Scabal heeft een wereldwijde reputatie: naar maat gemaakte pakken en exclusieve stoffen worden desgewenst geleverd met certificaat.

Een mannequinpop in gedistingeerd pak, een miniweefgetouw met daarop een meter stof, accessoires in het rek, het jasje (blauw met krijtstreep) dat Marlon Brando droeg in The Godfather, en aan de muur een werk van Dalí en enkele gesigneerde filmposters: de visitekaartjes in de hal van Scabal liegen er niet om. Dit is een bedrijf met allure en een naam die wereldwijd, zij het in selecte milieus, bekend is om zijn exclusieve stoffen en naar maat gemaakte pakken.

Scabal (voluit: Société Commerciale Anglaise, Belge, Allemande et Luxembourgeoise) is Belgisch, maar heeft Duitse roots. Het bedrijf werd in 1938 in Brussel opgericht door Otto Hertz, Duits stoffenhandelaar van joodse origine. Na de sombere oorlogsjaren moest Hertz helemaal opnieuw beginnen, Scabal werd een naamloze vennootschap. “Zijn grootste troef was dat hij in die periode van schaarste heel snel weer stoffen kon leveren aan kleermakers”, zegt marketingdirecteur Vincent de Clippele. Tot vandaag is Scabal in handen van de nazaten van Otto Hertz en Peter Thissen, die in 1970 associé werd en wiens zoon Gregor nu algemeen directeur is.

Van grossier in stoffen (met 6 mensen in dienst) is Scabal gegroeid tot een bedrijf met 600 werknemers, dat zowel stoffen als confectie creëert en produceert. De hoofdzetel aan de Antwerpselaan beslaat zo’n 10.000 m² – niet voor niets wordt deze buurt grappend Quartier Scabal genoemd. Eén winkel aan Savile Row in Londen (“Het Mekka van de mannenmode”), ongeveer 100 verkooppunten in eigen land, export naar ruim zestig landen en een jaaromzet van 1,6 miljard zijn cijfers die de naoorlogse evolutie illustreren.

In al die jaren is Scabal wel een traditioneel bedrijf gebleven, trouw aan zijn wortels: de stoffen. “Elk seizoen creëren we een dertigtal nieuwe qualities, met elk 25 tot 30, soms zelfs 40 dessins. Dat betekent dus tweemaal per jaar ruim 600 nieuwe stoffen, ontworpen door ons eigen team”, zegt De Clippele. Exclusiviteit en kwaliteit zijn de twee sleutelwoorden in de bedrijfsfilosofie. Scabal koos tot nu toe resoluut voor natuurlijke materialen: katoen, zijde, linnen, wol. Altijd op zoek naar het fijnste en zachtste: kasjmier, vicuña, merinos. De Clippele: “Er is een duidelijke trend naar lichtere stoffen, ook in de mannenmode. Enkele jaren geleden werd een Super 100’S-stof ( draad van 18,5 micron) nog beschouwd als hoogwaardig, vandaag is dat een basiskwaliteit geworden. We creëren nu Super 150’S ( 15,5 micron) en Super 180’S ( 13,8 micron). Het allernieuwste is de Super 200’S ( 13 micron), heel licht en soepel. Maar je moet ook eerlijk zijn: hoe fijner de stof, hoe kwetsbaarder het pak.”

Anders dan bij andere textielbedrijven worden bij Scabal geen kilometers van dezelfde stof geproduceerd. Van een stof die goed in de markt ligt, worden enkele honderden meters geweven, van de andere enkele tientallen (op een rol zit ongeveer 80 meter) tot amper enkele meters: “De exclusiefste en moeilijkste ontwerpen worden in onze eigen weverij in Yorkshire geweven, die is gespecialiseerd in kleine runs. Een voorbeeld: de Initials. Wil iemand in zijn pak zijn eigen initialen verwerkt zien, dan weven wij voor hem een kleine hoeveelheid stof.”

Die gepersonaliseerde aanpak is een belangrijke troef. In de jaren zeventig startte Scabal – onder druk van de internationale ontwikkelingen en de standaardisatie in de mode – met een beperkte prêt-à-portercollectie. Maar het maatwerk en semi-maatwerk blijft 60 tot 65% van de eigen confectie omvatten. De Clippele: “Wat is een mooi pak? Dat is een combinatie van drie dingen: het model, de stof en het draagcomfort. Dat laatste is uitermate belangrijk, want als een pak niet goed in elkaar is gezet of te strak zit, is het allesbehalve comfortabel.” Dat comfort heeft volgens hem alles te maken met de juiste maat. “Maatwerk wordt vaak geassocieerd met ‘ik ben te dik, te klein of te groot’. Ten onrechte, zelfs een perfect gebouwde man heeft het soms moeilijk om een goed zittend pak te vinden. Omdat zijn ene schouder lager zit dan de andere, of omdat hij precies tussen twee maten in valt.” Om daaraan tegemoet te komen, heeft Scabal de formule made to measure bedacht: je past een standaardmaat, extra aanpassingen worden genoteerd en het pak wordt naar maat gemaakt. Je hebt bovendien keuze uit een ruim aanbod van stoffen en opties (drie of twee knopen, één of twee splitten, de voering, een speciaal gsm-vakje met ritssluiting).

Zo’n aanpak is alleen maar mogelijk dankzij de unieke ervaring die het bedrijf heeft opgebouwd als groothandelaar in stoffen: de echte schatkamers zijn het archief, waar duizenden staaltjes van de voorbije decennia bewaard worden, en de opslagruimte met permanent meer dan 600.000 meter stof in voorraad. “Vooral belangrijk is dat hier zo’n 4000 à 5000 referenties liggen, allemaal soorten stoffen die we bijna onmiddellijk kunnen leveren. Wij zijn zo’n beetje de stockholder van de kleermaker”, aldus De Clippele.

Zoveel exclusiviteit heeft natuurlijk een prijs: voor een meter stof betaal je 2000 tot 15.000 fr. en meer. Een tweedelig pak kan al vanaf een kleine 30.000 fr. Wil je echt een topkwaliteit, dan kom je in de buurt van de prijs van een kleine auto. Alles is dan ook tot in de puntjes verzorgd: “Exclusieve stoffen, waar de naam Scabal wordt ingeweven, worden verpakt in een doos of een leren valiesje en zijn vergezeld van een certificaat.” Bovendien breidt Scabal die service verder uit: sinds 2,5 jaar biedt het bedrijf ook accessoires aan. Truien, dassen, riemen en uiteraard hemden op maat.

Weet men bij Scabal eigenlijk wie deze kostuums draagt? “We leveren aan luxekleermakers, kleine ateliers en aan exclusieve herenzaken. Brioni, Smalto, Lanvin, het zijn maar enkele namen. De dragers zelf kennen we niet altijd. Maar we hebben wel een idee: in veel pakken staat een naam. Af en toe moeten we retouches doen en dan zie je wel eens een Jack Nicholson– of zelfs een Bill Clinton-pak.”

Bent u geïnteresseerd in een bezoek aan het bedrijf Scabal in Brussel, kijk dan op pagina 203.

Hilde Verbiest / Foto’s Kristien Buyse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content