25 worden, het is een mijlpaal. Professioneel baan je stilaan je weg, sommigen beginnen aan trouwen te denken, of zelfs aan kinderen… Tien bekende gezichten over hoe het was om een kwarteeuw oud te zijn.

VERONIQUE BRANQUINHO (35)

“Ik voelde me zeer gedreven. Energiek. Voortgestuwd door de goesting om mijn nek uit te steken. Het jaar voordien had een fabrikant die in mijn talent geloofde me carte blanche gegeven voor een eerste collectie. Het was alles of niets. Met 25 was ik volop een eigen bedrijf aan het opstarten. Een heel boeiende, maar drukke periode, zo herinner ik het me. Mijn eerste modeshow werd heel positief onthaald, in oktober 1998 kreeg ik een VH1 Award voor beste nieuwkomer, ik reisde voor de eerste keer naar Japan en New York. Véél nieuwe gezichten ontmoet : journalisten, fotografen, stylisten. Alles was nieuw en dus fantastisch. Omdat ik in een rush zat, besefte ik nauwelijks wat me allemaal overkwam. Bij de toekomst stond ik nauwelijks stil. Het enige wat me bezighield, was hoe ik mezelf kon uitdrukken in mijn taal, de taal van de mode.”

“Eens de bal aan het rollen gaat, heb je in de mode niet veel ademruimte meer. Het heeft zeker zeven jaar geduurd voor ik eens vakantie kon nemen. Ik had die periode niet willen missen, maar ik zou evenmin nog willen ruilen. Ik heb toen echt bergen werk verzet. Dat doe ik nog altijd, met dit verschil dat ik nu op veertien medewerkers kan steunen, terwijl we het toen met hooguit drie moesten beredderen. Voor een sociaal leven bleef bitter weinig tijd over. In relaties was ik heel duidelijk : als het moest, koos ik voor mijn werk. Ik beneed de nonchalance van mijn vrienden. Zij konden als twintiger nog wat rondhangen, terwijl ik al een grote verantwoordelijkheid torste. Als ik nu terugblik, bedenk ik : misschien had ik toch eerst nog wat langer plezier moeten maken. Rekening houden met anderen en hen vertrouwen schenken, heb ik pas later geleerd. Als 25-jarige was ik nogal extreem, vrees ik. Ik dacht toen veel meer zwart-wit dan nu.” (pvd)

Lieven Van Gils (44)

“Toen ik mijn studie Germaanse had afgerond, wist ik niet waarop of waaraan. Zou ik verder studeren om de tijd nog wat te rekken ? Het besef now it’s for real boezemde me angst in. Het tij keerde toen ik in 1988 deelnam aan een examen regisseur/omroeper bij de BRT. Maar liefst 1500 kandidaten waren er. Slechts 25 waren geslaagd. De eerste vijf konden aan de slag. Ik stond tweede in de rangschikking en mocht bij de Wereldomroep beginnen. Nochtans, ik wist echt niks. Tijdens het panelgesprek hadden ze me gevraagd waarom ik regisseur/omroeper wilde worden. Ik wist niet eens wat die job inhield ! Waarschijnlijk bleken net mijn onschuld en mijn frisse kijk, zonder vooroordelen, mijn grote sterkte. Plots dacht ik terug aan mijn leraar dictie Fons Fraeters. ‘Je hebt een gouden strot, Van Gils. Daar ga je nog geld mee verdienen !’ had die gezegd toen ik achttien was. Wat een geluk dat ik die man ben tegengekomen. Ik had anders écht geen idee gehad welke toekomst voor me was weggelegd.”

