De poort van Afrika heeft nog niets van haar aantrekkingskracht verloren. Talloze Europeanen – kunstenaars, toeristen en zwervers allerhande – zoeken er hun heil. Valérie Barkowski put uit de ambachtelijke Marokkaanse traditie kleurrijke sjaals en accessoires.

In Marrakech moet je jezelf durven verliezen. Dat geldt zeker als je de medina van de okerkleurige stad voor het eerst bezoekt. De grootste oude stadskern van de Maghreb-wereld is een aanval op de zintuigen. De steegjes vormen een labyrint vol onbekende zichten, geluiden en geuren. In rokerige cafés en rond fonteintjes bespreken mannen het nieuws van de dag. In propvolle winkels, ambachtelijke ateliers en rommelige garages discussiëren ze luidruchting over de prijs. Die naar je hand zetten is hier een kunst, een sluw spel van geven en nemen.

In de soeks ligt de ‘nieuwe ambachtelijkheid’ voor het grijpen: ceramiek, hout- en zilverwerk, tapijten, juwelen en natuurlijk maroquinerie. Toeristen worden aangezogen door de koopdoolhoven vol djellaba’s (lange katoenen gewaden voor mannen) en babouches (sloffen), maar de hitte, het stof, de verkeerschaos en vooral de mensenmassa tarten de verbeelding. Nee, dan liever de verkoelende patio of het zonnige dakterras van een ryad. Alleen hier, op het ritme van de muezzin die, vijf keer per etmaal, vanop zijn minaret het gebed voorzingt, proef je de geroemde gezapigheid van Marrakech.

Het is aan deze bijna duizendjarige ‘parel van Afrika’ dat de Belgische Valérie Barkowski (34) vier jaar geleden haar hart verloor. De stad miste zijn uitwerking niet: Barkowski verdiepte zich in traditionele handvaardigheden als borduur-, haak- en breiwerk en ging zelf sjaals ontwerpen. “De artisanale ambachten boeien me al sinds mijn aankomst in Marrakech. De Marokkaanse traditie en savoir-faire zijn enorm, het is een ontdekkingstocht. Ik verzamelde stalen in de soeks en liet me er alles over vertellen.” Vandaag telt Mia Zia – de naam verwijst naar een tante die haar de knepen van het vak bijbracht – zo’n 200 gespecialiseerde werkneemsters. De jonge vrouwen voegen, thuis of in Barkowski’s atelier, ieder hun specifieke vaardigheid toe aan de vrolijke sjaals.

Barkowski heeft een lange reis achter de rug. “Meteen na mijn studies aan het Gentse Sint-Lukasinstituut ben ik beginnen rondtrekken. In België was het leven me veel te eng. Om geld te verzamelen werkte ik als model in de periodes dat de collecties werden voorgesteld.” Barkowski woonde in Italië, op de Canarische eilanden en in India, tot ze in ’93 haar man Serge ontmoette. Het paar trok naar Moskou en bleef er drie jaar. Barkowski verdiepte zich in de Russische kunstwereld. “Ik wou een boek schrijven over de hedendaagse kunstenaars en hoe ze leefden en werkten onder het communisme, de perestrojka en de nieuwe ontwikkelingen. De vraag hoe die regimes de kunst beïnvloedden, fascineerde me.”

Barkowski bezocht talloze ateliers, verslond boeken en verzamelde duizenden foto’s. Resultaat? Het boek wacht nog steeds op afwerking. Want in ’96 probeerden Valérie en Serge hun geluk in Marokko, op zoek naar een vakantiehuis. Het bleef niet bij een verkenningstrip: twee maanden later stonden ze alweer met hun koffers in Marrakech. De reizen naar Moskou werden almaar korter en hielden uiteindelijk op. “We moesten een beslissing nemen. Ik weet niet waarom de zaken zo gelopen zijn, het is alsof het zo moest zijn. Ik voelde me goed in die onbekende stad. Sommige Marokkanen hebben alleen oog voor je portefeuille, maar de meesten zijn gastvrij en genereus. De glimlach overheerst. En na drie jaar ondergesneeuwd te zijn is het wel prettig om elke ochtend wakker te worden met een stralende zon.”

Al snel nodigden Valérie en Serge kunstenaars uit de hele wereld uit naar Marrakech om inspiratie op te doen. De Fondation Sahart werd opgericht om die uitwisseling op permanente basis te organiseren. En terwijl Serge zich ook ontfermde over Marrakech-Medina, een stichting die ijvert voor de bewaring van de medina en die privé-woningen restaureert, ontwikkelde Valérie een nieuwe passie: sjaals ontwerpen. “We hadden geld nodig, ik moest iets doen. Een meisje dat me helpt bij de communicatie met de naaisters, bracht me in contact met een klein brei-atelier. Ik gaf haar een ruw ontwerp en een week later lag het eerste staal op mijn bureau. Op dat moment kwam een Belgische vriendin op bezoek. Ze had al ervaring met kindermode, geloofde in het project en wou de Belgische distributie op zich nemen.”

