Belgen kennen Stuben alleen van de zomer.

Maar voor anderen is het de beste skiplek ter wereld.

FRANS VUGA

FOTO’S : MADELEINE DEKEMPENEER

George heeft zijn vaste plek in de zeventiende-eeuwse Stube van hotel Post. Aan de Stammtisch, links van de tegelkachelwand. Afgaande op het gemak waarmee hij met de autochtonen konverseert, lijkt hij dagenlang een Duitser. Maar als de hoteleigenaar op een avond Engels bovenhaalt, blijkt zijn gast, uit woord en wederwoord, Australiër. George logeert hier zes weken. Al vijftien jaar, iedere winter.

Bij nadere kennismaking zegt hij liefhebber te zijn van skiën buiten de piste en invoerder van wintersportgoed in Sydney. Alle gereputeerde stations ter wereld deed hij aan. En boven alle verkiest hij dit gehucht : Stuben, 104 inwoners en 1400 meter hoog in de klim van de Arlbergpas, in het Oostenrijkse Vorarlberg. “Nergens vond ik zoveel adembenemende diepsneeuwflanken. Met één en dezelfde skipas kan ik zowel naar het liftengebied van Stuben-Sankt Anton-Sankt Christoph als naar dat van Zürs-Lech. Ik geniet hier van de voordelen van de uitgestrekte glijparadijzen, pluk het komfort van hoog genoteerde oorden en vind toch rust. In Stuben is weinig volk, er zijn geen luidruchtige horden die de nachtrust verstoren. Kortom, ze ontdoen je hier op een gezellige, korrekte manier van je vakantiebudget. “

Voor gelijk aanbod is Stuben dertig procent goedkoper dan Lech. En de halfpensionkeuken van Post haalt een hoog niveau in de viersterren-kataloog. De chef houdt de vier avondgangen licht, gemodernizeerd Oostenrijks van stijl. Kip uit batterijen, vlees van “vee uit koncentratiekampen” of diepvriesvis zijn taboe voor hotelbaas Niki Fritz. Die is vice-voorzitter van het World Wide Fund for Nature, de grootste milieuvereniging van het land, en laat niet na uit te halen naar de landbouwindustrie. “De aanschaf van onze waren valt wat duurder uit dan die uit het doorsneecircuit, maar dat maakt weinig verschil in de prijsvorming. In het restaurantwezen wegen lonen veel zwaarder door dan grondstoffen. Waarom zouden we dus geen verse zeevis serveren, als een Zwitsers verdeler die van het vliegtuig in Zürich naar hier wil brengen ? “

Maar terug naar George. Hij is zevenenzestig, ziet er tien jaar jonger uit, rookt niet, drinkt water bij het eten en “probeert het verouderen te vertragen via fysieke oefening en een gezonde levensstijl. ” Weinig skiërs wagen de afdaling van de Valluga-muur, maar hij doet het. Voor lagelanders zoveel als Russische roulette. “Eén fout en je weet niet hoe het afloopt, akkoord. Maar op geprepareerd terrein gebeuren meer ongevallen dan in de losse sneeuw. Dat skiën buiten de piste gevaarlijker zou zijn dan op de piste, is een myte. Op een verlaten poederhelling vlamt niemand tegen je aan, zoals soms op een piste gebeurt. Je lichaam inkasseert er minder schokken en loopt bijgevolg minder sleet op. “

Het verkeer over de Arlbergpas loopt om de plek heen. De voorbije winter ging in Stuben het eerste supermarktje open, waarmee het gehucht kompleet is toegerust. Langs het ene straatje, waar alleen auto’s doormogen om te laden en te lossen, bevinden zich een bank, een postkantoor, een kapperszaak, een paar cafés, hotels, logeerhuizen en dus nu het Kaufhaus van Dönz de plaatselijke handelaarsfamilie. Bij Dönz koop of huur je ook skimaterieel. Onderwacht staan in het Verleih, de verhuurdienst, de nieuwste automaten voor het onderhoud van latten. Slijpen van kanten, bewerken van de zool, was aanbrengen : alles gebeurt computergestuurd. Vader Dönz hoeft de ski’s slechts achtereenvolgens op drie machines te leggen. Menselijke fout uitgesloten. Komplete service groot onderhoud kost twintig minuten en 290 shilling of 900 frank.

De kerk meegerekend, tellen we dertig gebouwen. Tussen de verst van mekaar verwijderde huizen liggen een paar minuten lopen. Voor de skilift staat nooit file : een zegen in het hoogseizoen. Terwille van oog en neus is het blik naar een groot parkeerplein aan de rand van de kluit gebannen.

De bezoeker die er al kwam, merkt dat het echte geboortehuis van Hannes Schneider is verdwenen. Gerenoveerd tot café, met wat appartementen erboven. Op de nieuwhouten gevel prijkt de oude bronzen plaat die aangeeft dat de wereldberoemde vader van de moderne skitechniek hier in 1890 het levenslicht zag. De metamorfoze valt tegen. De oude gevel getuigde van het “arm maar proper”-tijdvak.

