Deze zomer heeft Lizzy, alias Jan Van Lysebeth(28), zijn opleiding aan Parnham College, de gerenommeerde designschool van John Makepeace afgerond. Straks vertrekt hij met een studiebeurs van Europalia naar Tokio.

BART VANDERGETEN / FOTO HYPNOVISUALS

De bedoeling is dat ik gedurende zes maanden onderzoek zal verrichten naar de invloeden van de traditionele Japanse kunst op hedendaags design, en dat in samenwerking met de beroemde ontwerper Kenji Ekuan. Voor mijn ontwikkeling als ontwerper zal het een enorme verbreding betekenen. Cultuur en religie in Japan verschillen compleet van de onze, wat ook zijn weerslag heeft op de designfilosofie. Het gereedschap alleen al functioneert ginds net andersom. Bij ons wijzen de tanden op een zaag naar voor, waardoor je de zaag van je weg moet duwen. Bij de Japanse versie staan ze in de andere richting, dus moet je de zaag naar je toetrekken. Voor de Japanners is het werkprocédé ook belangrijker dan het eindproduct, bij ons speelt dat eigenlijk geen rol.

Al van kleins af was ik bezig om allerlei dingen te creëren : schoentjes, trainingspakken, het maakte niet uit. Ik wou uitvinder worden, hoewel ze zich daar thuis wel vragen bij stelden. De ingenieursstudies waaraan ik na mijn humaniora begon, hield ik al na een jaar, wegens te theoretisch, voor bekeken. Daarop ben ik eerst in het toerisme en de reiswereld verzeild, daarna belandde ik als computerprogrammeur in de Verenigde Staten. Dat ik al die tijd in het buitenland heb gewerkt en kon kennismaken met andere culturen, heeft mijn persoonlijkheid gestabiliseerd. Ik kreeg een meer open kijk op het leven, op religie. Maar ook als designer kreeg ik een helderder focus, zodat ik meer gericht op mijn doel kon afgaan.

Op een gegeven ogenblik ben ik op een tentoonstelling in contact gekomen met werk van John Makepeace. Toen ik vernam dat hij een school had in Engeland, ben ik die gaan bezoeken. Ik wist meteen dat het de richting was die ik uitwou. Dat ze mij als een van de 11 studenten voor het nieuwe jaar aanvaard hebben, verbaasde mij des te meer toen ik zag in welke groep ik beland was : een burgerlijk ingenieur, een dokter, een licentiaat informatica… En ik daartussen met mijn humanioradiploma. Maar omdat iedereen zo’n verschillende achtergrond had, vond er een enorme informatie-uitwisseling plaats. Ongeveer een derde van wat je opsteekt in Parnham, komt van je medestudenten. Zo kon ik met mijn informaticakennis op de mogelijkheden van designprogramma’s op computer wijzen.

Parnham College bevindt zich echt op de boerenbuiten. Je kan nergens heen, je overnacht op school. Erg vond ik dat niet. Je kan je concentreren op je werk, en je wordt door de omgeving en de anderen enorm gestimuleerd. In de workshops vind je altijd nog wel iemand tot 10 of 11 uur ’s avonds. Een van de grootste kwaliteiten van Parnham is de afwerkingsgraad die ze van je eisen. Werken tot op een 10de van een millimeter is meer regel dan uitzondering. Je kan daarmee lachen, maar het verschil merk je wel. De school besteedt ook veel aandacht aan de natuur en organische vormen. Zelf was ik daarin al langer geïnteresseerd. Vóór Parnham had ik een kegelstoel ontwikkeld, waarin alles een organisch geheel vormt, alle onderdelen elkaar ondersteunen. Ook de grappige zetel die ik in Engeland ontwikkeld heb, geïnspireerd op een vrouwenlichaam in een hangmat, verwijst naar het organische.

In Parnham werk je bijna uitsluitend met hout. Het is nu eenmaal niet mogelijk om op twee jaar tijd in alle materialen vakkundigheid te verwerven. Maar omdat je één materiaal grondig hebt leren kennen, weet je welke kwaliteit je mag eisen in andere gevallen. Zo heb ik voor een aperitieftafeltje een glazen tablet laten maken door een glazenmaker. Het resultaat is abominabel : te dun, de kanten zijn slecht afgewerkt, de vorm komt niet overeen met de mal die ik had opgestuurd. Nee, als iemand geen perfect werk kan leveren, hoeft het voor mij niet meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content