Maar zo snel gaat het allemaal niet in Marrakech. De officiële papiermolen afwerken, de werkplaatsen in orde maken, het organiseren van het logistieke proces en de nodige contacten leggen, het vergt allemaal veel tijd. Snelheid en efficiëntie dirigeren hier het dagelijkse leven (nog) niet. “In Marokko is wit niet wit en zwart soms grijs”, lacht Barkowski. “Het land heeft z’n eigen gewoontes en ritme. Als je dat niet aanvaardt en verwacht dat de zaken heel rationeel en doordacht gebeuren, moet je er niet eens aan beginnen. Een buitenstaander doet er jaren over om het te begrijpen, want de zaken zitten ingewikkeld in elkaar. Er komen veel geduld en onderhandelingen bij kijken om het gewenste resultaat te krijgen. Dat is deels de charme van het land. En voor de rest… inch’Allah! Je moet de lokale cultuur en tradities respecteren, anders blijf je beter weg.”

Barkowski’s liefde voor Marokko is overduidelijk. Als gepassioneerde gastvrouw troont ze je mee naar de Djema el-Fna, het marktplein waar jongleurs, kruidendokters, acrobaten, slangenbezweerders, verhalenvertellers en dampende eetkraampjes ’s werelds grootste openluchtspektakel vormen. Of ze wijst je de weg naar bezienswaardigheden als de Koutoubia Moskee, het glamoureuze Hôtel La Mamounia, de door Yves Saint Laurent aangekochte Jardin Majorelle of de vredige Ali ben Youssef Medersa, een voormalige koranschool.

“Natuurlijk zijn er verrassingen, maar die schuilen vooral in het leven van elke dag”, zegt Barkowski. “Ze zijn eerder anekdotisch en zelfs poëtisch. Hoe een doorsnee Marokkaan denkt en handelt is soms onbegrijpelijk, maar men koestert dan ook andere waarden en levensdoelen dan in het westen. Misschien handelt men hier te veel naar wat anderen denken. Trots en eergevoel leiden tot hypocrisie en leugens. Maar ik tracht de lokale cultuur te respecteren, net zoals Marokkanen ons respect betonen. Er is een grote tolerantie tegenover buitenlanders. Meer zelfs, mijn negatieve ervaringen hebben eerder te maken met ingeweken buitenlanders.”

Armoede is in Marrakech nooit ver weg. Bedelaars in lompen, eenkamerhuizen zonder basisvoorzieningen waarin twaalf mensen samenwonen, gebrek aan medische zorgen en geïnstitutionaliseerde opvang, het zijn maar enkele voorbeelden van schrijnende mistoestanden. Wat wil je, met een werkloosheidsgraad van bijna 18 procent? Veel Marokkanen zijn fatalistisch en spreken erover met schokkende berusting.

“Eerlijk gezegd valt het allemaal wel mee”, zegt Barkowski voorzichtig. “Velen hebben een familie en een dak boven hun hoofd. Als maaltijd volstaan kleinigheden als thee, brood en olijfolie. Het klimaat is zacht, daklozen sterven niet van de kou. Bovendien is er ook een grote onderlinge solidariteit: moslims helpen elkaar, dat is een religieuze plicht. Bedelaars krijgen in winkels wat kleding of thee en een stuk brood. Solidariteit, familiebanden en respect voor ouderen leven hier nog sterk. Er zijn meer uitwegen dan in het westen. Als ik in de Parijse metro sta, voel ik me slechter dan bij een bedelaar in de medina.”

Zakendoen is dan wel geen liefdadigheidswerk, het creëert werk en de westerse interesse voor ambachtelijke producten kan een nieuwe impuls vormen. Valérie: “Uiteraard raakt het me, wat ik rond me zie. Ik tracht mensen te vormen zodat ze zich op een dag zonder mij kunnen redden. Er zijn cursussen Frans en informatica op kantoor en wie wil, kan een rijbewijs halen. Ik probeer de handarbeiders vooral een gevoel van zelfrespect te geven, zodat ze beseffen dat, in tegenstelling tot wat ze zelf denken, handwerk waardevol is. De arbeid is onderbetaald en men kijkt op naar het geïndustrialiseerde westen, zodat niemand nog met zijn handen wil werken en oude ambachten dreigen te verdwijnen. In Marrakech zijn er nog slechts een handvol traditionele babouchemakers. En dat voor de nationale Marokkaanse schoen!”

