Medeoprichter B-architecten (32)

Ik wil nooit meer alleen werken, want dan vraag ik me voortdurend af of ik wel goed bezig ben, al is dat geen zwakte. Je kwetsbaar opstellen en naar anderen luisteren is een voordeel in een creatief beroep. Met toegevingen of compromissen heeft dat niks te maken – je gaat gewoon voor het beste.

In mijn ogen ben ik een gewone, onopvallende jongen. In ’97 heb ik mee B-architecten opgericht. We hadden geluk, want een jaar later wonnen we meteen de wedstrijd voor de renovatie van de Beursschouwburg in Brussel en opende de winkel van Walter Van Beirendonck.

Architectuur is geen kwestie van trends en hip zijn. Dat gaat over ruimtes ontwerpen waarin mensen leven en werken – dat is al moeilijk en intensief genoeg. Een winkel van Stephan Schneider, Veronique Branquinho of een scenografie voor Anne Teresa De Keersmaeker is fotogeniek, maar we zijn evenzeer bezig met sociale huisvesting, met particuliere woningen en de eengezinswoning van de toekomst.

Ontwerpen is samenwerken. Daarom draagt het bureau niet onze eigen naam, maar de ‘B’ van ‘België’. Voor elk project stellen we een team van specialisten samen. Daarom nodigde deSingel in Antwerpen ons uit voor een tentoonstelling, om onze manier van netwerken met ingenieurs, kunstenaars, schrijvers en modeontwerpers. We graven ons in, proberen hun leef- en denkwereld te doorgronden, gaan in discussie. Stijl en esthetica interesseren ons minder. Als we de echte problemen maar mogen aanpakken.

Een gebouw is als een kind. Uiteindelijk moet je het loslaten. Ook al werk je er jaren aan, uiteindelijk moet het op eigen benen staan.

Met Dirk Engelen en Evert Crols, de mede-B-architecten, heb ik een broederband. We waren vrienden als student aan de Academie in Antwerpen en het Berlage Instituut in Amsterdam. We hebben elk een eigen karakter en onze sterke en zwakke punten. Dat stuurt ook de taakverdeling, zonder spelletjes of eerzucht. Het is belangrijk dat je die dingen durft te benoemen als je zo nauw samenleeft.

Vriendschap moet je onderhouden. Op kantoor in Borgerhout, in de gerenoveerde diamantslijperij waar ik ook woon, bespreken we niet alleen vaak samen projecten, elke eerste dinsdag van de maand hebben we ook een etentje. Dan soigneert er één de andere twee en praten we bij. Als je samen een zaak begint, heb je het al gauw alleen nog daar over.

Rijden doet me dagdromen. Ik ben graag onderweg, met de auto of de motor. Een dagje naar de Vogezen, een tocht door de woestijn in Marokko, ’s nachts op de autosnelweg – zalig wat er dan door mijn hoofd gaat. Mocht ik geen architect zijn, dan was ik buschauffeur geworden. Dan reed ik ’s nachts met een bus toeristen naar Zuid-Frankrijk.

Ruim twee jaar geleden is mijn dochtertje Mira geboren. Dat vergt organisatie, maar fundamenteel zijn mijn vriendin en ik niet veranderd. We trekken nog steeds met de rugzak door India en gaan nog steeds ’s nachts uit.

Als ik de kans zou krijgen, dan ontwierp ik een kerkhof. In het buitenland zijn er prachtige gebouwd, zoals door Carlos Scarpa in Noord-Italië. Het zijn plaatsen die ons met leven en dood confronteren. Zoiets gestalte geven, lijkt me heel mooi.

:: ‘B-architecten’, 13 februari tot 4 april in deSingel, Desguinlei 25, 2018 Antwerpen. Bij Uitgeverij Ludion verschijnt ‘B-architecten’ (30 euro), met essays van Oscar van den Boogaard en Dries Vande Velde. Info : 03 248 28 28, www.desingel.be.

Tekst Wim Denolf I Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content