In het desolate landschap van een door een nucleaire wind verwoeste stad loopt een chique dame, haar kleren vuil en stoffig. Een somber vertrekpunt voor de mooie en elegante collectie waarmee Tabassom Charaf afstudeerde aan de Antwerpse modeacademie. Ze kreeg er ook de jaarlijkse Weekend Knack prijs voor.

The day after valt wel mee voor Tabassom Charaf. De zaterdag na het academiedefilé schijnt de zon in Antwerpen. De stad bruist en voor de Iraans-Duitse Tabi – zo noemen de vrienden haar – is het een gelukkige dag. Ze haalt met zwier haar diploma en krijgt er nog twee prijzen bovenop: de prijs van Weekend Knack voor de origineelste en creatiefste collectie (50.000 frank en bijbehorende modeproductie) en de prijs van het Flanders Fashion Institute.

Het interview gebeurt half in het Nederlands, half in het Engels. Soms praat Tabassom heel beslist, soms zachtjes fluisterend en twijfelend, altijd ontwapenend. Achteraf belt ze nog een paar keer om een gedachte verder uit te diepen of om iets toe te voegen. Dat ze in mode sensualiteit mist bijvoorbeeld. En dat luide muziek en snelle wagens haar ontspannen.

Tabassom Charaf begon na de humaniora mode te studeren aan de Fachhochschule in het Duitse Pforzheim. Omdat ze de studie daar te theoretisch vond, kwam op ze op aanraden van een leraar naar Antwerpen.

“Ik beleefde in Antwerpen een zeer intense periode. Op de academie had ik voor het eerst het gevoel dat ik op creatief vlak begrepen werd”, zegt Tabi. “Bovendien hebben ze een strikt systeem. Je moet gedisciplineerd tegen deadlines werken. Gelukkig staan ze er wel voor open als je wat chaotisch ben.” Of ze dat is? ( lachend) “In a way…”

Tabi’s ouders zijn 35 jaar geleden vanuit Teheran naar Duitsland geëmigreerd. Haar vader is een goudsmid, haar grootvader was een kleermaker, een oom in Teheran ook, en verder zitten nogal wat familieleden in de kunstwereld. Tabi is islamitisch opgevoed, maar in alle vrijheid. “Ik ben 6 jaar geleden alleen naar Iran gereisd om er mijn familie te bezoeken. Ze zijn inderdaad vrij progressief. Mijn ouders steunden mij toen ik mode wilde studeren. Ze zijn elk jaar naar de show komen kijken en logeerden dan bij mij. En ze kookten Iraans, want dat mis ik wel.”

Voor haar laatstejaarscollectie wist ze niet wat ze wilde. Ze was verveeld, ze was alles beu, ze was er niet meer bij. Tot ze net op tijd besloot om “terug op aarde te landen”. Haar leraars hadden haar wakker geschud. Dat ze de laatste weken hard moest doorwerken, vond ze niet erg. “Eigenlijk is die periode de beste. Iedereen maakt hetzelfde door. Als ik iemand tegenkom die 10 jaar geleden afstudeerde, ontstaat er een soort familiariteit door die ervaring. Dat vind ik interessant.”

Tabi ging vaak langs de Schelde zitten om na te denken. “Ik wilde iets eenvoudigs doen. Zo kwam ik bij wind uit, wind die iets wegneemt en iets terugbrengt.” Maar uit de verveling en het onbehagen kwam tegelijkertijd het idee van een catastrofe, van “een nucleaire wind die alles verwoest”.

Wind betekent lichte, ragfijne stoffen. Het betekent ook uitgekiende patronen met beweging in, sommige stukken hebben meer dan 100 plooien of draperingen. Om de stoffen tot “haar eigen stoffen” te maken, heeft Tabi alles geverfd. “Ik vond niet de stoffen die ik wilde. Vaak waren de prints wel oké maar de kleuren slecht. Ik heb de kleuren doffer gemaakt of grijs geverfd zodat ze wat vuil leken. Ik had een chique dame voor ogen die door een verwoeste stad loopt. Ze draagt elegante kleren, maar ze zijn vuil en stoffig geworden.”

Dat enkele patronen steunen op het principe van een chador, heeft volgens Tabassom Charaf weinig te maken met haar Iraanse afkomst. “Ik hou wel van het idee van draperingen in een sari en ook in een chador. Ze bewegen mooi als je wandelt.”

Tekst Trui Moerkerke / Productie Olivier Rizzo / Foto’s Bert Houbrechts / Postproductie Roger Dyckmans / Make-up Peter Philips voor MAC en KMS/ Model Charlotte bij Vision by Steff / Alle kleding Tabassom Charaf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content