TANDEM OP POINTES

Wim Vanlessen en Aki Saito, 20 jaar na hun eerste kennismaking. "Ik herinner me vooral hoe beleefd en galant Wim was, een echte prins." © BALLET VLAANDEREN

Wim Vanlessen en Aki Saito waren tieners toen ze aan elkaar voorgesteld werden op de balletschool in Antwerpen. Twintig jaar later danst het sterduo van Ballet Vlaanderen nog steeds samen, een unicum in het wereldje.

Balletdansers in het stadhuis : dat maken ze ook in Antwerpen niet vaak mee. Per hoge uitzondering werden Wim Vanlessen (38) en Aki Saito (40), sterdansers van Ballet Vlaanderen, eind vorige maand gehuldigd op ’t schoon verdiep in aanwezigheid van Marinella Paneda, de voormalige directrice van de Koninklijke Balletschool die twintig jaar geleden aan de basis lag van hun succesverhaal.

Saito, geboren in de Japanse stad Morioka, was toen zestien en had net de Prix de Lausanne gewonnen, een internationale wedstrijd voor jonge balletdansers. Paneda, die in de jury van de competitie zat, herkende haar talent meteen en stelde Saito voor om een opleiding in Antwerpen te volgen. Bovendien zag ze in de frêle ballerina de geknipte match voor Vanlessen, een laatbloeier die het Sint-Hubertuscollege in Neerpelt op zijn twaalfde verlaten had voor de Antwerpse ballet-school. Terecht zo bleek, want beide dansers schopten het bij Ballet Vlaanderen tot principal – de hoogste rang in een gezelschap – en de top van de internationale balletwereld.

Ondertussen dansen Vanlessen en Saito twintig jaar samen. Sleeping Beauty, In the Middle Somewhat Elevated, Het Zwanenmeer : telkens leverden hun pas de deux lovende kritieken op. Een uniek parcours dat het meermaals gelauwerde duo momenteel in de verf zet met een herneming van Onegin, een ballet van John Cranko uit 1965, gebaseerd op de gelijknamige liefdestragedie van Alexander Poesjkin. Hoogtepunt van de festiviteiten deze week zaterdag is een galavoorstelling in de Antwerpse Opera. “We zijn allebei op een punt beland dat we geknipt zijn voor deze rollen”, vertelt Vanlessen op ’t Eilandje, de thuisbasis van Ballet Vlaanderen. “Omdat ze technisch zwaar zijn, maar ook omdat we echt moeten acteren. Aki en ik hebben ondertussen zowel vreugde als droefenis gekend, die levenservaring is een voordeel in dit ballet.”

Wat weten jullie nog van jullie eerste ontmoeting ?

Wim Vanlessen : Die vond plaats op onze eerste schooldag. Veel had ze niet om het lijf : we werden aan elkaar voorgesteld, zeiden “hallo” en begonnen te dansen. Op dat moment wisten we niet dat Aki naar Antwerpen uitgenodigd werd om mijn danspartner te worden, dat ontdekten we pas later. Maar goed ook, want ik had amper ervaring met partnering en mijn lichaam was nog niet helemaal ontwikkeld. Had Paneda ons toen alles verteld, dan had dat nog meer druk op onze schouders gelegd.

Aki Saito : Ik herinner me vooral hoe beleefd en galant Wim was, een echte prins (lacht). Een jongen die de deur voor me openhield en mijn tas wilde dragen : dat was nieuw voor mij. Bovendien had ik amper pas de deux gedanst. In Japan zijn er immers nauwelijks jongens die aan ballet doen, daar kon je enkel mee oefenen als je een professional inhuurde. Hier was de omkadering veel professioneler en lag het artistieke niveau hoger, maar stond ik ook in een klas met evenveel jongens als meisjes, dansers die geen voorkeursbehandeling kregen zoals in Japan.

Hadden jullie last van een cultuurkloof ?

