Eric de Wagenaere is een dynamisch ondernemer: zijn product heet Coeur d’Artichaut en zijn handelsmerk is een opvallende witte koksbaret.

Een restaurant kan pas een succes worden wanneer decor, bediening, kwaliteit van de keuken en prijzen in elkaar klikken en een geheel vormen. Voldoet het restaurant aan deze criteria, dan moet er ook nog een potentieel aan klanten zijn, want niets is dodelijker voor de keuken dan lege stoelen. Eric de Wagenaere staat met twee voeten op de grond en weet gevoelsmatig hoe de vork in de steel zit. Hij werd geboren in het Nederlandse Sas-van-Gent en was, zoals zijn vader, trappenmaker. Later belandde Eric in de auto-industrie, waar hij twaalf jaar werkte in de afdeling elektronica van Volvo. Om wat bij te verdienen werkte hij tijdens de weekends bij een traiteur, waar hij besmet geraakte door de horecamicrobe. Eric en zijn vrouw openden negen jaar geleden Coeur d’Artichaut in een huis wat verderop in de straat. Omdat het restaurant uit zijn voegen barstte, verhuisden potten en pannen vijf jaar geleden naar de huidige locatie: een herenhuis uit 1826 met veel ruimte en een ommuurde binnenplaats, waar het ’s zomers prettig toeven is. Omdat Coeur d’Artichaut een geslaagd concept is, stromen de bezoekers toe. Rijk en arm, jong en oud: iedereen voelt er zich goed. Het eerste waarmee men binnen kennismaakt is een aangenaam decor, vriendelijk onthaal en ontspannende lounge music: de basis is gelegd om gezellig te tafelen. De meisjes die voor de bediening instaan, dragen een witte schort voor hun jeansbroek. Ze zijn hulpvaardig en spontaan en hierdoor nemen de klanten ook geen poses aan. Het decor is een herenhuis met een moderne, niet uitdagende inrichting. Het werd ontworpen door binnenhuisarchitect Johan De Coocker. Zwartgelakte stoelen op een grijs-zwarte tegelvloer, geen schilderijen maar spiegels aan de muren, strakke schemerlampjes en luchtige luchters van inpakpapier: in deze tijdloze omgeving staat niets te veel. In Coeur d’Artichaut mag je jezelf zijn en eten waar je zin in hebt, want met de spijskaart kan je vele kanten uit. Op onze tafel verschenen: een vierkant bord met een royaal assortiment sushi en sashimi van verse rauwe zalm en tonijn, opgediend met rauwe sojascheuten (die mochten verser zijn!), wasabi, sojasaus en gemarineerde gember (530 fr.) en carpaccio van tonijn (400 fr.). De plakjes rauwe tonijn waren diepvrieskoud, te weinig of niet gemarineerd en lagen over een gemengde salade. De op de spijskaart beloofde zwarte olijven waren groen. Had de kok de sneetjes tonijn op de bordspiegel gelegd en besprenkeld met olie en bestrooid met kruiden dan zou de carpaccio meer smaak gehad hebben. Helemaal tevreden waren wij over onze hoofdgerechten: een smakelijke pepersteak met sla en in huis gemaakte frieten (500 fr.) en steak Rossini, afgedekt met een plak smeltende ganzenlever en opgediend in rode-wijnsaus (750 fr.). Daarbij kwam een Syrah ’96, Daniel Laurence Vineyard die zich thuis voelde naast het vlees (990 fr.). En omdat ook wij ons thuis voelden en nog even wilden bijven zitten, namen we als toetje versgebakken appeltaart met industrieel kaneelijs (220 fr.) en gegratineerde sabayon met fruitsla (300 fr.). Wij kwamen voldaan en tevreden buiten.

Coeur d’Artichaut: restaurant en catering, Onderbergen 6, 9000 Gent. Tel. 09-225 33 18. Zondag en maandag gesloten. Ingang St.-Michielsparking naast de deur. XXX (drie koksmutsjes)

De beoordeling van…….

Pieter Van Doveren / Foto: Jan Caudron

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content