Ze zijn weer terug van nooit weggeweest. De Cindy’s, Linda’s en Naomi’s. Als supernova’s schijnen ze helderder en langer dan alle andere sterren aan het modefirmament.

Na de supersterren van vorig seizoen schreeuwen betweterige trendwatchers nu weer moord en brand over de comeback van de supermodellen. Terecht of niet, met hun stelling bevestigen ze alvast het cyclische karakter van de mode.

Of toch niet ? De eerste helft van de 20ste eeuw leverde weinig modellen op in de annalen van de geschiedenis. Modellenwerk was toen een tweederangs manier om als meisje brood op de plank te brengen. Net als alle andere jobs trouwens. In het beste geval was modellenwerk een degelijk tijdverdrijf, in afwachting van de juiste man aan de haak te slaan. Getuige daarvan het model Barbara Goalen. Ze haalde enkel de pers toen ze in het huwelijksbootje stapte met één of andere rijke aristocraat. De aura waarmee de schonen der aarde vandaag worden omgeven, was toen quasi- onbestaand. Meer zelfs, er werd neergekeken op het beroep. Zo nam fotograaf Cecil Beaton de uitdrukking ‘ silly cows’ in de mond en Horst P. Horst beschreef modellen als ‘ utterly phony’. We schrijven de tijd waarin Christian Dior zijn modellen ronselde in de bordelen van Parijs. De aristocraat Hubert de Givenchy kon zich dergelijke liederlijkheid niet permitteren en zocht zijn uithangbord in Hollywood. Noblesse oblige. En dus werd Audrey Hepburn zijn immer stijlvolle ambassadrice. Meteen ook de vloek voor Givenchy, want anno 2004 is het luxelabel er nog steeds niet in geslaagd het imago van toen te overtreffen. Conclusie : Audrey is de moeder van alle supernova’s. Pittig detail : het etymologische woordenboek situeert het ontstaan van het woord supernova na 1950.

Maar dit geheel terzijde en alleen maar om te zeggen dat Gianni Versace het warm water niet uitvond toen hij halverwege jaren negentig de Britse actrice Liz Hurley in een lorretje, bijeengehouden door veiligheidsspelden, naar de oscaruitreiking stuurde. Maar Liz (en vooral haar uitpiepend bloot vlees) haalde wel alle voorpagina’s. Van Tokio tot Helsinki. Van het groezeligste roddelblaadje tot de zichzelf serieus nemende dagbladen en toonaangevende stijlbladen. Al snel herontdekte Modeland, in de voetsporen van Gianni, de commerciële kracht van de sterren. Marketingjongens zagen hun natte droom uitkomen en rekenmachines werden door de ramen gegooid. Free publicity lag voor het rapen. In Medialand schoten bijgevolg de In Styles als paddestoelen uit de grond (België volgde pas vijf jaar na de feiten : zie de recente lanceringen van Glamo en Touché).

En zo werd de rode loper de nieuwe catwalk. Wat er op de catwalk zelf gebeurde, interesseerde niemand nog een moer. Wel welke celebrities op de front rows zaten mooi te wezen. Maar wie mooi is, hoeft niet per definitie dom te zijn en dus besloten enkele bijdehante sterren al snel om zich niet langer voor de spreekwoordelijke kar van een ander te laten spannen. In het kielzog van haar puffende ex-verloofde Sean Combs ontpopte Jennifer Lopez zich als welgevormde multinational en inspireerde daarmee tal van collega’s ( zie p. 132: Popsterren met een eigen kledinglijn).

Een soort heilige drievuldigheid

Exit Jennifer Lopez. Welcome back supermodels ! Aldus de naar hapklaar-nieuws-hongerige media, verwijzend naar Louis Vuitton dat besloot het contract met Jenny from the Block niet te verlengen. ” Marc (Jacobs) wou eens iets anders dan film- of rocksterren”, aldus Mimma Viglezio, internationaal communicatieverantwoordelijke. “Vandaar zes verschillende beeldadvertenties met Kate Moss, Naomi Campbell, Amber Valletta, Angela Lindvall, Liya Kebede en Karen Elson. Stuk voor stuk iconen. Misschien zijn ze niet allemaal bij naam bekend, maar hun gezicht kent in ieder geval iedereen.” En dat brengt ons onmiddellijk bij het addertje onder het groene gras. Van de zes dames is er maar één die iedereen bij naam kent. Zij dateert dan ook als enige uit het supermodellentijdperk van de late jaren tachtig : Naomi Campbell. Samen met Christy Turlington en Linda Evangelista vormde zij wat de Angelsaksische pers plachtte te noemen : The Trinity. Een heilige drievuldigheid, ook wel eens ‘de officieuze vakbondsleiders van modellen’ genoemd, omdat ze voor minder dan 10.000 dollar niet uit bed kwamen.

Een schril contrast met de anonieme modellen van de jaren vijftig, die al blij waren als ze er een man aan overhielden. Alles veranderde in de twee decennia die daarop volgden. Toen de maatschappij werd herschreven door revolutionaire krachten als David Bailey, die fotografie beschreef als het ultieme middel tot roem en seks. Sindsdien is er eigenlijk niets meer veranderd. Bailey haalde Catherine Deneuve voor zijn lens en maakte van haar een stijlicoon. Tegelijkertijd schreef ze geschiedenis als muze van Yves Saint Laurent. Een gegeven dat Tom Ford enkele seizoenen geleden nog eens zonder veel schroom uitmolk met zijn Belle de Jour-collectie. Opnieuw : de link tussen sterren en mode. Of hoe alles terugkomt. Zie ook het eindejaarsnummer van het Franse Vogue, dat net als in 1962 een nummer wijdde aan Deneuve .

