Ter gelegenheid van de tentoonstelling “Albrecht & Isabella” kan men in het Jubelparkmuseum aartshertogelijk tafelen: professor-historicus Jan Roegiers selecteerde en actualiseerde 16de- en 17de-eeuwse recepten.

In 1598, precies 400 jaar geleden, werden de aartshertogen Albrecht en Isabella belast met het bestuur van de Nederlanden. Hun hof in Brussel gold, door zijn kosmopolitisme en mecenaat, als toonbeeld voor de toenmalige Europese hofcultuur. De aartshertogen droegen in niet geringe mate bij tot de uitstraling van de Vlaamse barok, met figuren als Jan Brueghel (Fluwelen Brueghel) en Pieter Paul Rubens. Over deze culturele bloeiperiode organiseert men in het Brusselse Jubelparkmuseum een belangrijke tentoonstelling. Tijdens de expositie kan men in een speciaal voor de gelegenheid ingericht aartshertogelijk kelderrestaurant, tafelen op de manier van toen. Op het menu staan 16de- en 17de-eeuwse gerechten. Professor Jan Roegiers (KUL) selecteerde de recepten uit een en hetzelfde kookboek, het enige dat tijdens de regering van de aartshertogen in onze gewesten werd gedrukt en tot ons is gekomen. De volledige titel van de originele editie luidt: “Koocboec oft familieren keukenboec. Bequaem voor alle Jouffrouwen die hun van keucken-handel oft backen Toertkens ende Taertkens willen verstaen”. Het boek is bestemd voor deftige burgers en adellieden, en geschreven door M. Antonius Magirus. Het verscheen in 1612 bij Johannes Christophorus Flavius(Jan Christoffel de Witte) en is chronologisch het derde volwaardige Nederlandstalige kookboek uit onze gewesten dat bekend is. Van de eerste uitgave van Magirus bestaat slechts één exemplaar, dat is bewaard in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel. De auteur die zich achter de schuilnaam verbergt ( Mageiros is het klassiek-Griekse woord voor “kok”) was niemand minder dan Pieter Scholier, beter bekend onder zijn humanistennaam Petrus Scholirius, klassiek hekeldichter en schepen van zijn geboortestad Antwerpen. Het “Koocboec” is een interessante getuige van de evolutie van de smaak en de keuken. Historicus en hobbykok Jan Roegiers koos de recepten en hield alles zo authentiek mogelijk. Omdat de hoeveelheden van de te gebruiken ingrediënten nauwelijks zijn vermeld, was hij verplicht om te interpreteren. Over zout wordt bijvoorbeeld niet gesproken, eenvoudigweg omdat zout in de 17de eeuw overal in werd gedaan (men at dagelijks minimum 3 à 4 g zout). Bezoekers kunnen op de expositie de royale keuken uit de 16de en 17de eeuw ontdekken. Het menu vermeldt: een rijk gekruide “pottagie van erten en boonen”, een keuze uit hoofdgerechten (“gefruytte capuyn met een sauce van stekel-besien”, “ghesoden cabillai in vergulde sop” en “gebraden hamels-borst met een groene sauce”) en als nagerecht een verrukkelijke “toerte reale”.

Albrecht & Isabella (1598-1621): tot 17 januari 1999 in het Jubelparkmuseum (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis), Jubelpark 10, 1000 Brussel. Toegangsprijs 200 fr. Info: Tel. (02) 741.73.31 – http://www.kmkg-mrah.be. Aartshertogelijk tafelen kan men elke dag van 11 u.30 tot 15 u., van dinsdag tot zondag. Het nuttigen van een “toerte reale” kan tot 17 u. Op woensdagavond is de keuken ook open van 18 tot 21 u. Menu (soep, hoofd- en nagerecht) 750 fr., “toerte reale” 120 fr.

PIETER VAN DOVEREN / FOTO JAN CAUDRON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content