In ’92 haalde Jef Mercelis (25)de finale van de Rock Rally. Pas verscheen de debuut-cd van de naar hem genoemde groep : ?The Hopes & Dreams of a Drunk Punk”, of fatalisme op muziek.

JACKY HUYS FOTO : LIEVE BLANCQUAERT

De school was een ramp. Ik was een nogal teruggetrokken jongen, lessen interesseerden me niet. In het vierde middelbaar had ik herexamens en toen ben ik gitaar beginnen leren. Uiteindelijk heb ik mijn jaar moeten overdoen. Ik was toen al geïnteresseerd in muziek : de Beatles en Bob Marley, daarna John Lennon en Tom Waits. Rock Rally ’92 was de eerste keer dat ik voor zoveel mensen op een podium stond. Ik speelde er eigen nummers en een cover van Lou Reed. Mijn vriendin had me aangeraden om een cassette op te sturen. In de keuken heb ik op een recordertje mijn nummers opgenomen. Mijn nummers, mijn naam ! Ik was zo naïef als wat. Ik speelde en het publiek stond muisstil te luisteren. Als ik nu terugkijk, ben ik blij dat ik niet gewonnen heb. Ik was er niet klaar voor.

Ik ben een Kempenaar en die zijn eerder bedachtzaam, bescheiden. Je twijfelt constant aan jezelf. Op een bepaald moment moet je natuurlijk durven zeggen : dit is wat we doen, en ik vind het goed genoeg om het te laten uitkomen. Maar dat wil niet zeggen dat je jezelf dan ook fantastisch vindt. Er zijn zoveel goede artiesten in de wereld en ergens daartussen sta jij.

Na die Rock Rally heb ik niks uitgebracht. Ik ging nog twee jaar studeren. Eerst een half jaar toneelschool, niks voor mij, daarna Germaanse filologie. Toen heb ik de knoop doorgehakt en mij volledig op muziek toegelegd. Het eerste jaar met onze groep Mercelis hebben we redelijk veel optredens gehad. Daar kon ik van leven. Het jaar daarop ben ik gaan stempelen. Ik was ook niet met muziek begonnen om veel te verdienen of om bekend te zijn.

Ambities, dat begint nu stilaan te komen. Ik hoop dat we niet in België blijven hangen. Voor het overige ben ik gewoon verschrikkelijk blij dat de cd er is. Maar eigenlijk heb ik er nooit iets van verwacht. Ik hoop alleen dat ik, zolang ik het wil, muziek kan maken. Ik wil mezelf op de een of andere manier uiten. Alles wat daaruit voortkomt, is mooi meegenomen maar is niet de beweegreden.

Ik schrijf ook gedichten, in het Nederlands. Ik heb er nooit bij stilgestaan waarom ik in het Engels zing. Wat ik schrijf, houdt altijd verband met mijn leven. De titel van mijn cd, The Hopes & Dreams of a Drunk Punk, bijvoorbeeld, dat is zo’n beetje de samenvatting van mijn leven. Het zijn mijn verwachtingen en dromen, maar tegelijk besef ik dat dat allemaal niks waard is. Ik heb de indruk dat ik alles vanop afstand bekijk. Het nihilisme van de punks heb ik niet bewust meegemaakt. Als ik dronken ben en voor even iets heldhaftiger, dan heb ik wel iets punkachtigs. Maar normaal ben ik zo niet. Ik zie het allemaal niet zo positief in, maar om nu meteen te gaan roepen dat er no future is, dat is overdreven. Letterlijk gezien is er wel een toekomst, maar de hele boel gaat toch zijn eigen gang.

Ik denk dat er nu zoveel over de Belgische rock wordt gesproken, omdat er veel meer mensen echt kiezen voor de muziek en het niet meer als een hobby zien. Ze zeggen resoluut : wij maken muziek en de rest kan de boom in, wij doen het op onze manier. Daarom is onze generatie nog niet beter dan de vorige, maar we hebben wel veel geleerd. Waarschijnlijk zullen er over enkele jaren maar enkele groepjes overleven, maar dat is met alles zo. De tijd maakt een schifting. Je moet doen wat je denkt dat je moet doen. Ik hoop dat ik het nooit zal meemaken dat ik niks meer te zeggen heb.

Mezelf omschrijven ? Onzeker, twijfelend. Dat heeft niks te maken met mijn generatie, want ik heb niet de indruk dat ik voor een bepaalde generatie zing. Wat er wel is, is het gevoel : wat moet er nog komen ? Alles is al bezig, je kan alles krijgen, wat kan je nog doen ? Ik heb veel minder illusies en ik weet niet of dat slecht is. De hippiegeneratie zat vol goede moed, maar ook met hen is het faliekant afgelopen. Er gebeuren gewoon dingen waar je niks over te zeggen hebt. Ik heb eigenlijk nooit veel illusies gehad. Ik heb altijd geluisterd naar de Smiths, en daar zit ook niet veel hoopvols in. Ik heb vaak aan zelfmoord gedacht, maar het toch nooit geprobeerd. Je leeft, daar kan je zelf niet veel aan doen, het is nu eenmaal zo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content