Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Stefaan Bettens (32) ziet “helder, licht en transparant” als trefwoorden voor de jaren negentig. Hij maakte een sukses van Coronabier en Ty-Nantwater. Alleen de Tom & Jerry bubblegumlimonade deed het niet zo goed.

LENE KEMPS

FOTO : LIEVE BLANCQUAERT

Mijn vader had een fabriekje in het Kortrijkse : Jet Limonade. Mijn lievelingssmaak was orange. Als student stond ik daar aan de band, en net voor mijn legerdienst, met zes maanden verplichte vrije tijd, heb ik ook voor hem gewerkt. Zo ben ik erin gerold. We zijn begonnen met Gerstel Bräu, alkoholvrij bier. Tien jaar geleden was dat een kleine markt. Pionierswerk. Met een tweedehands autootje vol bakken bier de winkels langs. Mijn vader en ik geloofden erin. In Duitsland liep het produkt goed. Ons doorslaggevend argument was het gezondheidsaspekt. België is een bierland, maar massa’s mensen mogen geen bier drinken. Het sloeg aan. Op het eind verkochten we 800.000 bakken per jaar, en de nationale distributie gebeurde via de grootwarenhuizen.

Bij een bezoek aan Californië leerde ik Corona kennen. “Dat is het”, dacht ik. Prachtig flesje. Wit, transparant met een mooie grafiek. Geen marketingvondst, maar een autentieke fles uit 1925 van wat toen nog een klein familiebedrijfje was en nu internationaal de tiende brouwerij is. Een licht bier, fris en aangenaam. Een produkt met een ziel en een mooi verhaal. Toen de eerste lading bij ons aankwam, zei iedereen : “Hij is niet goed wijs, Mexicaans bier ! Hebben we er hier niet genoeg ? ” Corona is nu kompleet ingeburgerd. De omzet stijgt nog elk jaar. Ik geloof er sterk in dat smaken internationaler worden. Er is een nieuwe generatie die veel reist en meer openstaat voor nieuwigheden : Amerikaans eten, Mexicaanse drank, World Music. We zijn wereldburgers geworden.

Corona ligt me na aan het hart. Dat een produkt met zo weinig middelen zonder marketingpletwals zo groot kan worden, daar ben ik trots op. Ik kan de markt niet overrompelen met gigantische campagnes zoals de grote brouwerijen dat doen. Ik ben een nicheman. Ik opereer aan de rand, via de subkultuur. Dat zijn mijn beperkingen, maar dat is ook de uitdaging en het grote plezier.

Het sukses van een produkt hangt af van de plaatsen waar je het lanceert. Je moet de juiste partners vinden. Een bier als Rolling Rock kan je niet overal kwijt. De horeca is erg professioneel geworden, die mensen zijn voortdurend op zoek naar nieuwe dingen om hun klanten te boeien. Ik zie mezelf eerder als iemand die een service levert, niet als een harde verkoper. Ik heb het geluk dat ik door dit genre van produkten met fijne mensen kan samenwerken. Ik spendeer mijn tijd in cafés waar ik, zelfs al zou ik niet in het vak zitten, met plezier binnenga. Anders zou ik het trouwens niet kunnen.

Ty Nant lanceerden we in restaurants. Door de alkoholkontroles komen er minder flessen wijn op tafel. Terwijl dat toch deel uitmaakt van de sfeer. De tafel moet er mooi uitzien. Met die blauwe fles, zelfs al zit er dan water in, komt dat feestelijk tintje terug. De Ty-Nantkleur kwam op het juiste moment, het leek wel of je dat diepe fascinerende blauw overal zag. Veel restaurants bouwden hun inrichting rond die flessen. Prachtig. Ik sla achterover van verbazing als mensen het over designwater of yuppiedrankjes hebben. Ik zie alleen de estetische en plezante kant van de zaak. Wat is er mis met een mooie verpakking, met dingen die een meerwaarde hebben ? Nu lanceer ik Caledonian Clear, een flavoured water : minder kalorieën, mooi flesje, fijne smaakjes. Niet zomaar aardbei, maar arctic strawberry, geen gewone appel maar orchard apple. Mooi toch.

Helder, transparant, licht. Dat telt deze dagen. Om die reden viel ik voor Labatt Ice. De ijsfaktor : fris, eerlijk, uitgesproken. Alles staat in het teken van gezondheid. Natuurlijke ingrediënten, geen kleurstof, licht verteerbaar. Er zijn nog veel wettelijke beperkingen in die sektor, maar een sinaasappelsap met toegevoegde vitamine C bijvoorbeeld, dat is de toekomst.

Ik praat met mensen. Ik lees veel. Een trend begint vaak in Engeland of Italië. Als het produkt daarna ook in Duitsland en Nederland marcheert, dan moet het hier ook lukken. Maar ik laat me vooral leiden door mijn gevoelens, niet door cijfers. Die tweespalt heb ik altijd in me gehad. Voor mijn studies twijfelde ik tussen filozofie en ekonomie. En daar zit ik nog steeds ergens tussenin.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content