Met zijn bizarre mix van religieus geïnspireerd conservatisme en westers liberalisme is het Marokkaanse straatbeeld een fascinerend schouwspel. In de medina ontsteken gesluierde vrouwen in een Arabische furie als ze toevallig op de foto staan, in la nouvelle ville flaneren meisjes over de Avenue Mohammed V in nietsverhullende topjes. Toch is ruim tweederde van de Marokkaanse vrouwen analfabeet en op de arbeidsmarkt moeten ze het afleggen tegen mannen. Wie toch een baan vindt, verdient tot 40 procent minder dan een mannelijke collega. Buiten de steden hebben meisjes geen inspraak in de partnerkeuze en geldt in het openbare leven een strikte scheiding van man en vrouw. In het parlement geven vier vrouwen een stem aan de helft van de bevolking. De nieuwe koning Mohammed VI die recent het statuut van de vrouw merkelijk verbeterde, ondervindt heel wat tegenstand.

“Marokko is ontegensprekelijk een land van macho’s”, beaamt Valérie. “Sommige mannen vinden het moeilijk om onder een vrouw te staan, al heb ik geen bijzondere positie. Als ik niet weet hoe ik een situatie moet aanpakken, vraag ik advies aan meisjes die nauw met me samenwerken. Door eerlijk en rechtvaardig te zijn, vermijd je al veel problemen.”

Barkowski maakte kennis met de vrouwenproblematiek bij het opstarten van het eigen atelier. “Het vinden van naaisters was heel moeilijk. Vrouwen nemen niet deel aan het openbaar leven en werken thuis. Het aanwerven gebeurt dus ‘van mond tot mond’, er is tijd en geduld voor nodig. Maar werk geven aan al die vrouwen die om verschillende redenen niet buitenshuis kunnen werken, doet me veel plezier. Ik leer hen zorgvuldig te zijn, stoom ze klaar voor nieuwe afwerkingen en geef hen op permanente basis werk. Het is begonnen met een tiental vrouwen. Toen bracht eentje een zus of nicht aan, de andere haar vriendinnen en buurvrouwen. Soms weet ik niet eens hoe ze aan mijn adres komen.”

Regenboogkleuren en streepmotieven geven de Mia Zia-sjaals een grote herkenbaarheid. Begonnen met tweekleurige sjaals, leidt Barkowski nu een heus laboratorium. De collectie telt zowat 80 kleuren, sommige sjaals tot 20 kleuren. Mettertijd kwamen er ook meer sobere en met pomponnetjes afgewerkte sjaals. Gemiddeld maakt een vrouw er zo’n vier à twaalf per dag.

Inmiddels vinden de handelsmerken ook hun weg naar even vrolijke accessoires. Zo zijn er gestreepte sokken, halskettingen en armbanden ontworpen door de Russische fotografe Tatiana Panova en natuurlijk ook babouches in zijdeachtig sabra en met handgenaaide lederen zolen. Ook bij de accessoires zijn minutieus handwerk en edele stoffen als merinosgaren of kasjmier steevaste kenmerken. Het borduurwerk op de blouses wordt dus verzorgd door thuiswerkende vrouwen in de medina, elk volgens de eigen specialiteit binnen de ambachtelijke Marokkaanse traditie. Barkowski: “Het komt erop aan een evenwicht te vinden tussen de Marokkaanse expertise en de westerse smaak. Soms weigeren de naaisters bepaalde ontwerpen te maken. C’est pas beau, zeggen ze dan. Japanse klanten vragen ons om heel eenvoudige sjaals. Maar dat kunnen we vergeten. Dat vinden die vrouwen te makkelijk.”

Valérie gaat steeds verder in het toepassen van Marokkaanse ambachtelijke technieken. Nu ontwerpt ze ook fijn afgewerkt huishoudlinnen: handdoeken, servetten, tafel- en hoeslakens, kussenslopen en plaids. “De eerste schetsen tekende ik al in Moskou, wegens gebrek aan winkels met het geschikte linnen.” Ook deze collectie draagt Mia Zia-stempels zoals pomponnetjes en patchwork. “Het is grappig, maar ook dat berust op een noodzaak. In Moskou vond ik destijds geen grote lappen stof.”

Niets lijkt de Mia Zia-vrouwen te veel. Zelf weet Valérie Barkowski niet waar ze zal uitkomen. “Wie zal het zeggen? Er gaat geen berekening aan vooraf, er is geen marketingplan. Ik ben een professionele vagebond. Soms zijn een reis of een ontmoeting voldoende om een nieuw idee gestalte te geven. Maar het handwerk blijft de basis van de collectie, dat verandert niet.”

Wanneer Valérie Barkowski niet met Mia Zia of de Fondation Sahart bezig is, schakelt ze over op het ritme van Marrakech: “Zalig niets doen of wat lezen en schilderen.” Geluk schuilt in eenvoudige dingen, leerde zij in Marokko. “Ik verspil mijn tijd niet met onbelangrijke zaken, ik word niet geleefd. En als ik gelukkig ben, voel ik me overal thuis. Chez moi is geen plaats, maar iets dat in mijn hoofd zit.”

Info Mia Zia: Tel. 02/347.10.16, Marrakech-Medina: Tel. (00-212) 442.91.33.

Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content