Saito : Van een kleine Japanse stad naar Antwerpen : dat was een enorme stap. Te meer omdat ik er hier alleen voor stond en vrij naïef was. Sinds mijn zevende beperkte mijn wereld zich immers tot mijn school en de balletstudio. Bovendien was ik vrij gereserveerd. Zo was ik het niet gewoon om op te komen voor mijn mening of om mijn emoties te uiten, zaken die hier wel aangemoedigd worden. Voor mij was het dus niet evident om mijn plek te vinden in een groep met een dozijn verschillende nationaliteiten. Wim is anders op dat vlak. Ik bewonder zijn natuurlijke gave om met iedereen te kunnen praten en zich overal snel aan te passen.

Vanlessen : Aki sprak de eerste maanden geen woord Engels of Nederlands. Dan ben je snel uitgepraat (lacht). Samen dansen daarentegen ging best vlot. Uiteraard moesten we leren om elkaar aan te voelen en te helpen, maar de ballettaal is overal hetzelfde. In die zin konden we dus wel communiceren. Al stonden taalproblemen onze vriendschap nooit in de weg. We gingen al gauw samen naar de bio-scoop of winkelen, en als Aki zich tijdens de vakantie alleen voelde, dan logeerde ze bij mijn familie.

Waarom klikte het ?

Vanlessen : Aki is net als ik enorm gedreven en koppig, ze gaat door tot alles klopt. Tijdens lunchpauzes en na de lesuren hoefden we de ander dus niet te vragen om een extra inspanning te doen, dat was evident. Zo is het nog steeds : we oefenen net zo lang tot we helemaal tevreden zijn, ook als we de volgende dag een voorstelling hebben of technici moeten vragen om overuren te maken. En na de show kijken we meteen wat beter kon. Al hielp het destijds ook dat we jong en flexibel waren en dezelfde passie deelden.

Saito : Wim en ik hebben in veel zaken dezelfde smaak. Of het nu over kleding, architectuur of de invulling van onze personages gaat, vaak houden we er dezelfde visie op na. Die harmonie is een voordeel als je pas de deux danst, want choreografen die een duo moeten samenstellen zien dat ook. Een ander aspect is dat balletdansers al op jonge leeftijd veel moeten opofferen en discipline nodig hebben om hun lichaam dagelijks te trainen. De impact op je privéleven is enorm. Wellicht waren we dus rijper dan andere kinderen.

Vanlessen : Partnering is uiteraard geen wetenschap. Niemand had destijds kunnen voorspellen dat we zo lang met elkaar zouden werken. Zul je met elkaar opschieten ? Zul je allebei op dezelfde manier evolueren en op een vergelijkbaar niveau dansen ? Dat weet je allemaal niet. Voor hetzelfde geld had Aki last gekregen van heimwee of was ze met ballet gestopt om kinderen te krijgen. Om maar te zwijgen van blessures en lichaamsklachten. Ons beroep is per definitie onvoorspelbaar.

Hebben jullie nooit overwogen om naar een ander gezelschap te vertrekken ?

Vanlessen : Toch wel. Een balletcarrière is zo kort dat je er het beste van moet maken en alle kansen moet grijpen. Voor mij stond het dus nooit vast dat ik hier zou blijven. Van routine was echter nooit sprake. Met Robert Denvers, Kathryn Bennetts en Assis Carreiro hadden we telkens een artistieke directeur die voor nieuwe impulsen zorgde, terwijl onze opmars als duo samenviel met de internationale doorbraak van het gezelschap. Zelf werd ik ook vaak uitgenodigd om in het buitenland te dansen, ik heb me hier dus nooit beperkt gevoeld.

Saito : Pas de deux doen een balletdanser groeien en verruimen je repertoire. Bovendien hebben we altijd naar uitdagingen gezocht. Zo had ik aan de balletschool al gauw een optreden in Japan waarop ik een gast mocht uitnodigen. Wim was zestien en had zoiets nog nooit gedaan, maar hapte toe. Hij logeerde tijdens die reis trouwens bij mijn ouders. En nadien was er altijd wel een boeiende rol, een choreograaf met wie ik al lang wilde samenwerken, of een buitenlandse tournee.

Was het gemakkelijker om bij Ballet Vlaanderen te blijven ?