“Ik was nog maar net vast benoemd of ik moest het leger in. Mijn professionele leven meteen weer even ‘on hold’. Plots viel ik terug op een schamele 3800 frank per maand. Niet evident als je een studio in Leuven huurt. Het was improviseren geblazen. Ik schreef een brief naar Jan Wauters met de vraag of ik in het weekend opdrachten mocht doen voor de sportredactie. Ook voor de Wereldomroep kluste ik wat bij om rond te kunnen komen. Die legerdienst viel al bij al goed mee. Ik mocht samen met andere jonge gasten televisie maken bij Televox. Zo leerde ik beter Frans spreken en maakte ik vrienden met wie ik in Brussel op stap ging. Ik was een vrije vogel. Met niemand hoefde ik rekening te houden. Zorgen maakte ik me niet. Ik wist dat er een plaats voor me was bij de BRT als ik afzwaaide.” (pvd)

Ghislaine Nuytten (53)

“Mijn debuut als model maakte ik pas vrij laat, op mijn 22. Ik was in 1979 dus nog maar enkele jaren bezig. Ik werkte veel in Parijs en Milaan. In Italië heb ik toen zelfs nog zes maanden gewoond. Mijn mooiste jaren begonnen toen. Ik werd wat zelfverzekerder en assertiever. Zocht niet meer zo hard naar bevestiging. Weg waren mijn verlegenheid en mijn puberangsten. Ik leerde een vak en voelde mij daar goed bij. Wat anderen van me dachten, liet me voortaan koud. Dat ze het raar vonden dat ik als 25-jarige nog lang niet aan trouwen dacht bijvoorbeeld, daar trok ik mij niets van aan.”

“Ik naderde stilaan de kaap van de dertig. Af en toe flitste het door mijn hoofd : ‘Piepjong ben je niet meer’. Dat klinkt nu natuurlijk belachelijk, maar voor een model is 25 echt al wel oud. Achteraf bekeken ben ik wat blij dat ik niet op achttien mijn eerste stappen heb gezet. Ik zou op die leeftijd de druk van buitenlandse opdrachten en onbeschofte opmerkingen op een casting niet aangekund hebben. Ik was er mij dus wel degelijk van bewust dat ik niet eeuwig in dit vak kon blijven.”

“Mentaal lijkt het mij veel moeilijker om in 2008 jong te zijn. Het leven is zoveel hectischer nu. Het lijkt wel of het gevaar van alle kanten kan komen. In 1979 kon alles, zo leek het wel. Het was de periode net na de punk, die ik in Londen had zien opkomen. Mijn idealen van toen zijn nog intact, stel ik vast. Mijn bezorgdheid om de natuur bijvoorbeeld. Mijn hang naar gezond leven. Mijn respect voor mensen. Hoewel, als 25-jarige stond ik er waarschijnlijk niet bij stil dat ik soms anderen kwetste. Ik ging mijn eigen gang en zag niet altijd welke ravages ik aanrichtte.” (pvd)

Barbara Sarafian (40)

“Dat jaar, 1993, was ik zelden thuis. Thuis, dat was een dakappartement in een oud gebouw in Antwerpen. Een heel speciale plek. Een toren als het ware, waar ik me kon opsluiten als ik dat wou. Maar zoals gezegd, vaak viel dat niet voor. Ik reisde veel. Ik was toen al bezig met het figuurtje Sonja Duplex, in De Lieve Lust, op Studio Brussel. Geregeld moest Lieven Vandenhaute me in het buitenland opbellen om een stukje op te nemen. Ook voor de opdrachten die ik van bedrijven kreeg, als presentatrice van productvoorstellingen, moest ik vaak de grens over.”

“Ik koester die tijd, omdat ik zeer zelfstandig was. En alleen. Ik kon gaan en staan waar ik wilde. Had niet veel nodig. Zelfs geen lief. Vrienden begrepen niet waarom ik single wilde blijven. Maar ik voelde me echt niet klaar voor een relatie. Toch was ’93 ook het jaar waarin ik de vader van mijn zoon ontmoette. De eerste twee jaar moest ik hem niet. Hij joeg me de stuipen op het lijf. Hij leek zo… perfect.”

“Ik lag niet in de knoop met mezelf, in tegenstelling tot wat anderen dachten. Wél had ik last van het geïnstitutionaliseerde leven. Van het moeten meedraaien. Altijd was er die maatschappelijke druk : de normen die jonge vrouwen werden opgelegd. Je moest ambitieus zijn. Ik wist dat ik gek zou worden in een al te geregeld leven. Dat leek me zo slaafs. Zonder inspiratie. Nee, ik was een meester in de onthaasting, uit noodzaak. Een laatbloeier, dat was ik. Ik moest de postpuberale rusteloosheid uitzitten en opletten dat ik niet te veel brokken maakte. Het meest gezonde voor me was gewoon leven, met mijn grillen en uitspattingen, ascetische behoeftes of verdwijntrucs. Niet aan later denken.” (pvd)

Michiel Hendryckx (56)

“Ik begon te ontdekken dat het zou lukken met mijn leven. Als prille twintiger twijfelde ik enorm aan mezelf. Dat lag aan de opvoeding in die tijd : kinderen werden lang klein gehouden. Hoe vaak hoorde ik mijn vader niet zeggen dat ik een complete onbenul was.”

