Nathalie Le Blanc schreef er een heel boek over : Solo, met als ondertitel Waarom steeds meer mensen alleen wonen. Documentairemaker Annick Ruyts wijdde er een aflevering aan in De bijl van Cupido, haar VRT-reeks over relaties : de single.

Nathalie Le Blanc : Een op de drie Belgische en Nederlandse huishoudens bestaat uit Ć©Ć©n persoon. Dat van mij is er zo eentje. Ik ging op kot toen ik achttien was en woonde na mijn studies een jaar weer bij mijn ouders, terwijl ik samen met mijn vader een huisje verbouwde om er alleen te gaan wonen. Ik ging ervan uit dat ik vroeg of laat verliefd zou worden, dat ik ging samenwonen en kinderen zou krijgen. Maar ik had er als jonge twintiger geen zin in om te leven met de pauzeknop ingedrukt. Ik ging alvast alleen wonen, en als de man van mijn leven langskwam, dan zou hij bij mij intrekken of ik bij hem. Maar het liep anders. Als ik al eens verliefd werd, duurde dat nooit lang genoeg om samenwonen te overwegen, en ondertussen had ik het prima naar mijn zin in mijn eentje. Inmiddels ben ik 45 en woon ik mijn hele volwassen leven alleen. Toch beschouwde ik dat niet als een deel van mijn identiteit, tot ik in september 2011 het boek Going Solo van de Amerikaanse socioloog Eric Klinenberg las. Ik bleek zowaar deel uit te maken van een stille demografische revolutie. Onze maatschappij is in zestig jaar drastisch veranderd. We zijn welvarender en gezonder dan ooit, we trouwen later en krijgen minder kinderen, we scheiden vaker en leven langer. Dat er ondertussen ook steeds meer mensen alleen wonen, lijkt niemand op te merken.

Annick Ruyts : De voorbije tien jaar is er veel veranderd zonder dat we het in de gaten hadden. Maar het heeft me lang verbaasd : alle boekskes vol happy singles. Ik vroeg me vaak af waar ze die allemaal gevonden hadden. Volgens mij bestaat de happy single niet, tenzij als marketingproduct. Maar er valt niet naast te kijken : alleen wonen is veruit de snelst groeiende relatievorm. Ik ben achterover geslagen van de cijfers. In 1950 bestond maar 16 procent van de huishoudens uit ƩƩn persoon. In 1980 was dat al 23 procent. Dat cijfer bleef stijgen, tot de 33 procent van vandaag. In steden als Brussel en Amsterdam bestaat de helft van alle huishouden uit ƩƩn persoon. In Kopenhagen, de koploper, zijn zelfs zestig procent alleenwoners, en men voorspelt dat in West-Europa hun aantal tegen 2040 zal blijven toenemen. Momenteel wonen er in Belgiƫ net geen twee miljoen mensen alleen, in Nederland zijn het er bijna drie miljoen. Gigantisch veel. En dat zijn niet de happy singles zoals we ze kennen uit tv-series als Sex and the City, met hippe, succesvolle dertigers die vaak reizen, en vooral gelukkig zijn. Ik vind het erg belangrijk om dat hardnekkige beeld te doorbreken. In de werkelijkheid is de stereotiepe happy single een kleine minderheid. Veruit de grootste groep alleenwoners zijn mensen van zeer uiteenlopende leeftijden. Het zijn vooral mensen die gescheiden zijn, met alle miserie van dien.

Le Blanc : Mijn boek gaat niet over singles, wel over alleenwoners. Dat is een belangrijk verschil. Wie zijn die alleenwoners, waarom wonen ze alleen, hoe ziet hun dagelijks leven eruit, heeft alleen wonen effect op hun welzijn en hoe kijken we er als maatschappij naar ? Om iemand op de kaart te zetten, moet je haar of hem een naam geven. Maar hoe noem je iemand die alleen woont ? Wie in onze contreien geen relatie heeft, is vrijgezel of single. Maar heel veel mensen die alleen wonen, hebben wel degelijk een vriend of vriendin. Bovendien voelt het woord single niet goed als je het over een tachtigjarige weduwnaar hebt. Het woord ‘alleenstaande’ klinkt niet alleen muf en zielig, het neemt ook het relatieprobleem niet weg. Voor mijn boek ben ik met zoveel mogelijk mensen gaan praten. Van een 22-jarige Turkse vrouw die van Genk naar Gent verhuisde, van een gescheiden zestigplusser die maar niet kon wennen aan zijn veel te grote huis, tot een levenslustige, tachtigjarige weduwnaar die er niet over peinsde zijn zelfstandigheid op te geven. Zo ontdekte ik al snel dat er, als het over alleen wonen gaat, geen gemiddelden bestaan.

