Kinderen en carrière : voor mannen is het een fluitje van een cent, maar veel vrouwen hebben er moeite mee om die twee te combineren. Vier vrouwen getuigen hoe zij dat doen. De ene begon al jong aan een nageslacht, de andere pas laat. Eén twijfelt nog en één weet het zeker : geen kinderen, want het werk gaat voor alles.

Nele Heyvaert : twijfels

Nele Heyvaert (27) is financieel analist bij Janssen Pharmaceutica. Ze heeft geen kinderen, maar dat is zeker nog geen definitieve keuze. Ze twijfelt, stelt zich vragen, maar vond nog geen antwoorden.

“Drie jaar geleden heb ik gesolliciteerd, en voila, sindsdien werk ik bij Janssen Pharmaceutica. Ik kan niet in een glazen bol kijken, maar zoals het er nu uitziet, zou ik het liefst mijn hele loopbaan hier blijven. En dat gevoel had ik van bij het begin.”

“Dit is een gigantisch bedrijf, met vierduizend werknemers in België, van wie er meer dan drieduizend hier in Beerse werken. Janssen Pharmaceutica is een onderdeel van Johnson & Johnson en dat is echt zeer, zeer groot, met oneindige mogelijkheden. Ook in het buitenland.”

“Dit is een zeer goed bedrijf om voor te werken. Natuurlijk is er werkdruk. Alles gaat zeer snel en efficiënt, en je moet daarin kunnen meedraaien. Maar men doet werkelijk alles om het de werknemer zo aangenaam mogelijk te maken. Er is een enorme tevredenheid, en bijna geen verloop. Het bedrijf groeit nog steeds, de gebouwen rijzen als paddestoelen uit de grond.”

“Nee, hier worden geen pillen gedraaid. In Beerse wordt vooral onderzoek verricht. Hier werken veel wetenschappers en professoren.”

“Ik heb voor handelsingenieur gestudeerd en ben financieel analist. Ik volg budgetten op van een bepaalde R&D-afdeling ( research and development). Verder heb ik nog geen echte verantwoordelijkheden. Ik heb nog geen mensen onder me. Dat is een volgende stap.”

“Ook bij Janssen zijn er bijzonder weinig vrouwen in hoge functies. Ook hier is er dat zogeheten glazen plafond, dat vrouwen weerhoudt van de top. Ik ben aangesloten bij de werkgroep Sofia, een mentoring programma waarin vrouwen die de top wél haalden, hun ervaring delen met jonge vrouwen.”

“Ik vind het zeker positief dat Janssen de moeite doet om die belemmering of begrenzing te onderzoeken. Aan de firma ligt het zeker niet. Ik ben ervan overtuigd dat vrouwen hier evenveel kansen krijgen als mannen. Volgens mij ligt het aan de keuzen die privé gemaakt worden. Niet aan Janssen of Johnson & Johnson. Een van de aspecten die men onderzoekt, is de invloed van het hebben van een gezin. En dat is een van de vragen die mij bezighouden.”

“Ik wil heel graag een tof gezin en een mooie carrière en het liefst ook nog veel sporten en veel reizen. Maar hoe doe je dat allemaal tegelijk ? Met een aantal dingen ben ik volop bezig, zoals met het uitbouwen van een carrière. Reizen doe ik ook : dit jaar ga ik naar China en daarna nog snowboarden of surfen. Ook tijdens het jaar probeer ik zo vaak mogelijk te sporten. Tijdens lunchpauzes bijvoorbeeld. In de bossen rondom Janssen Pharmaceutica liggen joggingpaden en her en der op de site zijn er douches. Neem naast al deze activiteiten nog een druk sociaal leven en mijn dagen zijn behoorlijk gevuld. Hoe moet ik dat klaarspelen als ik ook nog een leuk gezin wil ? Op welke deel van mijn leven zal ik gas moeten terugnemen ?”

“Reizen en sociale activiteiten wat temperen, dat zou nog meevallen. Maar op mijn werk een stap terugzetten, zou ik heel erg vinden. Ik vrees dat dan de interessante projecten aan mijn neus voorbijgaan. Ik vrees dat je véél inboet als je op tijd naar huis moet. Wat je oppikt als je al eens een uurtje langer blijft, zijn de dingen die de job boeiend maken. Nu werk ik gemiddeld vijftig uur per week. Met acht uur per dag haal ik het niet, maar het is ook niet zo dat ik op kantoor mijn weekend doorbreng of dat ik hier ’s avonds tot tien uur zit.”