Vanlessen : Niemand blijft bij een gezelschap uit gemakzucht. Je mag dan principal zijn, dat betekent niet dat je gebeiteld zit. De dag na een schitterende voorstelling sta je in de studio weer gewoon te vloeken omdat een pirouette niet wil lukken. Laat staan dat je er zeker van bent dat je het volgende seizoen opnieuw gecast zult worden. Voor elke productie moet je auditie doen, en dus moet je je altijd opnieuw bewijzen. Bovendien zijn er in dit gezelschap 45 dansers die allemaal vechten voor hun plaats. Van luiheid of teren op je sterrenstatus kan dus geen sprake zijn. Wat voorbij is, is voorbij.

Saito : Hoe dan ook hebben we elkaar altijd vrij gelaten. Blijven omwille van de ander : daar is een balletcarrière te persoonlijk voor. Als mijn ouders naar hier komen en ik die week al mijn concentratie nodig heb, logeren ze op hotel, zo egoïs-tisch moet een balletdanser soms zijn. Omdat Wim en ik in hetzelfde schuitje zitten, kunnen we elkaars keuzes ook respecteren. Hij moet gelukkig zijn in zijn leven, en ik in het mijne.

Hebben jullie weleens ruzie ?

Saito : Vaak (lacht). Maar enkel omdat we veeleisend zijn en naar perfectie streven. We gaan allebei voor onze mening, tot we alle opties uitgeprobeerd hebben en een van ons moet toegeven dat hij fout zat. In die zin tillen we elkaar naar een hoger niveau. Het gaat soms hard tegen hard, maar zo gaat dat als je elkaar goed kent. Discussies zijn niet altijd prettig, maar op dit niveau moet je je ego kunnen vergeten. De volgende voorstelling : dat is het enige wat telt.

Vanlessen : Onderschat niet de druk op de schouders van principals. Als jongeling ben je de underdog en doe je er alles aan om hogerop te geraken, maar eens je de top bereikt, moet je ook bewijzen dat je daar thuishoort. Tekortkomingen wegen dan eens zo zwaar. Bovendien breng je veel tijd samen door onder moeilijke omstandigheden. Zware rollen, lange werkdagen, veel reizen, je eigen grenzen aftasten, een ijzeren discipline : dat is een explosieve cocktail.

Wat als de ander zijn dagje niet heeft ?

Vanlessen : Offdays bestaan niet in ons vak. Tijdens een voorstelling kun je uitglijden, maar je geeft je altijd voor tweehonderd procent. Daar wordt in de opleiding al op gehamerd. Familieproblemen, liefdesverdriet, hoofdpijn : op het podium heeft dat alles geen belang. Als je zulke zaken niet aan de kant kunt schuiven, dan is het tijd om te stoppen.

Saito : Hoe dan ook zijn we op elkaar aangewezen, want een pas de deux werkt alleen als je er allebei staat. Een duet waarbij de een het fantastisch doet en de ander niet, dat bestaat niet. Er zit dus niets anders op dan elkaar te helpen. Een delicate evenwichtsoefening, maar een andere weg is er niet.

Vanlessen : Voor we optreden wensen we elkaar geen geluk, maar zeggen we : “Laten we elkaar aanvoelen.” Daar kunnen we immers altijd op terugvallen, op het wederzijdse vertrouwen en onze kennis van elkaars lichaam, zaken die met de jaren gegroeid zijn. Ik voel meteen aan Aki’s lichaam hoe ze in haar vel zit of ergens pijn heeft, en omgekeerd. In die zin zijn we perfect op elkaar ingespeeld. Maar als man moet ik ook mijn plaats kennen in een pas de deux. Want het publiek is het meest onder de indruk wanneer Aki bij wijze van spreken van links naar rechts vliegt. Als je dat niet begrijpt en zelf op de voorgrond wilt staan, dan begin je er beter niet aan.

Ballet Vlaanderen sluit een woelige periode af. Schulden, het vertrek van Kathryn Bennetts, de fusie met de Vlaamse Opera. Welke invloed had dat ?

Saito : Achter de schermen waren we erg onzeker over onze toekomst. Maar dit is ook een gezelschap van vechters die altijd een extra inspanning willen leveren, van de dansers tot de decorbouwers. We zouden tevreden kunnen zijn met een gewoon goede voorstelling, maar zo zit dit huis niet in elkaar. We weten welk niveau we kunnen bereiken, voor minder gaan we niet.