Ruyts : Elke alleenwonende heeft een ander verhaal. Er is inderdaad een belangrijk onderscheid tussen single zijn, en een relatie hebben en toch alleen wonen. Ik woon bijvoorbeeld alleen, maar ik heb wel een relatie, een latrelatie zoals dat heet. Maar de overgrote meerderheid van alleenwonenden zijn mensen die gĆ©Ć©n relatie hebben. Zo ken ik bijvoorbeeld een man die zeer nadrukkelijk zegt dat hij het woord ‘single’ haat omdat het veel te vriendelijk klinkt voor wat hij is : alleenstaand. Dat klinkt heel wat schrijnender, veel eenzamer. We mogen niet vergeten dat de grootste groep alleenwoners single is. Die groep neemt ook toe met de leeftijd. Ze hebben kinderen op te voeden, ze hebben echtscheidingen achter de rug. Slechts Ć©Ć©n procent van al die singles kiest er bewust voor om gĆ©Ć©n relatie te hebben, wat zeer weinig is. Dat kan verschillende redenen hebben : misschien zijn ze teleurgesteld in de liefde, of hebben ze een trauma opgelopen. Er is ook een grote groep oudere vrouwen die uit een mottig huwelijk komt en er verbitterd voor kiest om alleen te blijven. Veel singles zitten ook in een tussenstadium. Na een scheiding maken ze een fase van rouw door om die relatiebreuk te verwerken. Je kunt al die alleenwoners absoluut niet onder Ć©Ć©n noemer brengen. Wie bijvoorbeeld beslist om weg te gaan voor een nieuwe partner, zit in een totaal andere situatie dan iemand die verlaten wordt en achterblijft met een gebroken hart.

Le Blanc : De Amerikaanse Adrienne Salinger slaat de spijker op de kop in haar boek Living Solo : “We hebben niets gemeen. We hebben alles gemeen. We eten boven de spoelbak en in bed, en soms aan tafel. We vinden de dingen waar we ze hebben achtergelaten. We weten altijd waar de goede schaar ligt. We zijn de eigenaars van de afstandsbediening. We zijn de mensen die feesten soms alleen vieren. We zijn soms eenzaam. Soms zijn we arm en zitten we vast. We hebben goede vrienden. We hebben minnaars en minnaressen. We zijn oud, we zijn jong. We zijn homo of hetero. We zijn gescheiden, verweduwd…” Als alleenwoners al iets gemeen hebben, zijn het de praktische problemen waar ze op botsen : dure woningen, te grote verpakkingen in de supermarkt, een singletoeslag als ze op vakantie willen, hoge belastingen en een maatschappij die nog altijd is ingericht alsof het zeldzamer wordende klassieke gezin haar hoeksteen is.

Ruyts : We zitten vooral nog in dat Hollywoodiaanse verhaal waarin je pas geslaagd bent in het leven als je een goede baan hebt, een paar kindjes en een prachtige man of vrouw. Dat romantische ideaal is nog niet zo oud, het ontstond pas midden vorige eeuw, maar het lijkt alsof het altijd bestaan heeft, en als ideaal blijft het overheersen. Maar de echtscheidingscijfers liegen er niet om : twee op de drie koppels gaan uiteen. Er is niet alleen veel verdriet, ook diepe ellende en bittere armoede. Veel mensen komen in de financiĆ«le problemen na een scheiding. Zo ken ik bijvoorbeeld een vrouw met co-ouderschap, ze heeft haar kinderen om de andere week. De dagen dat haar kinderen niet bij haar zijn, leeft ze op droog brood. Tot vijf uur ’s middags blijft de verwarming uit tot de kinderen terug zijn, en dan is er maar Ć©Ć©n kamer verwarmd. En ze wast haar haren met regenwater om geld te besparen. Per maand kan ze acht euro besteden aan vrije tijd. Het is niet te geloven hoe arm veel mensen zijn. En hoe trots ze de schijn ophouden. Wat er nog bij komt : armoede veroorzaakt eenzaamheid. Er is geen geld voor de kapper of voor nieuwe schoenen, geen geld voor kinderopvang. Ook bij oudere mensen leidt een scheiding vaak tot veel leed : het huis wordt verkocht, zij heeft nooit gewerkt, hij heeft maar een piepklein pensioentje, dat dan nog eens in tweeĆ«n gedeeld moet worden.