“Er is geen eenduidige manier om een drukke baan en een gezin te combineren. Iedereen doet het blijkbaar zoals het hem of haar goed lijkt. Sommigen besteden letterlijk alles uit : van schoonmaak, was, strijk, naschoolse kinderopvang, tot en met het koken. Anderen willen alles zelf doen en hollen van het ene naar het andere. Daartussen liggen nog tal van mogelijkheden en sommige vrouwen kiezen er radicaal voor om geen kinderen te krijgen.”

“Ik heb een vriend met wie ik samenwoon. Dat is al een begin. (lacht) Hij heeft een soortgelijke functie als ik, in een andere firma. Hij wil zeker kinderen en hij is van het principe : ‘We lossen het probleem wel op als het er is. ‘ Wie van ons tweeën minder zal werken, zullen we nog wel zien. Er is nog helemaal niets beslist.”

“We leven in de 21e eeuw, volgens mij is de maatschappij er nu toch klaar voor om de rollen om te draaien. Ik heb echt geen antwoord op de vraag waarom het nog altijd de vrouwen zijn die gas terugnemen.”

Carla Lenoir : zeker nooit kinderen

Carla Lenoir bestuurt in Brussel een zaak in elektronica. Ze is 35, in de fleur van haar leven en kan nog alle kanten uit, maar voor haar staat het al lang vast : Carla zal nooit kinderen hebben.

Elak Electronics bestaat sinds 1975 en Carla Lenoir werkt er al dertien jaar. Voor die tijd zat ze bij La Redoute om de telefoon op te nemen en bestellingen te noteren. Maar dat zag ze zichzelf geen leven lang doen. Ze wilde méér. Bij Elak sukkelde ze toevallig binnen, toen ze schreef op een personeelsadvertentie. Ze begon als secretaresse en werkte zich op tot bestuurder van een zaak met zeven man personeel. Dat wil zeggen dat ze nog aan één iemand moet rapporteren : de zaakvoerder. Maar omdat die er steeds minder is, komt in de praktijk veel verantwoordelijkheid op haar neer.

“Ik kende aanvankelijk totaal niks van elektronica”, zegt ze. “Ik heb letterlijk álles moeten leren. Van software en hardware, van de kabeltjes en tangetjes om alles met elkaar te verbinden. Komt er nog bij dat dit een echte mannenwereld is : zowel leveranciers als klanten en werknemers : het zijn allemaal mannen. En dat blijft moeilijk, al krijg je mettertijd bredere schouders en een dikker vel. Maar elektronica boeit mij. Het is een wereld die niet stilstaat : elke dag is er wat nieuws, het evolueert voortdurend en ik leer constant bij.”

“Ik mag wel zeggen dat ik met het werk opsta en ga slapen. Vrije avonden heb ik niet. Ik kom thuis en start de computer op, om zaken te doen waar ik overdag geen tijd voor vind. Offertes opstellen, bestellingen plaatsen : vooral administratie. Er wordt mij wel eens verweten dat ik een workaholic ben, maar ik voel dat niet zo. Ik doe dit gewoon erg graag. Ik werk zes en een halve dag op zeven, alleen niet op zondagmiddag. Dan wil ik niet gestoord worden, die tijd is voor mij alleen en ik zou het heel vervelend vinden om die met iemand te delen. Ik mag er niet aan denken dat ik een man en kinderen in huis zou hebben of dat ik mijn job zou moeten opgeven voor een gezin. Ik heb ook heel bewust geen partner, omdat ik me ten volle concentreer op mijn werk. Mijn hele leven staat in functie van de zaak.”

“Maar om eerlijk te zijn : niet helemaal. Zondagochtend en de woensdagavond houd ik vrij, want dan ga ik hardlopen, op een vast uur, met een vaste compagnon, op een vaste plek. Niet dat ik veel vriendinnen heb : amper twee. En die vriendschappen verzwakken wegens uiteenlopende interesses. Die vriendinnen begrijpen niet dat ik zo graag en zo veel werk. Ze hebben andere prioriteiten. Hun hoogste ambitie is trouwen en kindjes krijgen. Echt niet mijn ding.”