“Ik huurde een mooi pand in het Prinsenhof in Gent. Een gemeenschapshuis. Ik herinner me dat ik met de jonge mensen die daar ook woonden op een zondag naar Knokke ging. Op de terugweg weenden we van puur geluk. Echt, dat was de mooiste periode in mijn leven.”

“Het cynisme had toen nog geen plaats gevonden in onze harten. Mijn grootste geluk was de vaststelling dat fotograferen geen automatisme werd, ook al had ik de techniek onder de knie. Ik kon me volledig concentreren op de vraag : ‘Wat wil ik vertellen ?’ Ik was de enige van mijn lichting op de academie die al werk had gevonden. Muziek speelde een grote rol. Om een of andere reden ging die toen veel langer mee. Desire van Bob Dylan was de vingerafdruk van het hele jaar 1976.”

“Ik moest op mijn 25 nog het leger in. Daar had ik bewust mee gewacht. Ik wist dat ik daar, met mijn koppige aard, op te jonge leeftijd op een muur gelopen zou zijn. Uiteindelijk bleek die legerdienst een zegen. Ik kwam uit een intellectueel milieu. Zeker op de academie heerste een ivorentorenmentaliteit. Sociaal bloeide ik in het leger helemaal open. Voor het eerst kwam ik in contact met jongens die in een autofabriek of een frituur werkten. Een enorme verrijking. Niet alleen dat sociale bad, ook het gegeven dat je een aantal maanden langs de zijlijn van de maatschappij mocht staan, vond ik heel waardevol.”

“Ik zat op de persdienst in Keulen. Ons lijflied was Fool to Cry van The Rolling Stones. Toen ik afzwaaide, kreeg ik van de commandant Black & Blue, het album waar dat nummer op stond, als afscheidscadeau. Dat ontroerde mij. Ik had tegen hem altijd mijn mening gezegd, die soms indruiste tegen die van hem, en blijkbaar had hij dat onderhuids erg geapprecieerd.” (pvd)

Herbert Flack (58)

“Hoe ik mezelf zou typeren als 25-jarige ? Zorgeloos is het eerste woord dat me te binnen schiet. Naïef ook, bleu. Een typisch product van ’68, de flower power , een dromer, een idealist. In volle ontluiking nog. Wat je nodig hebt in het leven, wat je maakt tot wie je bent, zijn ontmoetingen. Zelf heb ik veel te danken aan mijn vrouw Mimi. Zij is een stuk ouder dan ik, toen ik met theater begon, stond zij als scenografe aan de top. Ik kwam absoluut niet uit een cultureel nest, maar ik was gretig, op zoek, ik genoot met volle teugen van het theater en haar kennis en levenswijsheid. Dat heeft mij ongetwijfeld een grote voorsprong gegeven. Mimi was mijn mentor, mijn bewaarengel. Ook andere mensen uit het vak hebben een stempel op mij gedrukt. Toen ik in Vrijdag speelde was ik 27. Claus, dat was God, en daar mocht ik dan Hugo tegen zeggen. Mensen van dat kaliber hebben een blijvende invloed, ook op de keuzes die je in je latere leven maakt.”

“Met de jaren moest zorgeloosheid wijken voor verantwoordelijkheid. Voor de mensen van wie ik hou, voor mijn reputatie. Kwaliteit is een label geworden, daar blijf je voor vechten. Maar nee, ik heb geen heimwee.”

