Op 4 december 1924 begint de Belgenland – hét vlaggenschip van de Red Star Line – vanuit New York aan zijn eerste wereldcruise. Het schip doet onder meer Cuba, Hawaï, Japan, China, Java, Indië, Egypte en Zuid-Europa aan. Toentertijd een gewaagde onderneming en ogenschijnlijk een fait divers in de marge van de geschiedenis. Maar het illustreert wel de tijdgeest van het interbellum (1920-1939). Een periode die aanvankelijk gekenmerkt werd door verrukking en joie de vivre.

Tijdens de ‘dolle’ jaren twintig – de bange oorlogsjaren zijn achter de rug, het land moet weer opgebouwd worden – mag geld weer rollen. Luxe, comfort en vrijheid zijn sleutelwoorden. Vrouwen verwerven een sociale status : voor het eerst dragen ze lange broeken en kortere rokken, ze poederen zich, roken in het openbaar. Ze zetten, kortom, de eerste stappen op het pad van emancipatie. Na de beurscrash van 1929 zal die sfeer van euforie omslaan in somberheid, wat in Europa versterkt wordt door het groeiende fascisme en de oorlogsdreiging.

Maar het interbellum is een zeer intense periode en geeft ontstaan aan een totaal nieuwe stijlrichting : de zwierige krullen, vloeiende lijnen en natuurthema’s van de art nouveau maken plaats voor de strakke, lineaire en geometrische vormen van de art deco. Die stijlelementen beperken zich niet tot de beeldende kunsten, maar krijgen ook hun toepassing in bijvoorbeeld de ontwerpen van de beroemde juweliershuizen van dat moment, als Mauboussin in Amerika en Cartier in Parijs. In ons land is het Brusselse Wolfers Frères toonaangevend, met de heren Philippe en Marcel Wolfers. In Gent werken ze samen met de edelsmid Bourdon, in Antwerpen met de juwelier Anthony.

Die Antwerpse tak zal later scheep gaan met juwelier MauriceMassaux. En laat daarvan nu een van de pronkstukken van de tentoonstelling afkomstig zijn : een origineel fotoboek met art-deco-ontwerpen, genummerd en gerangschikt per categorie. Aangevuld met een originele collectie ontwerptekeningen. Maar uiteraard zijn de sieraden zelf de grootste blikvangers. De vroege ontwerpen stralen pure euforie en luxe uit. De diamant is niet alleen een van de meest begeerde stenen, maar is dankzij de ontdekkingen van de diamantmijnen in Zuid-Afrika (eind negentiende eeuw) ook volop aanwezig. En doordat de wereld zich langzaam maar zeker ontsloot, zijn veel juwelen geïnspireerd door de Egyptische, Chinese en Japanse cultuur. Een van de populairste sieraden van de periode is de broche. Zoals die van Jabot (ca.1925), die duidelijk oosters geïnspireerd is, of de veel strakkere, maar ook kleurrijkere van Boucheron (ca. 1925).

De meeste Belgische sieraden op de tentoonstelling dateren echter van de jaren dertig en weerspiegelen de somberheid van het moment : nog strakkere lijnen en soberder van kleur. Mooie voorbeelden zijn de clip uit de collectie van Massaux (ca. 1935) en de rechthoekige broche (anoniem, ca. 1935) : wel diamanten, maar uniform wit. In de rand van de tentoonstelling schetst het Diamantmuseum ook de maatschappelijke context in Antwerpen met onder meer foto’s van de Red Star Line en de Wereldtentoonstelling van 1930, en een reeks wandelingen en lezingen waarin de tijd van het interbellum wordt geschetst. n

Art Deco Diamantjuwelen 1920-1939, nog tot 31 december in het Diamantmuseum, Koningin Astridplein 19-23,

2018 Antwerpen, 03 202 48 92,

www.diamantmuseum.be.

‘Knack Club’-leden krijgen korting op het museumticket.

Voor ‘Weekend Knack’-lezers is een exclusieve wandeling georganiseerd : zie p.119.

Het Antwerpse Diamantmuseum toont in primeur Belgische en Franse art-decojuwelen, afkomstig uit privé-verzamelingen en museumcollecties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content