Van grotere historische waarde is de wijnkelder van hotel Post. Die stamt uit de vijftiende eeuw. Te meten aan de deuropening, een tijd waarin ze niet langer werden dan een meter zestig. Rudi Pichler, manager van Post, organizeert desgevraagd een bezoek. Graag, want zijn hobby is sommelier te zijn. Voor zo’n vijfhonderd frank per persoon wordt het daar proeven van uitstekende flessen. Er liggen honderd soorten : zestig procent Oostenrijkse, dertig procent Italiaanse, tien procent Franse. “Ik wil de gasten een stuk Oostenrijkse kultuur meegeven en daar hoort onze wijn bij. Ons land haalt trouwens makkelijk de kwaliteit van de gemiddelde bordeaux, ” beweert Pichler.

De termometer wijst, hartje winter, negen graden aan in de kelder. “In de zomer loopt ze op tot dertien graden : ideaal, ” legt Pichler uit. “Te warm bewaren, veroudert wijn snel en tast hem ten slotte aan. “

Rudi Pichler is, als autochtoon en direkteur van de toeristische dienst, bezorgd om het imago van Stuben en om de dienstverlening. Hij vraagt zich dan ook af wat ze hier de Belgische skiërs hebben misdaan. In de zomer tekenen Belgen voor de helft van de 20.000 overnachtingen in het gehucht. En in de winter stijven omzeggens geen Belgen het cijfer van 55.000 overnachtingen.

Stuben was in de middeleeuwen een belangrijke lokatie. De johannieter-orde, die ten tijde van de kruistochten de pelgrims beschermde, bouwde er begin de dertiende eeuw een “onderkomen”. De Stube aan de voet van de Arlbergpas bood de reizigers verwarming, water en onderdak. Met andere woorden : een laatste schuilplaats voor een etmaal avontuur dat, zeker in de winter, moordend kon zijn.

Mettertijd vestigden zich lastvervoerders en handelaars om de uitvalsbasis, gelegen op de zoutroute tussen Zwitserland en het dal van de Inn. Hier konden gespannen worden gehuurd om een koets over de 1800 meter hoge passage te trekken, hier diende tol betaald.

De weg takelde echter af. Tot eind de achttiende eeuw, onder keizerin Maria Theresia en haar zoon keizer Jozef II, een nieuwe Kunststrasse werd aangelegd. Voor voermannen, vrachtvervoerders, kooplui en kasteleins brak weer een gouden tijd aan. Bij de geboorte van post en postkoetsendienst werd Stuben het oord waar van paarden, aard van gespan en van koets werd gewisseld.

In 1818 kreeg Josef Fritz een benoeming tot keizerlijk postmeester in Stuben. Die voorvader van de huidige Niki Fritz was verantwoordelijk voor het vervoer van post, pakjes en reizigers over de pas en aansprakelijk voor timing, wegenwerken en bescherming tegen lawines. Zesenzestig jaar later, in 1884, was het echter al afgelopen met dat systeem. Toen stoomde de eerste trein door de Arlbergtunnel. De postmeestersfamilie Fritz moest terugvallen op de uitbating van het gasthof Alte Post. Het gat Stuben verloor elk ekonomisch belang en verarmde. Het duurde nog eens tachtig jaar voor het toerisme werk en nieuwe welstand aandroeg.

In de jaren twintig draaiden Duitsers echter in de buurt de eerste films over de nieuwe skiwereld. Niet toevallig, maar omdat de wonderbaarlijke glisseur Hannes Schneider erin akteerde. Hij kende alle spleten en glooiingen van de Arlberg en advizeerde de draaiboekschrijvers zijn geboortegrond. Tegenspeelster van Schneider in vele prenten was Leni Riefenstahl, die in de nazi-periode tot veelbewonderde filmmaakster zou uitgroeien. Haar gesigneerde foto hangt sinds twee jaar in een Stube van hotel Post : opgedragen aan Rudi (Fritz), door “Flimmerleni”. Ofte zoiets als filmlichtjes-Leni.

“Ik vond de foto bij het opruimen van papieren”, verhaalt Niki Fritz, zoon van bedoelde Rudi. “Wellicht had mijn vader iets vandoen met la Riefenstahl. Anders zou hij het beeld niet zo goed hebben verstopt. Mocht mijn moeder die foto hebben gevonden, zou ze hem zeker hebben verscheurd. Mama heeft het niet begrepen op dienaars van Hitler. “

Fritz bewaart nog een schat aan dokumenten. Hij toont onder meer een akte uit 1505, getuigend van aankoop van eigendom door een voorzaat. De Fritzen zijn vanouds vooraanstaande burgers in de regio. “Niet altijd in positieve zin. In de zestiende eeuw sprak er eentje recht en hij veroordeelde acht heksen tot de brandstapel”, ontdekte de hotelbaas.

Stuben valt het makkelijkst te bereiken per spoor : tot Langen (waar alle internationale treinen stoppen) en van daar 3 kilometer bus of taxi. Met eigen wagen : via Stuttgart, Ulm, Memmingen, Bregenz, Feldkirch, Bludenz, Dalaas, richting Arlbergtunnel (tunnel niet nemen, wel de Arlbergpas). Bij lichte sneeuwval volstaan banden met diep profiel of winterbanden. Bij zware sneeuwval horen kettingen omgelegd.

Informatie : Verkehrsverein Stuben, A-6762 Stuben, Österreich (in het Engels, Duits, Frans). tel. 00-43-5582-761. Fax : 00-43-5582-7626.

Het gehucht Sankt Christoph, op de top van de Arlbergpas, in het liftenbereik van Stuben.

Stuben telt goed honderd inwoners, verscholen tussen de plooien van de glijparadijzen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content