheiding tussen de Belgische markt, waar het bedrijf vanzelfsprekend aan maatwerk blijft doen, en het buitenland. En vooral, hij belooft winkels. Veel winkels. In België zijn er al showrooms in Antwerpen, Brussel en Staden. Maar nu moeten ook de belangrijke wereldsteden hun Obumex-store krijgen. Hoeveel? De exportverantwoordelijke spreekt van vijfentwintig à dertig adressen. “In die winkels gaan we de keukens verkopen, de wastafels van de collectie Wash, en Stool, de meubilairlijn van Bataille & Ibens.” Concrete openingen zijn nog niet gepland, maar er wordt druk onderhandeld, in een handvol steden. “Daarnaast zoeken we in de grote steden ook andere verkooppunten voor Wash en Stool. Zo krijgen we Obumex nog beter in the picture.” Kan Obumex zo’n groots project aan? Blijkbaar wel. “Het bedrijf draait tien miljoen euro omzet. De firma is ontzettend goed georganiseerd, de fabriek draait keurig. Ze kunnen dat zeker aan. Er moet alleen een soort mentale omschakeling worden gemaakt. Geert Ostyn, de eigenaar, heeft ambities. Hij wil zijn bedrijf internationaal van de grond krijgen.”

Het eerste luik van de nieuwe internationale strategie wordt op de thuismarkt gepresenteerd, tijdens Interieur 02: een nieuwe, commercieel verantwoorde keuken. De ontwerper is Carlo Colombo, die in Brianza is opgegroeid. Zijn bureau, Studio Progettazione, betrekt een gigantisch oud pand in het dorp Carimate (zijn klokkentoren, zijn tot luxehotel verbouwde kasteel, zijn golfterrein met door Vico Magistretti ontworpen club house). De designer is pas uit het gips (hij viel van een renpaard, brak een arm en een aantal ribben). Hij is 35, en ziet eruit als een typisch Italiaanse yup, gekleed in beige broek en blauw overhemd, flashy Rolex om zijn pols. Naast zijn werktafel hangt een foto van een knalrode Ferrari. Colombo is ongeveer tien jaar actief in de meubelindustrie. Zijn eerste project was voor rekening van trendsetter Cappellini. Hij ontwierp voor dat merk onder meer een kastensysteem, een bed, een bad, een tapijt en, voor de destijds met Boffi gedeelde dochteronderneming Units, een keuken. “De samenwerking met Cappellini is eerder toevallig begonnen,” vertelt hij in het Italiaans, “na een toevallig gesprek. Maar alles is eruit voortgevloeid.” Alles, dat betekent onder meer een keuken voor het merk Varenna, een bed en een stoel voor Poliform, badkamermeubilair voor Agape, een hele reeks meubels voor Ycami. De komende maanden presenteert hij een nieuwe lamp voor O’Luce en sanitair voor Antonio Lupi. Projecten voor enkele andere, belangrijke bedrijven houdt hij nog even geheim – op het computerscherm van een van zijn assistenten toont hij, in première, de schetsen van een elegante lijn vazen, schalen en borden.

Colombo werkt ook als architect, al beschouwt hij zich, als we hem goed hebben begrepen, in de eerste plaats als designer. Hij verbouwde zijn eigen atelier, een loft in Milaan, en tekende een handvol villa’s op verschillende locaties in Italië. Hij heeft projecten lopen in onder meer Slovenië, Boedapest en Milaan. In een hoek van zijn kantoor staat het schaalmodel van een woning voor de eigenaar van Poliform. Achter dat schaalmodel, op de grond, tussen een kast en de wand, staat nog een maquette, half verwoest: de keuken die hij voor Obumex ontwierp.

Het was Ronald Mattelé die Obumex en Colombo met elkaar in contact bracht, zo’n twee jaar geleden. “Ik kende Carlo van een aantal vroegere projecten waarbij onze wegen zich hadden gekruist”, zegt de Belg. “In mijn ogen was hij de juiste ontwerper voor wat Obumex nodig had: een zeer mooie keuken die in verschillende afwerkingen kan worden geleverd, in hout maar bijvoorbeeld ook in gelakte kunststof, voor een flexibele prijs.” Zegt de Italiaan: “Deze keuken is bedacht om geproduceerd te worden in grote aantallen, voor een competitieve prijs, maar wel met een artisanale detaillering.” Details zijn belangrijk voor Colombo, die zijn stijl beschrijft als simpel maar doordacht: “Ik heb veel aandacht voor details en materiaal. De keuken is zelfs één en al detail – een bijzondere deurgreep, een aparte spoelbak met een gebogen element, zodat het water een andere weg neemt.”

