Dit bonte interieur in Haarlem voert je naar een ver verleden, toen wel meer mensen van hun woning een rariteitenkabinet maakten vol curiosa, oudheden en naturalia. Het is een hedendaagse versie van een eeuwenoud concept.

Ooit het Teylers Museum in Haarlem bezocht ? Moet je beslist doen, want dit is een van de mooiste en oudste muzentempels van de Lage Landen, waar sinds 1784 het publiek de schatten van de kunst, de natuur en de wetenschappen komt bewonderen. Het werd gesticht door koopman-bankier Pieter Teyler, die in de geest van de verlichting een collectie samenbracht waarin de studie van de kunst en de natuur centraal stonden. Hij bouwde daar een schitterend gebouw voor dat nog steeds te bezoeken is.

De plek waar we vandaag te gast zijn, bevindt zich niet alleen vlak bij het museum, bewoner Bert Sliggers is een van de conservators van Teylers en zelf een verwoede verzamelaar. Een passie die hij deelt met zijn vrouw Andrea de Wilde. Toen Bert enkele jaren geleden bij Andrea introk in haar ruime flat, stond alles opeens vol. Ze lieten hun beider verzamelingen in elkaar groeien en tikten ondertussen nog heel wat meer op de kop. Daarom verandert dit interieur om de haverklap. De dag waarop we hier kwamen fotograferen werd net hun nieuwste aanwinst geleverd, want die moest op de foto : een originele Ballfauteuil van Eero Aarnio, waarin ze zich dan ook lieten portretteren.

Berts levensloop is helemaal Teyleriaans. “Ik begon als jongetje schelpen te verzamelen en zocht daar alles over op”, legt hij uit. “Na een tijdje begon ik me te interesseren voor de familiestamboom en dook in de oude papieren en handschriften. Ik ging ook de geschiedenis opzoeken van de huizen waarin ik woonde en ga zo maar door.” Uiteindelijk werd hij geoloog, paleontoloog en mineraloog, en kwam in het Teylers Museum terecht, waar hij onder meer tentoonstellingen bouwt. “Dat museum is natuurlijk geweldig, want ik heb mij altijd verdiept in de geschiedenis van de wetenschap. Hier voel je je net als de encyclopedisten van weleer, die een beetje van alles deden, van wetenschap tot kunst. Ze zeiden : wie zich laaft aan kennis, wordt een gelukkige mens. Het ging er destijds ook gezellig aan toe in zo’n museum. Je ging dan met een Gouds pijpje in je mond een prent van Rembrandt bewonderen, en daarna keek je in een microscoop naar de kleine wereld, en ondertussen bracht je een ode aan de Almachtige Schepper.”

Het interieur van de flat heeft iets van een klein Teylers Museum. Zo staat er in de woonkamer een heuse rariteitenkast, gemaakt van een deur die ze uit India meebrachten, met daarin potscherven, haaientanden en uiteraard schelpen. Het huis heeft ook een bibliotheekkamer met rondom muren vol boeken. Daar staat het kastje van Bert met wat hij als kind heeft verzameld. Onder de laden met schelpen zit er eentje met mensentanden. “Verzamelen is een gen”, stelt hij. “Ik zie dat bij de kinderen die naar ons museum komen, ze verzamelen ook van alles. Zo gaat er toch een wereld voor je open, niet ?”

Voor Andrea heeft het verzamelen bovendien een creatieve dimensie. Door de objecten krijgen de ruimtes van deze grote flat, ruim 350 vierkante meter, immers een andere sfeer. Er is de rode Chinese hal, en het slaapvertrek onder de pannen is dan weer wat landelijker : het huis wordt als het ware aangekleed. En dat ligt helemaal in de lijn van van Andrea’s bezigheden : ze heeft een agentuur voor de kledingmerken Hunza en Tone Barker. Je komt de woning ook binnen via haar studio, waar haar modecollectie tentoongesteld staat. Bert en Andrea zijn tuk op prachtig textiel. Soms brengen ze wat mee van de andere kant van de wereld, want ze reizen veel naar het Oosten. “Dat je altijd wat meebrengt, ligt toch voor de hand”, legt ze uit. “We houden immers van mooie dingen en als je wat ziet, dan wil je het ook.”

Maar ook elders vinden ze heel wat spullen. “We kopen zaken op Marktplaats.nl, zoals die twee kandelaars in Meissenporselein. Weet je, we zijn eigenlijk een beetje zigeuners. Als we die spullen dan gaan ophalen, merken we vaak dat ze door woonwagenbewoners worden verkocht. Die houden ook van drukke en overladen interieurs, en vinden wat net een beetje over de top is, kitsch dus, leuk.” Tegenwoordig vallen de twee ook voor wat vintagedesign, maar met mate, want ze willen helemaal geen designinterieur. “We verleggen langzaam onze grenzen”, zegt Bert. “Maar een designinterieur wordt het nooit, want we houden van wat ongewoon is. Ons interieur leeft en verandert constant. Als we het in ons hoofd halen, dan kunnen we binnen de dag een volledige ruimte herschilderen of opnieuw behangen.”

Info over de collectie van Andrea de Wilde : www.hunzadresses.com.

Door Piet Swimberghe – Foto’s Jan Verlinde

Bert Sliggers : “Als je van alles verzamelt, gaat er toch een wereld voor je open, niet ?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content