Charlie Friedrich (49) is diamantair. Enkele jaren geleden wierp hij zich op de promotie van de Flanders Brilliant. Een gevecht dat nu vruchten begint af

te werpen.

TRUI MOERKERKE

FOTO : LIEVE BLANCQUAERT

Mijn avontuur met de Flanders Brilliant begon bijna vier jaar geleden. Iemand zette me de revolutionaire achtzijdige diamant voor de neus. Ik kon m’n ogen niet geloven. Zo mooi. Daar moest ik op enkele maanden een commercieel sukses van kunnen maken, dacht ik. Dat was zonder rekening te houden met het konservatisme in de diamantwereld. Het heeft me uiteindelijk meer dan drie jaar gekost. Pas een jaar geleden begon het te lopen.

De Flanders Brilliant is in 1988 uitgevonden door Dirk Obbers, Jan Storms en Johan D’Haene, drie Vlaamse diamantairs. Ze deden dat met de technische steun van het researchlaboratorium van de Hoge Raad voor Diamant. Met hun uitvinding is het onverwachte gebeurd. Niemand kon vermoeden dat een nieuwe slijpvorm de schittering van de klassieke ronde briljant al eeuwen beschouwd als de perfektie zelve zou overtreffen. En toch. Vakmensen uit binnen- en buitenland moeten het toegeven : de Flanders Brilliant is de schitterendste diamant ooit.

Maar een nieuwe slijpvorm geïntroduceerd en aanvaard krijgen, is niet makkelijk. Het diamantmilieu is zeer konservatief. U moet ook begrijpen : elk jaar worden op verschillende plaatsen in de wereld wel enkele nieuwe slijpvormen gelanceerd. Bijna allemaal verdwijnen ze na een jaar tot twee jaar van de markt. De afgelopen vijftig jaar zijn er hooguit twee of drie nieuwe slijpvormen overeind gebleven. Dat betekent dat ze door vakmensen en door juweliers aanvaard en verkocht worden. En dat het publiek volgt.

De uitvinders van de Flanders Brilliant wilden het na drie jaar opgeven. Hun projekt kwam niet van de grond. Ik vond het zonde dat zo’n diamant in de vergeethoek zou belanden. Daarom ben ik de uitdaging aangegaan. Ik heb een nieuw promotie- en marketingplan uitgedokterd dat nu, na jaren, vruchten afwerpt.

Met de Flanders Brilliant werd een slijpvorm voor het eerst naar een streek genoemd. Ik vond dat een krachtig gegeven om in het marketingplan op te nemen. Neem nu Schotse whisky of Zwitserse horloges. De regio als garantie voor de kwaliteit. Mensen denken : als het daarvandaan komt, is het goed. Dat mekanisme moeten we ook voor Vlaanderen gangbaar maken. We hebben hier de kreativiteit en we hebben de technologie. Alleen : we zijn veel te bescheiden. Die bescheidenheid moet opzij gezet. We moeten ons beter bekend maken in het buitenland.

Samen met de Flanders Brilliant promoot ik dus ook Vlaanderen in de hele wereld. Ik doe dat op eigen initiatief, met eigen middelen. In de folder, uitgegeven in verschillende talen, tot en met het Japans, gebruik ik onder meer het portret van Rubens en daarmee maak ik duidelijk dat de geniale kreativiteit van die tijd ook vandaag nog bestaat. Ik hoop dat de folder buitenlandse toeristen naar hier zal halen en vooral : buitenlandse investeerders. De ekonomische krisis is groot, maar ik weiger me neer te leggen bij doemgedachten. Waar een wil is, is een weg. Met al onze technologische en kreatieve mogelijkheden moeten we een winnaarsmentaliteit durven aannemen.

Het label Vlaanderen levert geen problemen op, nee. De Flanders Brilliant werd door vijftien Waalse juweliers aangekocht. Mijn vriend en zakenrelatie Roland Abraham verkocht hem zelfs in Visé, bij wijze van spreken de achtertuin van José Happart.

Ik hoop dat ik niet de enige blijf in de promotie van de Flanders Brilliant. Ik wil niets liever dan dat mijn kollega diamantairs er eveneens mee uitpakken. Want het koncept in vier kontinenten verspreiden en daarmee ingaan tegen het enorm zakencijfer wel honderden miljarden van de klassieke ronde briljant : het vraagt veel energie, dat kan ik u verzekeren. Ik zou het leuk vinden als mijn sneeuwbal een grote positieve lawine op gang brengt.

Zonder de Flanders Brilliant zou mijn carrière verlopen zijn als die van een klassieke diamantair. Vechtend in de krisis om te overleven. Antwerpen levert strijd om haar leiderspositie tegenover konkurrenten als Tel Aviv en Bombay te behouden. De Flanders Brilliant kan in die strijd een wapen zijn. Hij is immers moeilijk te maken, maar die vakkennis hebben we.

Het is niet courant om op mijn leeftijd nog zo’n uitdaging aan te gaan. Ik heb me er volledig moeten op koncentreren. In het begin werd ik er ’s morgens wel eens te vroeg wakker van. Maar ik ben zeer blij dat ik het gedaan heb. Al stak het me wel dat ik in het begin geen Vlaamse juweliers meekreeg. Ik ben eerst via het buitenland moeten gaan, daar geloofwaardigheid opbouwen. Ach, werd me dan gezegd, niemand is sant in eigen land. Tel daar nog bij dat de krisis mensen voorzichtiger maakt. Maar langs de andere kant : die moeilijkheden hebben me gedwongen kreatief te zijn. En ik ben zeer verheugd over de resultaten : vorig jaar vond ik hier nog geen enkele juwelier bereid om de Flanders Brilliant te verkopen, dit jaar ligt hij in 135 zaken. Wat echter niet betekent dat de strijd gestreden is. Ik ga er in ieder geval mee door. Dat is een zekerheid, net als de twee uur tennis per week en het gras afrijden op zaterdag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content