Terwijl ik dit schrijf, zit ik in wat sinds mensenheugenis het Antwerpse Bouw- centrum wordt genoemd. Ik ben omringd door duizenden mensen en boeken. Naast een opwindende, gaat daar ook een verstikkende invloed van uit. Apart bekeken kan ik zowel boeken als mensen betoverend vinden. Maar breng ze in grote hoeveelheden samen…

Ook ter hoogte van de toiletten is er sprake van overbevolking. De vrouwen staan in lange rijen aan te schuiven, terwijl de mannen dankzij hun gebruiksvriendelijker apparatuur nog vlot naar binnen kunnen. Het zijn van die momenten waarop je het plots weer geweldig vindt een Heer van de Schepping te zijn.

Dan is het tijd om te signeren, een bizarre bedrijvigheid. Het gevoel dat ik daarbij krijg, laat zich waarschijnlijk nog het best vergelijken met dat van een raamprostituee die door passanten op haar bekoorlijkheden wordt getaxeerd. Mensen van alle leeftijden schuiven aan je kraampje voorbij, je boek omzichtig vastpakkend en het beloerend vanonder hun brillenglazen, als was het mogelijkerwijs een giftige zwam. Ze lezen de achterflap, welzeker, soms met zijn drieën tegelijk, en zetten het boek dan met een pruillip terug om weer verder te lopen. Wat stond er u precies niet aan ? zou je dan willen vragen. Maar je verschuilt je achter je koffie of kwebbelt iets tegen je buurvrouw van de televisie.

Op andere momenten is dat signeren bijna roesverwekkend. Als mensen twee boeken tegelijk kopen, bijvoorbeeld, of je door een gevatte opmerking te kennen geven dat ze elk woord dat je geschreven hebt kennen. Het allerfijnste is misschien nog wel als ze uit een plastic zakje een boek opvissen dat je lang geleden hebt geschreven, en dat niet meer in de handel te verkrijgen is. Het ontzag waarmee sommigen je aankijken, is bijna ontroerend. Het doet mij eraan denken hoe ik, jaren geleden, zelf bij het kraampje van Herman Brusselmans aanschoof teneinde hem een van zijn prachtboeken te laten tekenen. “Mijnheer Brusselmans”, prevelde ik toen ik de schrijver eindelijk tot binnen hoorbereik was genaderd, met bevende handen en knikkende knieën. “Zou u er iets in willen schrijven ?”

“Het leek wel of je bij de Sint op schoot mocht”, spotte mijn toenmalige vriendin, en de manier waarop ze spotte, deed mij beseffen dat ze onvermijdelijk toenmalig zou worden. Dat is gelukkig lang geleden. Ik ben wel altijd een beetje bang voor Brusselmans gebleven, ook al zit de goedheilig man nu aan de overkant van de signeerstraat en grijnst hij gul als zijn kritische blik op mij valt. Het is alsof een patroonheilige hoogstpersoonlijk uit de hemel komt neergedaald, strooiend met volrijpe mandarijnen en begeleid door engelen met stemmetjes van marsepein.

Er zijn ook echte kinderen, die in handtekeningen grossieren. Ze belagen iedereen die er zelfs maar een beetje schrijvend of bekend uitziet met boekjes, blaadjes, desnoods met kastickets en kauwgumverpakkingen en alles wat een handtekening kan dragen.

De stichtende waarde van de Boekenbeurs, om het zo eens te noemen, mag trouwens niet worden onderschat. Mijn liefde voor het boek ontstond in aanzienlijke mate tijdens het jaarlijkse bezoek dat ik samen met mijn ouders aan deze festiviteit bracht.

Bij thuiskomst Oorlogswinter lezen bij het haardvuur (het was toen nog koud in november), of De koning van Katoren : het zijn van die dingen die de verdere loop van je leven bepalen. Mocht ik momenten in een sneeuwdoosje kunnen bewaren, om die door een simpel schudden van de hand naar believen opnieuw te kunnen beleven, dan was zo’n boekenbeursbezoekje daar zekerlijk wel bij.

Dit jaar koop ik De buitenkant van Meneer Jules, dat innemende kleinood van DianeBroeckhoven, een schrijfster van wie ik op slag een beetje fan ben. Eveneens aangeschaft : de nieuwe dikke van Dale. De cd-rom met verbeterde zoekfunctie stelt mij in staat het woord te vinden waar ik al wekenlang naar zocht. Het duidt het kleine deurtje aan in de grote poort van bijvoorbeeld een begijnhof of kasteel, zodat je naar binnen kunt zonder telkens het hele gevaarte te moeten openen. Ik heb het ooit gekend, maar het is ergens in mijn kop verdwaald. Klinket vind ik nu in vijf seconden. De techniek staat voor niets. Dat we nog zulke stralende dagen mogen beleven !

jean-paul mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content