Maar dit enkel als kanttekening. Belangrijker is dat in dezelfde periode de wereld voor de eerste keer kennismaakte met het gegeven ‘supermodel’. Geen huisvrouwen in spe met mooie benen, maar jonge dames met een liederlijke levenswandel, zoals de roddelpers het graag zag. Ze verbroederden met rocksterren en acteurs en konden daarnaast vaak een mooie pedigree voorleggen. Zoals MarisaBerenson, dochter van een diplomaat en kleindochter van de couturière ElsaSchiaparelli. En Verushka, een Duitse gravin. Van goeden huize zijn, is anno 2004 trouwens nog altijd mooi meegenomen. Denk maar aan het modelnichtje van president Bush dat recent nog haar vaderlandsliefde demonstreerde in de campagnes van RalphLauren. Of de zoon van Princess Margaret van Groot-Brittannië, waarmee Burberry zijn imago een blauw-bloed-transfusie gaf.

Uitgekiende zakenvrouwen

In 1966 verscheen met Twiggy, alias Lesley Hornby, het eerste model uit de middenklasse, dat daarenboven ook nog een mening had. Toch was haar welbespraaktheid niet opgewassen tegen de lastercampagne over haar vermeende anorexia. De best verkochte autosticker uit de tijd droeg de slogan : Forget Oxfam, Feed Twiggy. Dat andere Britse icoon uit een ander decennium, Kate Moss, kan erover meespreken. Haar prepuberale figuur en de niets ontziende fotografie van Corinne Day maakte haar in 1992 het meest bekritiseerde boegbeeld van de heroin chic. De aanhoudende geruchten over Moss’ overmatig gebruik van drugs en alcohol versterkten dat imago alleen maar. Tien jaar later zou ze trouwens bekennen dat ze nooit nuchter op de catwalk had gestaan.

Heel anders ging het eraan toe ten tijde van Cindy, Christy & Co. Deze dames hadden ze allemaal goed op een rij. Als reactie op de witte-poederrage begin jaren tachtig, vonden modehuizen in hen de professionals die ze zochten. Bovendien speelden de dames de perfecte hoofdrol in het drama dat mode toch is. Ze brachten dat sprenkeltje glamour waarnaar de wereld smachtte. Met leading ladies als Meryl Streep en Jodie Foster had Hollywood op dat moment weinig te bieden. Bovendien was een associatie met mode toen ondenkbaar, uit angst om niet meer serieus te worden genomen als actrice.

En dus werden modellen een belangrijke aftrekpost in de boekhouding van internationale luxelabels. Niet in de eerste plaats van Versace (alweer !). Een visionaire Gianni bracht Linda, Naomi, Cindy en Christy in 1991 samen op zijn catwalk en verzekerde zich daarmee van een plaatsje in de geschiedenis van de mode. Na een beginnersfoutje met het Fashion Cafe, ontpopten de dames zich vervolgens ook tot uitgekiende zakenvrouwen. Toen hun genetische perfectie midden jaren negentig moest wijken voor de uitgemergelde heroin look, hadden ze hun schaapjes allang op het droge. Cindy werd een eenmansmultinational met fitnessvideo’s en kinderboeken, enzovoort. Naomi lanceerde cd’s en parfums. Elle Macpherson Intimates kon tegen de millenniumwissel een omzet van 1,38 miljard oude Belgische frank neerleggen. En Christy stak haar beleggingen in cosmeticamerk Sundari en kledinglijn Nuala ( zie p. 94).

En terwijl de modellengeneraties in de tweede helft van de nineties elkaar in snel tempo opvolgden, verdwenen deze iconen uit de eighties nooit van de internationale radar. Zo bleef Cindy ons toelachen in talloze advertenties van Revlon, Pizza Hut en Omega. En werd Christy vereeuwigd dankzij Eternity van Calvin Klein. Helena Christensen van haar kant liet zich dan weer opmerken in Prêt-à-porter van Robert Altman en Linda Evangelista rollebolde voor de lenzen van Paris Match met de Franse nationale doelman Fabien Barthez. Minder overtuigend was Claudia Schiffer met David Copperfield, maar dat compenseerde ze ruimschoots door voor een hele waslijst merken op te draven : van Pepsi tot de Citroën Xsara.

Voorgoed verbrand

De weinig blitse deals van laatstgenoemde deden eventjes vrezen dat ze voorgoed verbrand waren, dat de supermodellen nooit meer zouden kunnen terugkomen. Maar met uitzondering van laatstgenoemde zijn ze allemaal weer terug van nooit weggeweest. Zo defileerde Cindy Crawford voor Roberto Cavalli, Linda Evangelista voor Versace en Dolce é Gabbana, Helena Christensen voor Alessandro Dell’Acqua en Naomi Campbell voor onder meer Dolce é Gabbana en Anna Sui. Nu gebiedt de eerlijkheid ons te zeggen dat ook enkele modellen uit de periode na hen dit seizoen opnieuw furore maakten. Zo verscheen Amber Valletta front row bij Burberry en Dolce é Gabbana, dook Karen Elson op tijdens verschillende defilés en straalt de ster van Kate Moss als nooit tevoren. Ook zij zijn supernova’s, een superlatief van de gewone nova’s. Zo besluit het woordenboek. “Nova : een plotseling opkomende sterk in intensiteit toenemende ster waarvan de stralingsintensiteit gewoonlijk heel snel weer afneemt.” Ziedaar het verschil met de supernova’s. n

Tekst Pascale Baelden

De rode loper werd de nieuwe catwalk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content