Le Blanc : Ik heb alleenwoners geĆÆnterviewd die straatarm waren, maar ook renteniers. Iedereen maakte zich zorgen om geld. Alleenwoners zijn veel kwetsbaarder, ook de rijksten. De angst voor armoede zit er diep in, bij iedereen. Net als de angst om alleen te sterven. Iedereen vreest de gruwelverhalen uit de krant : “Vrouw zit al vijf weken dood voor de televisie vooraleer de buren de politie erbij haalden vanwege de geur” of “Overleden man opgegeten door ratten” Woninglijken heten ze in Nederland. In Amsterdam vindt men gemiddeld om de tien dagen iemand die al meer dan twee weken dood is. Zo’n vijf keer per jaar blijkt dat iemand al langer dan twee maanden tevoren overleed. Dat zijn zo goed als altijd alleenwoners, en de meerderheid van hen vereenzaamde mannen tussen veertig en zeventig, vaak met psychiatrische of verslavingsproblemen. Zelfdoding en overlijden als gevolg van alcoholisme blijken relatief vaak voor te komen.

Ruyts : Alleenstaande mannen en vrouwen hebben ook hun eigen problematiek. Vrouwen slikken meer antidepressiva en meer slaapmiddelen. Mannen drinken meer. Het zijn clichĆ©s, maar ze kloppen wel. Ik ken bijvoorbeeld een gescheiden man van 65. Hij heeft er drie maanden over gedaan om voor het eerst helemaal alleen naar de markt te gaan. Hij zei dat hij zich nog nooit zo eenzaam gevoeld. Na zijn thuiskomst heeft hij meteen alles flessen drank leeggegoten, uit angst dat alcohol zijn beste vriend zou worden… Onderzoek wijst uit dat getrouwde mensen gelukkiger zijn en langer leven. En dat alleenwoners ongezonder leven. Dat vind ik niet onlogisch. Toen ik alleen was, ging ik ook veel meer uit.

Le Blanc : Alleenwoners leven niet zozeer ongezonder omdat ze ongelukkig zouden zijn, maar omdat er minder sociale controle is. Bij mij staat er niemand in de keuken die zegt : “Nathalie, een heel pak koeken… Is dat wel een goed idee ?” Nee. Mijn boek is zeker geen pleidooi voor het alleen wonen. Het is niet altijd rozengeur en maneschijn, er is veel eenzaamheid. Maar het is zeker niet zo dat iedereen wanhopig op zoek is naar een partner. Hoewel… iedereen wil een lief. Hoe graag ik ook alleen ben en goed voor mezelf kan zorgen, toch zou ik niet nee zeggen tegen een goed lief. Er bestaan wel twee huizenhoge vooroordelen over alleenwoners. Ze zijn ofwel egoĆÆstische en asociale flierefluiters, ofwel meelijwekkend en miserabel.

Ruyts : Dat heb ik zo vaak gehoord : “Ocharm. Altijd alleen.” Dat klopt van geen kanten. Een single belt gemiddeld een uur per dag mĆ©Ć©r dan iemand in een relatie. En wie alleen woont, moĆ©t naar buiten om mensen te ontmoeten.

Le Blanc : Alleenwoners zijn zich ook veel meer bewuster van het belang van familie en vrienden. Ik wil ze de kost niet geven, de koppels die uiteen gaan en plots helemaal alleen zijn. En dan staan ze verbaasd te kijken : waar is iedereen ? Ze dachten dat ze genoeg hadden aan elkaar, en vergaten te investeren in vrienden en andere relaties. Maar ik vind oprecht dat het ook voordelen heeft om alleen te zijn. Ik heb een aangenaam en comfortabel leven, met veel vrede en rust. Koppels maken vaak ruzie om de onnozelste dingen, en ik kan tenminste mijn schoenen laten rondslingeren waar ik wil.

Ruyts : Anderzijds lijdt iedereen aan een gebrek aan intimiteit. Niet aan een tekort aan seks, want dat is overal voorhanden. Het grootste probleem is : geen intimiteit hebben, niet aangeraakt of vastgepakt te worden. DƔƔr verwelk je van. Je kunt wel je kinderen knuffelen, of een hondje nemen, maar dat vervangt natuurlijk geen partner. Voor De bijl van Cupido heb ik lang gepraat met Annick Annaert, zaakvoeder van a-n-s, een singlevereniging. Zij geeft tips om het minder onaangenaam te maken om in je eentje in een donker en koud huis thuis te komen. De verwarming aan laten en een lamp laten branden, bijvoorbeeld.

Le Blanc : Ik heb daar geen last van. Ik ben van natuur een alleenganger. Ik heb geen moeite met alleen op reis gaan, of om chic uit eten te gaan met alleen een goed boek als compagnon. Daar kan ik heel erg van genieten. Ik ben heel fijn gezelschap voor mezelf. Ik maak bijna nooit ruzie, in mijn leven is er zelden ergernis.

