Zo voel ik mij weleens: verloren lopend in een wereld die met de dag minder de mijne wordt. Sommige dingen blijven hetzelfde, of zo ongeveer toch. De zon bijvoorbeeld, klavertjevieren, hoge paardenstaarten, messen, vorken, lepels en de verkwikkende manier waarop jonge vrouwen zich in het straatbeeld voortbewegen.

Intussen echter verandert veruit het meeste. Dokters staan op het punt afstand te doen van hun stethoscopen, omdat de moderne techniek betere alternatieven heeft voortgebracht. Zelfs aan eeuwenoude gebeden wordt gesleuteld. “En breng ons niet in beproeving”, luidt het binnenkort, in plaats van het “En leid ons niet in bekoring” dat ik altijd heb gekend zonder het daarom vaak te prevelen. Van de woorden van het Onzevader tot de spelling van het Nederlands : achter de schermen trekken lieden aan de touwtjes die er plezier in scheppen alles en iedereen sneller te doen verouderen.

Steeds vaker ondervind ik de rare gewaarwording dat de man die ik zie in de spiegel, niet de man is die een blik in de spiegel werpt. Sommige dingen kun je beter verzwijgen, zoals dat je in de tijd geleefd hebt voor het internet bestond. Voor jezelf kun je ook beter houden dat je aan de schoolpoort hebt gestaan, op zo’n vrieskoude ochtend waarop de doom uit je mond kwam, met op je pullovers een handje gespeld waarop stond : ne touche pas à mon pote. Daarmee bedoelde je de twee zwarten en de anderhalve kleurling die je provinciestad rijk was en die je je sympathie wou betuigen. O jeugdig enthousiasme. O schoonheid van het denken dat niet is aangetast door cynisme, die hoofdroos die je onschuld ondersneeuwt naarmate de jaren vorderen.

Bovenal kun je beter voor jezelf houden dat je met seks bent begonnen omstreeks 1985. Technisch gesproken zou je dus een dochter kunnen hebben die eerstdaags dertig wordt. Er is geen vrouw van in de twintig meer ter wereld, of je kon haar vader zijn – technisch gesproken. Met dat technisch gesproken blijft het natuurlijk uitkijken. Technisch gesproken is bevruchting mogelijk van Slons Dievanongs door Bart De Wever, of van Saskia De Coster door aartsbisschop Jozef De Kesel.

Los van die opbeurende gedachte, vind ik het verstrijken van de tijd beklemmend, zoiets als een Duitse Tigertank die afrolt op een houten dorpje in de steppe van Wit-Rusland. Naast grof geschut worden vlammenwerpers ingezet. Mij verwondert de gelatenheid waarmee miljoenen mensen dag na dag verdampen, met de glimlach veertig, vijftig, zestig, zeventig en méér jaren oud wordend, wiedend, nippend, smakkend, loerend naar The Voice van Vlaanderen. Sommigen slagen er zelfs in na afloop vredig in te slapen, zoals je weleens leest in de kleine lettertjes op een rouwbrief.

Die gemoedsrust deel ik helaas niet. Om vredig in te slapen, hangt er nog te veel leven rond mijn geraamte. Soms denk ik : ik laat mij tatoeëren, ik koop een motorfiets van Triumph of bak zoete broodjes met een strakke Nigeriaanse. Dat laat ik dan echter, wegens te voorspelbaar en te typisch. Gelukkig heb ik geen dochter van dertig, maar een van drie. “Jij moet niet werken”, zegt zij terwijl ik zit te schrijven. “Jij moet een monster zijn.”

Dan grom en grol ik,klauw vervaarlijk in het rond, in mijn woede om het doven van het licht, in de zinderende zon.

jp.mulders@skynet.be

JEAN-PAUL MULDERS

O schoonheid van het denken dat nog niet is aangetast door cynisme, die hoofdroos die je onschuld ondersneeuwt naarmate de jaren vorderen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content