Vanlessen : Wellicht hebben de moeilijkheden ons hechter gemaakt als groep. Maar wat de omstandigheden ook zijn : als het moet, dan staan we er. Ook nu we even geen artistiek directeur hebben. Vijfenveertig jonge dansers die elke dag naar de les komen, zich af laten beulen en het beste van zichzelf geven : zoveel zelfdiscipline zie je niet bij alle gezelschappen.

Jullie werken allebei met andere danspartners. Hoe is dat ?

Saito : Een andere man kan ook een prima danspartner zijn, maar dan ben ik toch op mijn hoede. Wim vertrouw ik blindelings, wat me toelaat om over mijn eigen grenzen te gaan en helemaal op te gaan in het gevoel. Soms sluit ik zelfs mijn ogen, gewoon omdat ik weet waar zijn handen zullen zijn.

Vanlessen : Omdat we al zo lang fysiek samenwerken kennen we perfect elkaars limieten, terwijl je een andere danspartner eerst moet aftasten. Pas op, dat kan heel verfrissend zijn. Al heb ik er vaak voor gevochten om een pas de deux toch met Aki te dansen, gewoon omdat de choreografie dat soort intensiteit vergt. Maar ik zeg het ook wanneer blijkt dat Aki een pas de deux beter met een andere jongen danst, zonder jaloezie.

Saito : Naar buiten toe zijn we als duo haast een merk, maar dat betekent niet dat choreografen altijd voor ons twee zullen kiezen. Soms werd een van ons beide eerst gecast en kon de ander op de boot springen, maar daar beslissen wij niet over. Wil de choreograaf een grote blondine of een ander soort man, dan houdt het op.

Moet je eigenlijk vrienden zijn om een pas de deux te dansen ?

Saito : Zonder wederzijds respect en een vlotte communicatie is het toch moeilijk, want uiteindelijk leg ik mijn lichaam in zijn handen. Bovendien gaat het op het podium niet om wat je doet, want er zijn veel dansers die technisch goed zijn. Wat telt is hóe je het doet, en dat vergt veel extra werkuren, wat best frustrerend kan zijn. Dan kun je maar beter goed met elkaar opschieten en begrijpen hoe de ander in elkaar zit.

Vanlessen : Aki en ik zijn samen opgegroeid, genoten dezelfde opleiding en hebben succes en tegenslagen gedeeld, zo’n band heb je niet met iedereen. Maar is het ook gezond om elkaar los te laten en om vrienden buiten de balletwereld te hebben. Dat laat toe om alles in perspectief te plaatsen. Buiten de werkuren hebben we dus allebei ons eigen leven. Maar we weten ook dat we altijd bij elkaar terecht kunnen, desnoods midden in de nacht.

Jullie zijn niet meer van de jongsten. Verwachten jullie nog veel hoogtepunten ?

Vanlessen : Aki en ik hebben het geluk dat we fysiek nog steeds meekunnen. Uiteraard worden we er niet jonger op, maar ondertussen beheersen we ons lichaam ook beter en springen we efficiënter om met onze energie. Dit gala is dus geen eindpunt, eerder een groot feest, een kans om iets terug te geven aan alle mensen die een rol speelden in onze carrière. Als balletdanser ben je immers altijd de vragende partij, of het nu een fysiotherapeut of een costumier is die je nodig hebt.

Saito : We praten wel over de toekomst, over onze hoop om een job te vinden die ons net zozeer boeit en uitdaagt als ballet. Maar van concrete plannen is geen sprake. Als balletdanser kun je die ook niet maken, want in dit vak is half werk gewoon niet genoeg. Het publiek zou het trouwens meteen merken dat je er niet meer helemaal voor gaat, want op het podium ben je zo goed als naakt, je lichaam verraadt wat er in je hoofd omgaat.

Vanlessen : Over de vriendschap met Aki maak ik me geen zorgen. Die is voor het leven. Wat wij opgebouwd en meegemaakt hebben is zo uitzonderlijk, dat zal altijd een deel van ons blijven.

Info : www.operaballet.be.

DOOR WIM DENOLF

Wim Vanlessen: “Als man moet ik mijn plaats kennen. Het publiek is het meest onder de indruk wanneer Aki van links naar rechts vliegt”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content