“Hoe ik mijn toekomst zie ? De eerste jaren vooral mijn werk. Daarna zoek ik misschien iemand die het mij wat makkelijker maakt, al is het maar door administratieve taken over te nemen. Dat zou al een hele opluchting zijn.”

Carla zucht diep als reactie op de vraag wat ze dan zal doen met de tijd die vrijkomt. “Daar heb ik nog niet over nagedacht. Een beetje meer tijd aan mezelf besteden, denk ik. Me wat terugtrekken, niet meer constant in de vuurlinie staan. En ik heb ook enkele nevenactiviteiten, zoals de bijeenkomsten van Sofia, een mentor- en netwerkprogramma voor vrouwelijke professionals, die ofwel zelfstandig zijn ofwel een belangrijke functie hebben. Sofia wordt sinds vijf jaar georganiseerd door het Instituut voor Gedragswetenschappen van de universiteit van Hasselt. Op die bijeenkomsten ontmoet ik vrouwen met dezelfde problemen, vrouwen die mij beter begrijpen. Daar moet ik me niet verantwoorden waarom ik zo hard werk… daar tref ik gelijkgestemde zielen, hoewel de meeste wel kinderen hebben. Ik denk dat er weinig zijn die dezelfde keuze maken als ik, zeer weinig. Maar ik ervaar mijn situatie als pure luxe. Ik hoef met niemand rekening te houden. Ik moet geen kind ophalen in de crèche, ik moet niet koken als ik er geen zin in heb. Dat is een vrijheid waardoor ik veel tijd kan stoppen in mijn werk. Ik bewonder de vrouwen die volop voor hun job gaan en er daar bovenop ook in slagen om hun kinderen goed op te voeden.”

“Nee, ik heb geen kinderwens, ook al tikt mijn biologische klok verder en is het grote aftellen begonnen : het verlangen naar een kind is er niet bij. Stel dat dat ooit toch komt, dan zijn er genoeg kinderen in de wereld om voor te zorgen ?”

Elsie Van Linthout : derde keer zwanger

Elsie Van Linthout (38) is hoogzwanger van haar derde kindje. De oudste is nog net geen vier. Daarnaast heeft ze haar eigen communicatiebureau met twaalf mensen.

“Ik heb toegepaste economische wetenschappen gestudeerd. Daarna ben ik bij Accenture, een consultingbedrijf, gaan werken. Na bijna twee jaar schakelde ik over naar de communicatiesector, om van daaruit zelfstandig te beginnen. In november 1993 startte ik met Luna. Twee jaar werkte ik helemaal alleen, daarna begon ik mensen aan te werven. Vandaag zijn we met ons twaalven. In de communicatiesector is dat een uit de kluiten gewassen bureau, mag ik wel zeggen.”

“Ook mijn man heeft een eigen bedrijf, dat volledig los staat van het mijne. Eveneens in de communicatiesector, maar dan veeleer op Europees vlak. Hij moet gelukkig niet vaak op reis, want het is echt wel zeer zwaar om enkele dagen in je eentje de kinderen op te vangen.”

“Ik was 34 toen mijn man en ik aan kinderen begonnen. Niet dat we het hadden uitgesteld of zo. Dat was gewoon het moment dat we er klaar voor waren. We dachten aan twee, maar het viel allemaal zo ontzettend goed mee dat we, na Pieter en Laurens, nog een derde kindje wilden. Natuurlijk is dat veel werk, maar dat is helemaal niet erg. Ik werk graag hard, dat heb ik altijd gedaan. Ik merk wel een verschuiving. Toen ik nog geen kinderen had, was ik zeer intensief bezig met de zaak. Dat ben ik nog altijd, alleen wat minder uren omdat ik nu meer dingen moet doen dan ‘alleen maar’ werken. Sinds ik kinderen heb, zijn mijn kantooruren strikter afgebakend. De dagen dat ik ze wegbreng en ga halen, werk ik van negen tot vijf. De dagen dat mijn man dat doet, werk ik van pakweg halfnegen tot zes.”

“Gelukkig kunnen vrouwen een paar dingen tegelijk doen. Multi tasking, heet dat en het schijnt bij mannen niet te lukken. Naar een afspraak rijden en onderweg de nodige telefoons doen, bijvoorbeeld. Ik kan ook heel snel overschakelen van het ene naar het andere. Ik ben een tekst aan het schrijven, de telefoon gaat en iemand komt mijn kantoor binnen… Dat allemaal efficiënt afhandelen is een kwestie van training, dat gaat niet van de ene dag op de andere.”