Ruyts : Maar geef toe dat het niet simpel is om als vrouw alleen je mannetje te staan. Veel vrouwen hebben me gezegd dat de kosten van de garage ineens verdubbelden. Een vrouw vertelde dat er na een onderhoudsbeurt plots vier winterbanden op haar wielen stonden. Maar daar had ze toch niet om gevraagd ? “O, maar dat is standaard, mevrouw”, zei de garagist. Dan moet je behoorlijk assertief zijn of je wordt gepluimd. Anderzijds gaat men er op een bizarre manier van uit dat de moderne vrouw zelfstandig is. Zo zelfstandig, dat men speciaal voor haar een roze boormachine heeft ontworpen. Ja zeg. Als ik binnenkort verhuis, koop ik een Black&Decker, geen Barbieboor.

Le Blanc : Tja. Vooroordelen. Het lijkt als we succes definiĆ«ren aan de hand van uiterlijkheden. Een goede job, mooi huis, een stevig inkomen. Maar dat is slechts schijn. Perfect voorbeeld is Condoleezza Rice. De eerste vrouwelijke Afro-Amerikaanse Secretary of State, professor aan Stanford University, getalenteerd pianiste, in 2001 en 2005 door Forbes Magazine uitgeroepen tot de machtigste vrouw ter wereld. Een indrukwekkend palmares voor iemand die opgroeide in het gesegregeerde Alabama. Maar toen ze op CNN door Larry King geĆÆnterviewd werd, vroeg hij haar telkens weer waarom ze niet getrouwd was. Had ze dan nooit van een huwelijk gedroomd ? Hoe vaak was ze in de buurt gekomen van een verloving ? Rice beet van zich af. Ja, ze was graag getrouwd geweest, maar het was gewoon nooit gebeurd. Toeval… Alleen zijn is lang niet altijd een bewuste keuze. Geluk en toeval spelen een zeer grote rol. Soms vragen mensen : “Heb je nu nog altijd geen lief ?” Of : “Ben je bewust alleen ?” Vaak wildvreemden die ik pas vijf minuten ken. Vraagt iemand ooit : “Ben je bewust getrouwd ?” Of : “Ben je nu nog steeds getrouwd ?” Maar aan een alleenwonende stellen ze dergelijke vragen wel. In de hiĆ«rarchie staat het gelukkige koppel nog altijd bovenaan.

Ruyts : In mijn omgeving ken ik veel vrouwen van veertig en vijftig die verdomd graag een vent willen hebben. Niet dat ze zo ongelukkig zijn zonder, maar toch… Wat ik belangrijk vind : blijf niet bij de pakken zitten, leef niet in de wachtkamer. Denk na over hoe je je leven aangenamer kunt maken. Niet focussen op een partner maar op jezelf. Amuseer je, maak plezier, maak je huis gezellig, verwen jezelf, bijvoorbeeld met een heerlijke massage.

Le Blanc : Almaar meer mensen brengen tijd door zonder een partner. Maar niet iedereen wil zijn hele leven alleen wonen, bijna iedereen wil graag een relatie en alle samenwoners hebben moeilijke momenten. Maar het doembeeld van eindeloze eenzaamheid en intense zieligheid is onjuist. De grote meerderheid van de alleenwoners heeft een goed leven. Dat is goed nieuws, want in de toekomst zal bijna iedereen een tijdje alleen wonen. Voor je gaat samenwonen of trouwt, na een scheiding, als je partner overlijdt of omdat je bewust kiest voor een leven alleen. Hoog tijd dus alleen wonen niet meer als uitzonderlijk of abnormaal te zien, maar als een van de manieren om een goed en aangenaam leven de leiden. EƩn op de tien ouderen is chronisch eenzaam, maat dat betekent ook dat negentig procent niƩt chronisch eenzaam is. Die gaan naar lezingen van het Davidsfonds, ze gaan naar Mallorca in de winter en zijn niƩt te beklagen.

Nathalie Le Blanc geeft op 19 december om 20 uur de lezing ‘Alleenwoners aller landen, verenigt U’ in The School of Life, Muntstraat 2, Antwerpen. www.theschooloflife.com/antwerp

DOOR GRIET SCHRAUWEN & FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

Annick Ruyts : “Dat romantische ideaal rond het huwelijk is nog niet zo oud, het ontstond pas midden vorige eeuw, maar het lijkt alsof het altijd bestaan heeft”

Nathalie Le Blanc : “De angst voor armoede zit er diep in, ook bij rijke alleenwoners. Net als de angst om alleen te sterven. Iedereen vreest de gruwelverhalen uit de krant : ‘Vrouw zit al vijf weken dood voor haar tv”

Nathalie Le Blanc : “Als alleenwoners al iets gemeen hebben, zijn het de praktische problemen : dure woningen, te grote verpakkingen in de supermarkt, een singletoeslag als ze op vakantie willen, hoge belastingen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content