Nog maar pas schreef ik over de mp3-speler van Joe Van Holsbeeck, het treurigste voorwerp ter wereld, of daar werd een andere jongen doodgestoken voor nog minder. Een ruzie over een sigaret. Weer blijkt het om een peulschil te gaan, of zelfs minder dan dat, want mocht ik in opperste nood moeten kiezen tussen een sigaret of een peulschil, dan zou ik voor dat laatste gaan. Volgens mij bezit die een zekere voedingswaarde. De nicotine uit een doorkauwde sigaret volstaat daarentegen om een goed doorvoed paard van zijn poten te halen.

Dat zo’n jonge mens voor een niemendal wordt doodgestoken, is natuurlijk erg. Toch vind ik het opmerkelijk dat daarvoor het land in rep en roer staat, terwijl iedereen een ordinaire roofmoord tamelijk normaal vindt. Zolang er geld in het spel is, is het blijkbaar begrijpelijk en valt het niet onder de noemer zinloos geweld. Gebeurt het echter om redenen die onduidelijk blijven, dan doet de premier er zijn zeg over en zoomen cameralenzen dagenlang in op de plaats van het onheil. Daar zijn dan bloemen te zien, brandende kaarsen en teddyberen. Dan roept iedereen plots ramp en tegenspoed en kloppen we collectief mea culpa. De maatschappij krijgt dan iets zelfverminkends, waarbij dagenlang op dezelfde plek wordt gekrabd tot de huid ervan openligt. Elke journalist heeft ze in zijn adresboekje zitten, de deskundigen die als een jukebox werken : je stopt er een euro in en er komt een mening uitgerold. Ze worden nu opgetrommeld om hun uitleg te geven. Het is de schuld van de echtscheidingen. Het is de schuld van de weelde. Het is de schuld van de televisie of van de computergames, waarin je almaar realistischer de nek van je tegenstanders kan kraken. Het is de schuld van de reclame. Het is de schuld van het individualisme en van de competitiedrang. Volgens sommigen is het zelfs de schuld van ruimtewezens, die een stille invasie beramen. Niemand weet het echt.

Veel mensen, zeker als ze al wat ouder zijn, zijn dan geneigd te denken dat het vroeger beter was. Mijn grootmoeder bijvoorbeeld, kijkt dagelijks naar het televisiejournaal. “Wat een wereld”, schuddebolt ze dan. Ik weet nochtans dat het huis dreunde van de bommen terwijl ze mijn moeder baarde. Ze was jong in tijden waarin niet op een mensenleven werd gekeken. Toen ik nog kind was, vertelde ze mij bovendien verhalen van vrouwen die naar de slager gingen. Terwijl ze nietsvermoedend op hun bloedworst wachtten, klapte voor de toonbank een valluik open en tuimelden ze in de kelder, alwaar de slager hen tot gehakt verwerkte. Ik heb lang gedacht dat die verhalen tot het rijk der fabelen behoorden. Tot ik onlangs over die seriemoordenaar vernam, die tientallen vrouwen heeft verhakseld om ze te voeren aan zijn varkens. Blijkbaar zijn die dingen van alle tijden. Onder ons laagje beschaving sluimert het reptielenverstand. Mensen zijn onberekenbare wezens. Hebben ze niet voldoende voedsel, dan moorden ze om te eten. Hebben ze van alles genoeg, dan moorden ze maar uit verveling.

Die wreedheid maakt ons bang, en tegelijk fascineert ze ons danig. “Er is niemand die op korte tijd zo beroemd kan worden als een seriedoder”, zei Jef Vermassen op de televisie. We houden nu eenmaal van sensatie. Biologeren al die akeligheden ons zo omdat we in de daders iets van onszelf herkennen, iets dat wij gelukkig opgesloten kunnen houden en zij niet ? Hunkeren we zonder het zelf goed te weten naar de tijd waarin we er met de botte bijl doorheen mochten gaan, en de schedel kliefden van wie ons voor de voeten liep ?

De mensen zijn niet slechter of beter dan vroeger. Honderd jaar geleden kon je een mes tussen je ribben krijgen als je verliefd werd op een meisje uit een ander dorp. Tuig van de richel is er altijd geweest. Afgunstige en beschadigde mensen, verblind door eigenbelang, met gelukkig soms een paar trekjes die aan de goden doen denken. De een is wat verder geƫvolueerd dan de ander. Het beste wat we kunnen doen, is vanuit onze goot naar de sterren proberen te kijken in plaats van ons blind te staren op wat wordt herhaald in het televisiejournaal, telkens opnieuw, tot we het op den duur geloven. Reacties : jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content