“Volgens mij is dat een deel van het geheim : dat je de opvoeding van de kinderen met zijn tweeën deelt. Ik doe wat meer in het huishouden, maar de opvang van de kinderen is eerlijk opgesplitst. Als een van de kinderen ziek is, spreken we bijvoorbeeld af dat elk van ons een halve dag thuisblijft. Dat is natuurlijk het voordeel van een eigen zaak : je kunt veel zelf beslissen. Het nadeel is dat je alleen verantwoordelijk bent. Als het er bij Luna op aan komt, komt alles op mij neer.”

“Na mijn eerste bevalling heb ik vier weken vrij genomen : één week kraamkliniek en drie weken thuis. Na de tweede bevalling heb ik mijn vakantie erbij gevoegd en nam ik twee maanden. Ook deze keer heb ik mijn zomervakantie opgespaard. Een aantal weken rust na de bevalling, dat voel ik natuurlijk in mijn portemonnee. Maar dat is een kwestie van kiezen. En ik verkies mijn privé-leven voor het werk. Ik werk om te leven en niet omgekeerd : ik leef echt niet om te werken.”

“Als er kinderen zijn, komen die automatisch op de eerste plaats. Dat kon ik mij echt niet voorstellen toen ik nog geen kinderen had, maar het is wel zo. Toch moet iedereen zijn plaats hebben in het gezin. Iedereen heeft rechten, ook de ouders. Er is ook meer dan je werk en je kinderen. Een sociaal leven en cultuur bijvoorbeeld. Vorig seizoen hadden we een opera-abonnement. Dat is handig, want het ligt van tevoren vast. Ik wil ook nog altijd iets bijleren omdat ik anders het gevoel heb dat ik blijf stilstaan. In één jaar heb ik een bijkomend diploma van financieel analist behaald, een studie van twee halve dagen per week, die begon toen Pieter twee weken oud was. Omdat niet alles in het teken van het werk hoeft te staan, heb ik de voorbije drie jaar een naaicursus gevolgd. Ook twee volle avonden per week, en tegelijk een les in nederigheid, want een kraag valt bijvoorbeeld niet altijd precies zoals je het wilt.”

“Ik heb mij voorgenomen om dit jaar geen enkele avondcursus te volgen om een beetje te bekomen van de doorstane emoties en de opgestapelde vermoeidheid. Kort na elkaar drie keer negen maanden zwanger, twee keer acht maanden borstvoeding en maximaal zes maanden later weer zwanger. We verdienen eens een rustiger jaar.”

Bettie Hendrickx : 30 jaar ervaring

Bettie Hendrickx (50) heeft een dochter van dertig en is een voorbeeld van de zakenvrouw die het heeft gemaakt. Ze ijvert ervoor om het aantal vrouwelijke managers aan de top te doen stijgen, want nu is dat slechts tien tot vijftien procent.

Toen zij en haar man Tele Support Services oprichtten in 1989, was het een van de eerste callcenters in België en zeker het allereerste in Limburg. Het tweemanszaakje groeide uit tot een bedrijf met meer dan honderd werknemers.

“We wilden het bedrijf zo uitbreiden, dat we het konden verkopen aan het Amerikaanse direct marketing-bedrijf Harte-Hanks, dat op zoek was naar een partner in Europa. En het lukte.” Na Harte-Hanks ging Bettie opnieuw aan de slag voor Call-IT, dochtermaatschappij van USG (United Services Group). Het hoofdkantoor ligt in het Nederlandse Weert. In totaal heeft Call-IT zo’n vierhonderd medewerkers, waarvan er een driehonderd onder Betties verantwoordelijkheid in België werken.

“In dit gebouw van Interelectra zitten we met een veertig agenten, zo noemen wij telefonisten. Iedereen die naar Interelectra belt voor informatie over aansluitingen of facturen, komt bij ons terecht. Onze mensen zijn zo goed opgeleid, dat ze tachtig tot negentig procent van alle vragen kunnen beantwoorden.”