“Een internationale carrière ? Ja, natuurlijk heb ik daar ook van gedroomd. Ik draaide Odyssée d’Amour, Mascara met Charlotte Rampling en Michael Sarrazine. Als je toen naar Cannes ging, dat was een echte wow-ervaring. Maar ik heb niet zo’n groot nomadengehalte. Alles bij elkaar denk ik dat 25-jarigen het nu moeilijker hebben. Toen ik begon was er veel werk in het theater en op televisie, ik heb veel kansen gekregen. Nu krijg je één kans en je moet meteen scoren. Die jonge, frisse gezichten die komen meespelen in Aspe, over drie jaar staan ze misschien aan de dop. De wereld is harder geworden, cynischer. Ik supporter nu al voor de 25-jarigen die zullen terugkijken als Weekend Knack 50 wordt.” (LA)

Jef Geeraerts (78)

“Ik herinner mij nog praktisch alles van de tijd toen ik 25 was. Ik woonde toen in Congo. Mijn wereld was boordevol splinternieuwe belevenissen, die me definitief hebben veranderd. Iets waar ik nu nog altijd van profiteer. Door veel te jagen in het gezelschap van neolithische mensen, heb ik mijn zintuigen leren gebruiken zoals het hoort. Iets wat me later af en toe het leven heeft gered.”

“Afrika heeft me voorgoed getekend. Ik had het enorme voordeel jong te zijn en overmoedig. Op het roekeloze af. Met als gevolg dat ik dingen meemaakte die, als ik er nu aan terugdenk, aan het ongelooflijke grenzen.”

“In 1955 was de wereld anders. De planeet was nog niet onomkeerbaar aangetast door de ziekten die ons nu regelrecht naar de afgrond voeren. Zelfs de Koude Oorlog had iets van een peulenschil. Vietnam, Afghanistan, Rwanda, Tsjaad en ga zo maar door waren nog onbekend. De gigantische informatiestroom bestond toen nog niet. Het IJzeren Tijdperk van de Grote Versnelling was nog niet losgebroken.”

“Waarom dan over de toekomst denken, die voor mij probleemloos was. Ik had een prachtige koloniale carrière in een land waar ik gek op was, bevolkt met een hoog percentage aantrekkelijke vrouwen. Als ik mijn 25-jarige versie nu zou tegenkomen, zouden we samen een goede whisky drinken. Ik zou bekennen dat ik hem een beetje benijdde om zijn jeugd en kracht en ik zou hem zeker niet vervelen met anekdoten uit het verleden.” (pvd)

Jan Hautekiet (52)

“Via een producersexamen kwam ik vast in dienst bij de BRT, nadat ik al enige tijd op losse basis voor – toen nog – BRT 1 had gewerkt. Eigenlijk ben ik heel toevallig in de wereld van de radio gerold : een kotgenoot had gevraagd om in zijn plaats een column over Brussel te schrijven voor een kerstprogramma. Mijn ambitie lag tot dan in de geschreven pers. Gaandeweg ontdekte ik dat radio best een prettig medium is. Ik vond er een mooi snijpunt van taal, journalistiek en muziek, mijn drie grote interesses.”

“In ’78 afgestudeerd, in ’79 mijn vrouw ontmoet en in ’80 een vaste baan… het liep allemaal op wieltjes in die periode. Of ik het gevoel kreeg dat het plots menens werd ? Nee, 25 was in mijn ogen geen geweldig breekpunt. Ik deed toen de dingen die ik nu nog altijd doe. Ik zat snel op een spoor dat mij lag. Toch stond ik niet stil bij de toekomst. Een Groot Plan heb ik nooit gehad.”

“Ik ben zeker een pak ouder intussen, wie weet zelfs wat wijzer, maar toch zit de goesting en de onrust van toen nog altijd in mij. Er is geen cynisme in mij geslopen, iets waar ik als de dood voor ben.”

“Het doet me plezier te zien dat mijn kinderen nu met dezelfde dingen bezig zijn als ik toen. Al kropen we in 1980 uit de oliecrisis, nu zijn problemen als het milieu toch veel acuter. Toen zaten we nog in de fase van de sensibilisering, terwijl het nu echt tijd voor actie is.”