Waarom ging hij met Obumex in zee? “Het bedrijf wordt hoog ingeschat door Italiaanse fabrikanten.” Maar vooral: “Ik vind de keuken van Pawson de mooiste die er bestaat.” Colombo’s keuken is goedkoper dan die van Pawson. Het ‘schoolvoorbeeld’ kost ruwweg tussen 40.000 en 60.000 euro. “De prijs hangt voor een groot stuk af van de apparatuur,” preciseert Mattelé, ” Gaggenau heeft bijvoorbeeld een koelkast van 12.500 euro.” De Colombo moet verkrijgbaar zijn vanaf zo’n 20.000 euro. Het belangrijkste verschil is de wendbaarheid van het nieuwe project. Dat laat de gebruiker immers veel meer mogelijkheden en keuzes. Het fabricatiesysteem is bovendien gestroomlijnd: elk los element is genummerd en compatibel, wat de bestelling en levering gemakkelijker maakt. Een Pawson is artisanaal maatwerk; een Colombo wordt industrieel vervaardigd. “Colombo”, zegt Mattelé, “denkt helemaal anders dan Pawson.” Dat betekent? “Commerciëler. Een vies woord, het zij zo.”

Het is Colombo’s derde keuken. De eerste, voor Varenna, was erg commercieel en de designer lijkt ze liever te vergeten. “Het was”, zegt hij, “puur business.” De tweede, voor Units, was in zijn woorden bijzonder, “een soort sculptuur”. En de nieuwe? Die beschrijft de designer als intelligent: “Een mengeling van artisanaal werk en industrieel denken. Een keuken is namelijk geen object: je ontwerpt een systeem. Er komt dan ook veel werk bij kijken.” Hij geeft het voorbeeld van een kastdeur. “Je maakt een ontwerp, dat moet worden besproken en goedgekeurd. Daarna moeten er technische tekeningen van je ontwerp worden gemaakt. Je moet het juiste materiaal vinden. Er moeten prototypes worden gemaakt, fabrikanten gezocht.” De keuken wordt, nog een primeur in de geschiedenis van Obumex, volledig in Italië gemaakt.

De samenwerking tussen de noeste Vlaamse werkers en de frivole Italiaan verliep niet altijd even gemakkelijk. Colombo: “Meestal ontwerp ik in mijn atelier en dan is het aan de fabrikant om mijn ontwerp uit te voeren. Maar in dit geval ging het er anders aan toe. Bij Obumex is men nogal rechtlijnig. Het moet allemaal zo, zo en zo. In Italië worden er meer bochten genomen, daar kom je via omwegen aan je eindresultaat. Obumex is meer gestructureerd: ze willen van alles de prijs kennen, ze leggen deadlines op, ze stellen voortdurend vragen. Het is een andere manier van werken dan in Italië, minder geïmproviseerd. De afstand en de taal maakten alles nog wat moeilijker. Maar uiteindelijk was het een positieve ervaring en ik ben erg tevreden met het resultaat.”

Op de terugweg naar Milaan, in een andere taxi, vertelt Mattelé over de andere nieuwe producten voor Interieur: Wash-wastafels van Colombo, Suzon Ingber, Maarten Van Severen (in spectaculair blauw Tecnogel, een blubberachtig materiaal) en Jeroen Thijs Van Den Audenaerde (in een oranje harsachtige kunststof). De stand is eveneens ontworpen door Colombo.

Wanneer de beurs voorbij is, volgt het zware werk, met het netwerk van winkels dat uit de grond moet worden gestampt, met nieuwe producten, die moeten worden ontwikkeld. In 2003 wordt tijdens de Classics-beurs een gedegen keuken van de Italiaanse designer Sotsi voorgesteld, in een stijl die kan worden vergeleken met het werk van Christian Liaigre of Antonio Citterio voor Maxalto. En tegen 2004 ontwerpt Ron Arad, de geniale Israëlisch-Britse designer, een hopelijk revolutionaire keuken voor Obumex. “Arad was gecontacteerd door Boffi,” vertelt Mattelé, “maar hij wou liever voor een Noord-Europees bedrijf werken. Het contract is enkele dagen geleden getekend; in december beginnen we eraan.” Het worden, kortom, spannende tijden.

Colombo beschrijft zijn nieuwe keuken als ‘intelligent’: een mengeling van artisanaal werk en industrieel denken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content