“Call-IT heeft enkele in house-constructies, in Hasselt bij Interelectra en bij energieleverancier Luminus. Ook bij Fortis en Mobistar in Brussel zijn mensen aan de slag, en in Oostende hebben we agenten die onder meer voor Tek TV, Sony en Nokia telefonische dienstverlening verschaffen, in beide landstalen.”

“Ik ben meestal in Hasselt, maar ik reis ook naar de andere afdelingen om de boel te coördineren. Best vermoeiend, die wekelijkse reizen tussen Hasselt en Oostende. Vaak neem ik de trein. Onderweg schrijf ik op de laptop dertig, veertig e-mails.”

“Ik heb mijn dochter Kim gekregen toen ik twintig was, mijn man en ik zaten nog op de schoolbanken en we werden tijdelijk onderhouden door onze ouders. Het jaar dat ik mijn A1-diploma secretariaat moderne talen behaalde, was bijzonder zwaar. Ik moest studeren, leren koken, het huishouden doen, voor een kind en een man zorgen. Toen we voor ons eindexamen blokten, zat Kim in een wipstoeltje op de tafel tussen ons in. Maar ik was geslaagd !”

“In 1976 werd ik directiesecretaresse in een kunststoffenverwerkend bedrijf. Enkele jaren later stapte ik in dat bedrijf over op de verkoop en werd er later sales manager. Ik wilde meer zijn dan een secretaresse zijn die notities opneemt en verslagen schrijft. En ik leerde alles over onze producten, de grondstoffen, de toleranties, het krimpen en spuitgieten.”

“Kims vader en ik zijn gescheiden toen ze zes was. Gedurende tien jaar was ik een alleenstaande moeder, ik moést werken voor de kost. Dat deed ik graag, maar ik wilde ook veel tijd doorbrengen met mijn dochter. Gelukkig kon ik met mijn ex een prima regeling uitwerken. Tijdens de week was Kim bij hem, op woensdagmiddag en de weekends bij mij. Toen ze twaalf jaar was, kwam ze bij mij wonen en dat was niet simpel. Om vier uur was ze thuis van school en ik kwam meestal pas na zevenen thuis, hoe ik ook mijn best deed om er eerder te zijn. Ik stond erg onder druk en ik had last van schuldgevoelens tegenover Kim. Toen ze veertien was, heb ik haar een jaartje op internaat gestuurd. Daarna heb ik haar toch weer thuis gehouden.”

“Nee, ik denk niet dat Kim er erg onder geleden heeft. Ze zegt dat ze veel van mij heeft geleerd. Kim woont sinds elf jaar in Amerika en heeft kindjes van acht en vijf. Ze bouwt ook aan een carrière, maar ze heeft het anders aangepakt. Ze is eerst zeven jaar thuis gebleven, zolang de kinderen klein waren. Sinds twee jaar werkt ze, als store manager. Ze runt zo’n typisch Amerikaanse shopping mall. Natuurlijk mis ik Kim en haar kinderen, maar het went en ik zie hen toch vier keer per jaar.”

“Als ik kon herbeginnen, zou ik het ongeveer hetzelfde doen. Ik zou alleen wat vaker van job veranderen. Ik ben altijd heel trouw en loyaal geweest. Bij mijn eerste werkgever bleef ik veertien jaar. Nu werk ik vijftien jaar in de callcenterwereld. Eigenlijk had ik om de vijf jaar wat anders moeten doen. Er is zoveel wat mij interesseert, zoveel waarin ik mij graag zou verdiepen. Daarom wil ik binnenkort een totaal nieuwe uitdaging aangaan en van mijn hobby mijn job maken. Ik ga me bezighouden met restylen, zowel van interieurs, maar ook persoonlijk, imago consulten in verband met kleding, looks en uitstraling.” n

Griet Schrauwen

“Wie van ons tweeën minder zal werken, zullen we nog wel zien. Volgens mij is de maatschappij er rijp voor om de rollen om te draaien.”

“Ik mag er niet aan denken dat ik een man en kinderen in huis zou hebben of dat ik mijn job zou opgeven voor een gezin.”

“Als er kinderen zijn, komen die automatisch op de eerste plaats. Dat kon ik mij vroeger echt niet voorstellen, maar het is wel zo.”

“Toen we voor ons eindexamen blokten, zat Kim in haar wipstoeltje op de tafel tussen ons in. Maar ik was geslaagd !”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content