De locatie is nog steeds dezelfde : een glanzend rood geverfde kelder onder een keurig appartementsgebouw in het achtste arrondissement van Parijs. Maar op de bühne van de Crazy Horse is bijna niets nog wat het was.

Enkele dagen geleden ging de nieuwe revue Taboo in première. Voor de kenners : het langverwachte vervolg op Teasing. Aan het openingsnummer, God Save Our Bareskin, is gelukkig niets veranderd : twaalf danseressen staan samen op het podium, half verkleed als Royal Guardsmen met zwarte bontmutsen en half naakt, maar wel smaakvol : de Crazy Horse is niet vulgair. De meisjes stampen als soldaten hun laarzen op de vloer, voorwaarts, mars, aangevoerd door een onzichtbare kolonel. In het podium zijn rails aangebracht. Gedurende enige minuten glijdt één groep meisjes als het ware over het podium, terwijl de andere op sierlijke wijze rond een handvol palen roteert. De finale, You Turn Me On, is hernomen maar bewerkt ; de soundtrack kreeg een technobeat, de meisjes fluo pruiken en kostuums van de ontwerper Gaspard Yurkievich. Taboo duurt anderhalf uur, goed voor zo’n dozijn dansnummers en drie zogeheten internationale acts (goochelaars, bubbelblazers en andere min of meer versleten overblijfselen van de circustraditie). Tussen de nummers door presenteren de meisjes zichzelf, gehuld in een nauw lijfje waarop hun naam staat gedrukt. Een promotiefilmpje voor de nieuwe dvd van de Crazy Horse, geprojecteerd na het openingsnummer, is een kleine troost voor toeschouwers die vergeefs zitten te wachten op niet hernomen successen uit Teasing, zoals Lay Laser Lay (een danseres komt hangend aan een draaiend rad naar beneden, terwijl een waterval van rook op haar lichaam wordt geprojecteerd), Vestal’s Desire (drie dansende Nefertite’s en groene neonlampen), of vooral Adagio (een tot leven gebracht Grieks-Romeins bas-reliëf, waarop roze en paarse driehoekjes van neonlicht worden geprojecteerd).

Le Crazy Horse werd in 1951 opgericht door Alain Bernardin, antiquair, uitbater van een restaurant en vriend van kunstenaars als Dali, Duchamp en César. Zijn tweede vrouw , Julienne Vert, was een mannequin die droomde van een professionele zangcarrière. Bernardin gaf haar een artiestennaam ( Julia Rouge) en een zaal ( Le Crazy Horse Saloon). Zes maanden later haalde hij de eerste stripteaseuse naar Parijs, Fortunia. Waarop hij een nieuwe vorm van erotisch spektakel bedacht, op basis van bijzondere choreografieën en gekleurde lampen. “Hij sublimeerde de meisjes met licht”, aldus zijn dochter, Sophie. “Dat licht lag als een sluier over hun lichamen.” Bernardin gaf zijn danseressen heerlijke artiestennamen (Melodie Bubbles, Prima Symphony, Lova Moor, Goldie Nugget), een traditie die nog steeds wordt voortgezet. Maar niet door Bernardin. Die overleed acht jaar geleden. Zijn drie kinderen hebben de zaak overgenomen. Sophie is artistiek directeur. “Eerst wilden we alles bewaren zoals het was. Maar anderzijds mochten we niet oubollig worden.” Met de nieuwe revue plaatst Le Crazy zich in het heden, zonder het verleden te verloochenen.

:: www.lecrazyhorseparis.com

Tekst Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content