Mieke Everaet(34) nam voor de eerste keer deel aan de Internationale Tentoonstelling voor Hedendaagse Keramiek in het Italiaanse Faënza en sleepte meteen de tweede prijs in de wacht.

BART VANDERGETEN / FOTO HYPNOVISUALS

Ik ben blij met die prijs, vooral omdat ik hem helemaal niet verwacht had. Het was de vijftigste keer dat ze in Italië deze Internationale Tentoonstelling voor Hedendaagse Keramiek organiseerden, een van de belangrijkste op wereldniveau trouwens. Omdat de tentoonstelling voorbehouden was aan keramisten onder de 40 jaar, zag ik hierin een unieke kans om deel te nemen. Ik wou in de eerste plaats kijken waar en hoever ik stond, wat de internationale respons op mijn werk zou zijn. Natuurlijk houdt de ?Gouden Medaille van de President van de Republiek? een erkenning in, maar ik er wil er ook niet blijven bij stilstaan. Mijn werk moet verder evolueren.

Ik gebruik bijna uitsluitend porseleinaarde, de zuiverste vorm van kleiaarde. Vergeleken met klei is porselein wel erg onplastisch. Het is ruwer, taaier, heeft erg veel beperkingen. Maar ik vind het een zeer hedendaags materiaal en het past ook het best bij mijn persoonlijkheid. Porselein wordt op hoge temperatuur (tot 1300 graden) gebakken, waardoor het wit-transparant wordt, hoogklinkend ook. Bovendien kan je er enerzijds bijzonder fijn mee werken, maar eens gebakken, is het dan weer bijzonder hard. En fragiel tegelijkertijd. Op die eigenschappen wil ik nog verderwerken. Ik gebruik trouwens geen pottenbakkersschijf, ik bouw alles op met de hand. Daardoor wordt de vorm nog iets emotioneler, iets lyrischer. Omdat porselein zo’n zuivere aarde is, zullen de kleurstoffen die je ermee vermengt, er vrij puur uitkomen. De laatste jaren ben ik bezig met het samenstellen van kommen uit porseleinmozaïek. Het gaat om een soort inlegwerk, waarbij ik flinterdunne reepjes ingekleurde porseleinklei met porseleinslib in een mal assembleer. Eenmaal lederhard, haal je de pap eraf en blijft de komvorm over. Die techniek vergt wel een behoorlijke dosis doorzettingsvermogen, want je krijgt vaak met breuken te maken. Sommige kleurstoffen willen zich niet aan andere vastzetten, dat is al één oorzaak. Bovendien ga ik na een eerste bakbeurt op lagere temperatuur de kom fijn schuren, en daarin ga ik soms zover dat de potten scheuren. Maar ik wil nu eenmaal de uiterste grenzen verkennen van het werken met porselein.

De komvorm geraak ik nooit beu, nee. Het is een universele vorm, sculpturaal en driedimensionaal. Je kan er ook de binnen- én de buitenkant van zien, daar bestaat een relatie tussen. Het unieke aan mijn potten is dat de twee kanten identiek zijn. Omdat ik komvormen maak, word ik natuurlijk altijd geconfronteerd met de oorspronkelijke gebruiksfunctie ervan. Maar mijn kommen kan je echt niet gebruiken, dan zou ik in een ander materiaal of met dikkere wanden moeten werken. Ze balanceren ook altijd op een smalle voet. Daardoor winnen ze aan elegantie en krijgen ze iets bijna ?onaards?. Ooit heb ik wel eens servies gecreëerd dat bedoeld was om te gebruiken, maar het was dan toch zo fijn dat je de stukken bijna ritueel moest hanteren.

Ik heb ook creaties van anderen in huis. Sommige stralen zo’n kracht uit dat ik ze bij wijze van spreken nodig heb om me goed te voelen. Dat ik de stukken kan aanraken, is heel belangrijk voor mij.

Mijn dochtertje van 2,5 jaar groeit helemaal op met keramiek. Wanneer we bezoekers hebben, verwittigt ze soms : ?Pas op voor de potjes van mijn mama. Je mag daar niet aankomen.? Dat kan ze zo pedant, schoolmeesterachtig zeggen. Ooit heeft ze één potje stukgemaakt en toen heb ik haar uitgelegd hoeveel werk ik daar wel ingestoken had. Af en toe zit ze zelf met porseleinaarde te spelen, daar komen dan werkjes met allemaal kleine gaatjes van. Ik vind ze zo mooi dat ik er al enkele van gebakken heb. Al het spontane van het kind zit in dat porselein. Wat voor mij zo’n moeilijk materiaal lijkt, is voor haar de gewoonste zaak van de wereld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content