“Heimwee naar een zorgeloze tijd ? Nee, het is niet zo dat ik vandaag onder een zware zak met zorgen gebukt ga. Zonder vals nostalgisch te willen zijn, stel ik wel vast dat er in de twee decennia voor 1980 meer pertinente muziek is gemaakt dan de jaren erna.” (pvd)

Jill Peeters (33)

“Dit staat me nog heel scherp voor de geest : op een dag barstte ik in huilen uit toen ik onder de douche stond. ‘Ik ben nu 25 en nog altijd geen weervrouw’, flitste het door mijn hoofd. Ik had naar mijn gevoel nochtans alles gedaan om die meisjesdroom te verwezenlijken. Inderdaad, als kind wist ik al dat ik dit wou worden. Opgroeiend in een gezin van natuurmensen die graag buiten leefden, was dat voor mij een heel logische keuze. Doordrongen was ik van het besef dat dit geen beroep was waar je op je dertigste nog aan moest beginnen. Even later was het dan toch prijs : ik mocht bij VTM weervrouw worden. Mijn eerste weerbericht was onvergetelijk. Een enorme kick gaf het toen er werd afgeteld, terwijl ik tegenover toenmalig nieuwslezer Mark De Mesmaeker zat.”

“Het was echt wel een sleuteljaar. Ik trouwde ook op mijn 25 ste, moet je weten. Ik ben geboren in 1975. Ik werd dus 25 in het jaar 2000. In dat magische jaar moest en zou ik trouwen. Dat plaatje leek mij, als wiskundige geest, volledig te kloppen. Professioneel én privé wist ik dus bijzonder goed waar ik naartoe wou. Mijn leven kreeg stilaan vorm. Bijgevolg leefde ik een beetje op wolkjes. Héél welkom was die zorgeloze tijd. De jaren voordien had ik immers serieus afgezien. Ik was achttien toen ik een zware rugoperatie onderging. De revalidatie sleepte verschrikkelijk lang aan.”

“Als perfectionist van 25 lag ik van véél wakker. Net om die reden was ik zo gedreven, vermoed ik. Ik koesterde de illusie dat ik alles zelf in de hand had. Ik dacht dat ik mijn toekomst netjes kon plannen. Intussen ben ik mama van drie kinderen en weet ik wel beter. Ik kan nu meer relativeren, en gelukkig maar. Tegenwoordig wil ik méér zijn dan weervrouw. En dus ben ik blij dat ik, dankzij mijn expertise in global warming, een tweede adem heb gevonden.” (pvd)

Bettina Geysen (40)

“Ik werkte al enkele jaren als journaliste bij Radio 2. Ik was een van de stemmen van het populaire Antwerpen Apart. Best grappig, hoor : ‘Hey, ik herken die stem’, merkten mensen in de winkel soms op. De ideale leerschool was dat. Ik maakte heel gevarieerde reportages. Over het jaarverslag van Agfa, de staking op de Boelwerf, de brand in het Switel… Professioneel ontdekte ik een hoop. Wat je met het medium radio allemaal kunt bijvoorbeeld. In het lokaal naast ons zat Erik Strieleman in het geheim de lancering van Radio Donna voor te bereiden. Ik heb nog mee over de zender gebrainstormd. Een spannende periode.”

“De vroege ochtenden, om vier uur al uit de veren, waren niet evident. Ik was getrouwd, had een dochtertje van drie. Een tweede kindje was op komst. Van een appartementje in Wilrijk verhuisden we naar een huis in Boechout. Ik zette, op alle gebieden, grote stappen in 1994. In vergelijking met andere 25-jarigen stond ik al behoorlijk stevig in het leven. Ik wilde er ook snel mijn tanden in zetten. Hongerig naar ervaringen. Ik maakte duidelijke keuzen. Mensen zagen dat ik ambitie had. En daardoor kreeg ik kansen. Ik werd tot eindredacteur gebombardeerd. Een jonge vrouw die teksten van anderen verbeterde : sommigen hadden het daar moeilijk mee. Vrouwen moesten nog veel harder vechten.”

“Ik herinner me dat ik op een bezette boot aan de Boelwerf stond en plots besefte : ik moet dringend naar huis, mijn kinderen moeten eten. En gsm’s waren er niet. Gelukkig ben ik intussen veel rustiger geworden. Ik kan nu beter anticiperen op situaties en mensen. Vroeger dacht ik resultaatgericht, vandaag veeleer procesgericht.” (pvd)

Door Peter Van Dyck en Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content